Ik heb ergens wel eens de zin gelezen: Je kunt niet altijd aan mensen zien dat ze ziek zijn, maar er bestaat ook een ziekte waarbij de hele wereld ziet dat je ziek bent, behalve jijzelf…. Ik heb het over Anorexia. Ik wil mijn afgelopen tijd in globale lijnen vertellen, mensen in mijn omgeving een beeld geven wat het met je doet en wat de ziekte inhoudt. Wat er in je hoofd omgaat als je anorexia hebt. Maar ook hoop ik dat de mensen die dit herkennen, een stap zullen maken in de richting van hulp zoeken en erover gaan praten.
Ik wist helemaal NIKS over klinieken, eetstoornissen, anorexia en alles wat er bij kwam kijken. Daarom wil ik ook mensen hier iets over vertellen, omdat ik zelf nog weet hoe beangstigend het is als je er hulp gaat zoeken.
‘Het gaat heus wel goed met me’ zei ik elke keer. Ach, ja zo deed ik me voor. Maar van binnen voelde ik me heel anders. Dit begon langzaam maar werd steeds erger. Ik voelde me een heel anders mens worden, beetje bij beetje sloop er ‘iets’ naar binnen en merkte ik dat ik niet meer mezelf was. Mijn wereld werd steeds kleiner en kleiner. Gevangen in een kooi, zo voelde ik me. Een soort kil vogeltje die niet weet hoe ze eruit kan komen, de eetstoornis was te sterk en zat diep. Het voelde als ‘overgenomen’. Hoewel je dat zelf niet inziet. Je hebt zo’n smalle en gerichte kijk. De blik waarin je staat is heel gefocust en heeft een kokervorm. De ‘’stem‘’ in je hoofd wordt erger en als je er niet naar luistert, gaat het tegen je werken. Het wordt negatief en haast dwingend. Er worden je ‘opdrachten’ opgelegd die je moet gaan doen. Zo langzamerhand is dat vogeltje in de kooi meer muren om zich heen aan het bouwen en zakt het steeds dieper weg.
Toen ik op een bepaald moment het niet meer ‘alleen’ kon, werd dat opgemerkt. Ik kon school niet meer volhouden en kwam steeds vaker thuis. Ik moest onder behandeling van de huisarts en later werd dat het ziekenhuis. Dit wou ik zelf allemaal niet want ik vond dat het niet echt nodig was. ‘HALLO?! Hoe kunnen al die mensen in hemelsnaam zeggen dat ik dun ben, dat ik een ziekte zou hebben, echt niet’ dacht ik. Ik had heel veel vertrouwen verloren en was bang om te praten, dat deed ik daarom ook niet. Mensen dachten het wel te weten of vroegen dingen aan mij waarbij ik vervolgens niet veel zei. En alles wat ik zei had niks te maken met hetgene waar het écht om ging. Toen ik niet meer naar school ging, zo gefocust met eten bezig was, andere dingen wou vergeten en niet meer verder kwam dan thuis en de bank, voelde ik dat het zo niet langer kon.
Er was wel íets aan de hand, want dit was ook niet heel normaal. Dat was de andere kant van mij. Die vond namelijk wel dat het zo niet langer kon. Terwijl dat andere (ik noemde het altijd : ‘iets in mij’) vond dat ik naar HAAR moest luisteren en dat het allemaal wel goed kwam als ik maar meer afviel. Ik vertelde tenslotte niet wat er echt toe deed. Dat hield ik nog in die kooi. Al die muren had ik tenslotte niet voor niks gebouwd maar hebben er wel voor gezorgd dat ik bang werd om te praten.
Mijn ouders reageerden wel heel goed toen ik vertelde waar ik op dat moment mee zat. Ze waren bezorgd, net als school, en deden erg hun best voor mij. Zij vonden dat ik hulp moest zoeken. Eerst kreeg ik gesprekken bij mijn psycholoog. Ik had de hulp van GGZ uitgeschakeld omdat ik toen dacht dat ik het zelf wel kon oplossen want tenslotte had ik maar gewoon een probleempje met eten. Op een gegeven moment kreeg ik de diagnose van anorexia. Zelf kon ik het niet geloven en deed hier vervolgens ook niks mee.
