Al sinds ik heel jong ben, ben ik in de ban van gewicht en controle. Alles moest het zelfde gaan en hetzelfde zijn, controle was voor mij heel erg belangrijk. Etenstijd moest precies op tijd zijn, was het later dan sloeg ik het al over. Tussendoortjes heb ik eigenlijk nooit echt genomen. Ik was fel tegen suiker en zoetigheid.
Ik vond gezond zijn en niet snoepen heel erg belangrijk en wou ook mijn conditie altijd zo goed mogelijk houden. Ik sporte altijd veel en dit was altijd belangrijk voor mij, als ik niet kon sporten was mijn controle weg. Dan was ik helemaal uit mijn doen en nam de spanning erg toe.
Toen ik een jaar of 8/9 was ging ik voor de gein met samen met een vriendinnetje op de weegschaal staan. Zei woog op dat moment minder, maar ze was ook kleiner. Op dat moment had ik al zoiets van, ooh jemig wat weeg ik toch onwijs veel. Ik ben daarop niet meteen ingegaan toen die tijd. Toen ik een tijdje later op een feestje van mijn buurmeisje zat werd er gezegd dat ik toch wel een heel andere bouw had dan de andere meisjes uit mijn buurt (dat ik veel langer was en gespierder vatte ik niet op). Ik dacht dat ze bedoelden dat ik vele malen dikker was. Hier heb ik dus al aanleidingen die ik nu nog steeds op haal.
Op de basisschool was ik altijd een van de kleinste en de jongste. Ik was dus zo’n beetje het pispaaltje van de klas. Ik was aardig goed op school en werd daar mee gepest. Ook dat ik alles op dezelfde tijden deed, alles netjes en onder controle had was voor anderen een reden mij te pesten en te kleineren. Ook op de hogere school ging dit verder. Maar mede kwam dit dankzij een ‘’goede” vriendin die ik toen had. Ik had alleen haar maar zei had totale controle over mij. Ik was bang om haar kwijt te raken maar ik was ook bang voor haar. Ik deed alles zodat zei maar met mij om zou blijven gaan.
Ze vond mij toen te zwaar, ik droeg geen juiste kleren, ik was te braaf. En zo veranderde ik. Ik was hondsbrutaal, werd meerdere malen op school geschorst en mocht bij veel lessen er niet meer in. Ik moest heel erg vaak nakomen en de directeur zag mij ook dagelijks omdat ik me bij hem moest melden. Tot overmaat van ramp begon ik te spijbelen en ging in die tijd roken en dronk liters alcohol midden op de dag.
Mijn vriendin wou dat ik mee ging om dingen te stelen uit winkels ed. Zei deed dit wel maar dit heb ik nooit gedaan gelukkig. Hier raakte ik in een diep isolement en deed eigenlijk niets meer ik durfde niet naar buiten, niet naar de winkel en als ik ging zette ik een ander persoon neer, namelijk een vreselijk iemand en meerdere kinderen uit de buurt waren bang voor mij. In de grote vakantie heb ik de stap gezet weg te gaan bij die meid en van die school en ben alleen verder gegaan en met succes.
Blij met de nieuwe vrienden, de klas en de leraren ging het beter. Maar rond een jaar of 11 overviel mij weer een grotere macht die mij tot de dag van vandaag veel angst en onzekerheid brengt. De periode heeft geduurd vanaf mijn 11de tot mijn 14 de en dankzij dit voorval heb ik een postraumatische stresstoornis ontwikkeld. Ik was erg onzeker en dacht dat ik alles fout deed. Ik moest elke dag een eind fietsen en ik woog me toen een aantal keer per week en merkte dat ik afviel. En wauw wat gaf dat me een waanzinnig goed gevoel. Sinds dien stond ik s’ochtends heel vroeg op om te sporten.
Toen ik naar het MBO ging werd er veel anders. Ik werd stiller en durfde eigenlijk niets. Ik was bang voor vreemden voor mannen/jongens en voor volwassenen, iets wat nog steeds niet over is maar wel minder. Ik moest stage lopen en die kans greep ik aan om hard te werken en niet te eten. Hierdoor is het opgevallen bij mijn stagebieder. Mijn mentor is ingeschakeld en er werd mij gevraagd; is dit een ziekte. Ik hield bij hoog en bij laag vol. Nee dit is geen ziekte!
Ik werd aangemeld bij een assertiviteitstraining en dit heeft mij wel iets geholpen. Ik durfde meer naar buiten en dat hielp mij om meer naar buiten te gaan om te sporten en Laxeerpillen te halen en afslankpillen en noem zo maar op wat allemaal. Ik ben ook op een pro-ana site terecht gekomen en kwam hier elke dag. Ik deed wedstrijden mee en was trots op hoe goed ik het kon. Toen was het niet meer te ontkennen dat het echt een eetstoornis was maar ik wou het niet zien. Ik hield alles geheim en leidde een dubbel leven, een leven waarin ik vrolijk was en gelukkig en tevreden. En een leven wat niemand kende waarin ik alles deed om gewicht te verliezen en alles bij elkaar loog om maar te zorgen dat niemand het merkte. Mijn anorexia was mijn 2de ik, maar niet mijn echte ik. Toen ik op school regelmatig onwel werd en flauwviel en dat leraren en de klasgenoten duidelijk zagen dat ik snel gewicht verloor werd er nog eens gevraagd aan mij of het een ziekte was.