Later werd mijn toestand ‘kritiek’ en had ik 2 opties: of het ziekenhuis in, of opgenomen worden in een kliniek voor Eetstoornissen in Smilde. Ik was zo ondervoed geraakt, dat ik niet uit meerdere keuzes kon kiezen. Ik wist helemaal NIKS over klinieken, eetstoornissen, anorexia en alles wat er bij kwam kijken. Ik zei altijd tegen me moeder: ‘’Dat is wel het laatste waar ik heen ga, ten 1e ben ik daar te dik voor en ten 2e ben je dan alleen maar met jezelf bezig, weet je hoe egoïstisch dat is?” Ik had geen beeld van de ziekte die ik blijkbaar had en van de hulpvormen die er waren. Ik had al eerder een intake gehad bij Accare in Smilde maar was niet gemotiveerd. Ze hadden mij verteld dat het in het ziekenhuis alleen om gewicht draaide. In Smilde moet je ook aankomen maar het belangrijkste daar is dat het een psychiatrische instelling is en dat je wordt geholpen aan je hoofd: dat de 1e stap naar genezen daar gemaakt kan worden. Beter worden? Dacht ik toen, maar ik ben helemaal niet ziek. Toen zat ik heel diep in mijn eetstoornis. Mijn ouders en de huisarts vonden het niet meer verantwoordelijk en mijn gewicht bleef dalen. Er was toen veel contact met Accare en de mensen daar gingen alles regelen voor de opname. Ik kon binnen 1 week worden opgenomen.
De dagen hiervoor waren een van mijn slechtste dagen en ik weet nog goed hoe ik me voelde: heel erg leeg, had totaal geen gevoel meer en het maakte mij niks meer uit wat ze met me deden. Ik was in me hoofd maar ook lichamelijk doodop en was veranderd in een heel ander meisje.
Toen ik in Smilde kwam, bleek dat ik nog minder woog dan in het ziekenhuis. Meteen kwam er de vraag of ik daar nog wel kon blijven, na overleg kon dat maar ik mocht niet veel, sterker nog: bijna niks. Ik zat in bedrust zoals ze dat noemde. Ik was bang, bang voor wat er allemaal ging gebeuren. Ik had namelijk geen idee hoe mijn leven eruit ging zien. Dat het anders leven werd, besefte ik niet eens. Want het afvallen, de gefocuste blik en de stem in mijn hoofd waren nog heel sterk aanwezig. Ik had zoveel klachten: ik had het de hele dag ijskoud ondanks dat ik ruime en warme kleren droeg, ik had pijn met zitten, veel pijn en moeheid in mijn hoofd, met slapen deed alles zeer, ik had vaak een wit en blauw gezicht en had totaal geen energie meer. Eigenlijk had ik mezelf helemaal naar beneden gewerkt en was ik een soort lichaam met een masker. Ik kon niet eens meer goed nadenken, alles ging zo aan mij voorbij. Wat ik me nog wel kan herinneren is dat ik huilend voor de deur stond toen mijn ouders weggingen. Ik wou hier niet zijn! Vond het verschrikkelijk.
Dit gevoel is nog erg lang gebleven. Ik dacht dat ik binnen 2 weken er weer weg zou zijn. Dan zou ik wel ‘opgeknapt’ zijn en zou het in me hoofd beter gaan. Eigenlijk zei ik dat ik wel wou, ik wou alles wel. Maar ondertussen. Het werd een eindeloze weg waar ik soms geen eind in zag…
De tijd dat ik opgenomen ben geweest kan ik indelen in periodes. De maanden voor de meivakantie waarin ik met veel geluk naar Frankrijk mocht, en de tijd na die meivakantie. Ik zei wel dat ik het wilde en dat ik wilde veranderen en we hadden gesprekken over allerlei dingen maar waar het echt om draaide kwam niet aan bod. Ik was al weggelopen, had flinke conflicten gehad en heb me heel erg geërgerd. Want ik zag de begeleiders daar echt als DRAKEN die mij vet wouden mesten en dat het allemaal om gewicht draaide. Maar na die vakantie ging ik Accare steeds meer zien als een HULPMIDDEL, die mij zouden helpen om op andere gedachtes te komen. En juist met die gedachtes ben ik wel aan de slag gegaan, eerst alleen in mijn hoofd. Later op papier en toen ik inzag dat ik niet meer zo wou leven, dat ik alle gevoelens en gedachten die in de kooi zaten misschien tóch moest gaan vertellen, veranderde er een heleboel. Ik heb zoveel getwijfeld, maar toen ik mijzelf beetje bij beetje open stelde zette ik stapjes. Misschien kleine maar ik ging omhoog.
Toen kwam het moment dat ik mijn mentor bij Accare beetje bij beetje durfde te vertrouwen. Ik heb veel gesprekken met haar gevoerd en zij heeft mij heel erg geholpen, al was het maar met luisteren, een knuffel geven of een arm om je heen slaan. Zij kon misschien de problemen niet oplossen, maar in een korte tijd heb ik ik heb zoveel dingen gedaan waarvan ik nooit had gedacht dit ooit te gaan vertellen. Zo ging er een muurtje weg. Langzamerhand stelde ik me meer open, maar het blijf bij enkele personen. In die tijd heb ik ontzettend veel gesprekken gehad zowel met mensen van daar, als met mijn ouders.
Maar het ging niet steeds goed. In mei had ik een dip, ik wou niet meer vechten en elke dag die strijd leveren. Ik was het even zat. Ik werd het weekend opgenomen op de crisisafdeling in Smilde. Daar ben ik het hele weekend geweest. Die zaterdag heb ik een poos met mijn mentor van Accare gepraat.
Het hele weekend was heel eenzaam en heb ik veel lopen nadenken. Doordat ik echt TIJD had, veel liep na te denken en schrijven, was er iets veranderd in mijn hoofd. Ik wou dit zo écht niet meer. Ik had een punt bereikt dat ik er helemaal KLAAR mee was. Er is misschien geen letterlijke ‘knop’ maar ná dat weekend zag ik dat ik me niet meer zo slap, moe, duizelig en rot wilde voelen. Beetje bij beetje ging die onzichtbare knop om en wou ik ervoor gaan om thuis te kunnen en mogen wonen. Dat punt had ik na dikke 3 maanden bereikt. Ik heb in een korte tijd veel stappen gezet en maakte grote sprongen. Zo kwam ook mijn ontslag eindelijk in zicht. De 2 weken werden uiteindelijk 5 maanden.
Ik wou ernaar toewerken om weer te kunnen genieten, leuke dingen te doen, met vrienden om te gaan, weer écht te kunnen lachen, dansen en sporten, niet meer druk maken om eten en uiteindelijk mezelf terug vinden en leren te accepteren. DAAR wou ik naar toe, ik ging vooruit kijken en dit deed me goed. Ik ging mijn blik verbreden, bedacht me waar ik het allemaal voor deed en maakte een hele lijst. Nadat ik met ontslag was ging ik op vakantie naar Zuid-frankrijk en hoe dubbel het ook was: Ik vond het fijn om weer onderdeel van het gezin te zijn.
Nu is het zo dat ik school weer wil oppakken. Ik heb geen examens kunnen maken en moet het jaar opnieuw doen. Vind het raar om zo ‘ineens’ weer op school te zijn, niet met mijn eigen vrienden die je al jaren kent rond te hangen.
Ik ben erg onzeker over school geworden. Zal ik nog wel kunnen leren? Val ik niet weer terug in mijn oude gedrag? Zal ik mijn examens wel kunnen halen? Kan ik alles wel combineren, mis ik niet te veel? Hoe zal het straks gaan met alle therapieën? En wat zullen mensen wel niet van me denken? Ik ben nu wel gezonder maar straks zit ik op m’n streef en vinden ze me ‘dik’. ‘’Heb je een normaal gewicht, dan is er eigenlijk niks meer met je aan de hand en ben je genezen‘’ is een uitspraak waarvan ik weet dat veel mensen dat denken. Dit is een grote misvatting. Het gaat niet alleen om gewicht, er komt zoveel meer bij kijken. Dat wil ik mensen duidelijk maken. Het gene wat er in je hoofd om gaat, dat is zo belangrijk en kan niet van de een op andere dag opgelost worden.
Naast alle nare momenten, gebeurtenissen en dingen die ik heb meegemaakt en de gevolgen van de ziekte, wil ik toch zeggen dat ik nog achter 1 positief feit ben gekomen: je leert namelijk wel je échte vrienden kennen. Je denkt 4 volle handen vrienden te hebben maar in werkelijkheid heb je er misschien net 2. Want door de tijd heen heb ik veel mensen ( waarvan ik dacht dat ze vrienden waren) verloren. Ik pas nu op met mensen ‘vrienden’ noemen. Je leert de mensen wel kennen die er écht voor je zijn. Tevens heb ik door de tijd heen, ook 4 nieuwe en ontzettende lieve meiden leren kennen, die jammer genoeg ook moeten vechten tegen deze ziekte. Behalve dat we elkaar kunnen helpen en steunen, begrijpen ze jou ook als geen ander.
Voor iedereen die erkenning voelt of ook een eetstoornis heeft zou ik je echt écht aanraden om hierover te gaan praten en hulp te zoeken. Misschien ben je niet heel gelukkig maar voelt het wel veilig zo, ik raad je echt aan om hierover te praten want dat gaat je verder helpen. Je kunt deze ziekte niet alleen aan, hoe sterk je ook denkt te zijn. Je hebt echt hulp nodig van buitenaf en veel steun van buitenstaanders en je naasten. Kijk wat je allemaal mist en stop alle kracht die je gestopt hebt in jezelf te kort doen, tegen jezelf om te vechten en erboven op te komen.
Na 7 maanden zie ik nu wel in dat ik mezelf langzaam van binnen stuk en kapot heb gemaakt. De weg naar genezing zal nog zwaar zijn maar mijn echte ik is er in mij helemaal KLAAR mee!
Ik heb geleerd dat één van de ergste dingen die je kan overkomen is dat je ‘jezelf kwijt raakt’, dat je niet eens je eigen gevoel meer kan voelen en hierover kunt beslissen. Uiteindelijk wil ik alles leren loslaten en de weg naar mezelf leren kennen. Tijdens mijn opname heb ik verschrikkelijk veel geleerd en ben ik sterker geworden. Het heeft niet alleen geholpen bij mijn ziekte maar ook voor mijn persoonlijkheid. En ondanks ik het komende half jaar nog intensief in behandeling ben bij Accare en hier 2 dagen in de week naar toe ga, denk ik dat het lastig gaat worden met school maar dat ik de hulp wel nodig heb. Dit is onmisbaar bij het beklimmen van de top die ik wil bereiken. Het belangrijkste wat iedereen zou moeten leren is volgens mij dat je leert van jezelf te houden. Zoals mijn moeder altijd zegt: ‘je moet eerst van jezelf houden, voordat je van een ander kan houden’.
Don’t be afraid to fail,
be afraid not to try
Ik wil onwijs graag alle mensen om mij heen bedanken, die mij steunen, letterlijk en figuurlijk door dik en dun. Zonder hen had ik deze stappen nooit durven en kunnen nemen.
Ik hoop gauw helemaal beter te worden want ik wil niet meer OVERLEVEN, ik wil LEVEN.
Geef een reactie