Toen kwam het hoge woord eruit en heb ik mijn verhaal gedaan bij mijn mentor. Ik heb gesprekken gehad met een man die mij probeerde te helpen, maar helaas liep dit op niets uit. Ik ben ook bij een informatieve cursus geweest over eetstoornissen en ik weet er veel van maar het maakte geen indruk. Toen werd het te dol. Ik ben aangemeld bij een psychiater en bij een dietiste in het ziekenhuis. De dietiste had geen vat op mij want alles wat ze me vertelde over eten enz., dat gebruikte ik verkeert, om af te vallen dus. Ik ben toen aangemeld bij een kliniek en ben hier enkele malen geweest en heb een groep gehad om te zien wat we zouden doen. Nu vonden ze een opname in de kliniek gezien de ernst passende, maar dit wou ik niet. Toen kwamen ze met een 5daagse deeltijd, dit leek mij wel wat, ik zou een paar weken later kunnen starten maar toen kwam het. Ik mocht niet, ik at 1 a 2 keer per week iets en verder niet.
Ik slikte zo onwijs veel pillen dat ze me niet konden laten starten. Toen werd gezegd, eet 3 keer per iets dan mag het. Ik probeerde het en kwam op 3 broodjes per dag, veel te weinig en het mocht niet, ze lieten me weer niet starten. Toen kwam de omslag, ik at wekenlang niet en leefde op water en thee en soms was vruchtensap. Ik viel in 6 weken tijd af van xx kg tot xx kg. Toen ik terug kwam in de kliniek werd me gezegd dat ik op de wachtlijst stond voor het ziekenhuis. Maar mijn ouders hebben met de huisarts een spoedopname geregeld. En 1,5 dag later lag ik in het ziekenhuis. Ik had in die toestand nog 5 tot 7 dagen te leven. Mijn lichaam was totaal op. Ik kreeg sondevoeding en werd aan het infuus gelegd. Ik kreeg vaste tijden om te eten en ik had ook een bepaalde tijd waarin alles op moest. De eerste middag raakte ik helemaal van de kaart, blinde paniek. Ik kon het niet en ik wist niet wat ik moest doen.
Toen heeft de broeder me geholpen en met mij gepraat. Die middag heb ik het niet gered te eten. Ik was de heel middag bang voor de avond, om weer te eten. Die avond was ik beneden toen ik moest eten, ik bleef lang weg zodat ik niet hoefde, ze hebben me gezocht en de sonde voeding werd verhoogd en ik kreeg weer gesprekken en Langzaam aan ging het beter en ondertussen ben ik 2,5 week thuis. Ik heb onwijs veel steun gehad van veel mensen en dit heeft mij zo goed gedaan. Op school weet eigenlijk iedereen er bijna wel van en ook uit de buurt en de familie weten het.
In die hele periode hebben er nog een aantal ingrijpende gebeurtenissen plaatsgevonden, deze kan ik hier niet neerzetten. Dit zit zo diep en is zo pijnlijk dat ik niet de moed heb om die hier openbaar te maken. Ik heb met mijn mentor hier wel over gesproken met veel moeite maar het is goed dat iemand er van weet. Soms denk ik nog dat het allemaal mijn eigen schuld is. Alles wat er is gebeurt en dat ik nu met een eetstoornis zit. Ik heb vaak het idee dat ik het allemaal zelf in de hand heb gehad en dat ik het zelf zover heb laten komen.
Ik heb een heel goede vriendin die me altijd op beurde en me begreep als geen ander. Ik ben onwijs blij met haar hulp. Ook mijn mentor heeft mij nooit laten vallen en heeft onwijs veel voor me gedaan en stond/staat altijd voor me klaar. Hier ben ik haar heel erg dankbaar voor. Ook al mijn andere leraren hebben mij heel erg gesteund en geholpen, iets wat ik niet had gedacht maar waar ik ook heel blij om ben. Dit is maar een kleine greep van de mensen die mij gesteund hebben en nog steeds steunen.
Op dit moment kan ik nog bijna niet en ben ik nog lang niet op goed gewicht en gaat het met ups en downs. Ik heb soms heel erge terugvallen iets waar ik me vreselijk voor schaam en wat ik echt erg vind. Iedereen heeft zoveel energie erin gestoken om mij te helpen en zoveel maken zich zorgen, Ik wil graag mijn best voor hen doen.
Soms moet je kiezen tussen de makkelijke weg en de juiste weg. In dit geval is het vaak dat de juiste weg een moeilijke weg is. Maar als je die moeilijke weg succes vol aflegt heb je werkelijk iets om trots op te zijn. Ik vecht om te leven, ik leef niet om te vechten. Langzaam probeer ik afscheid te nemen van mijn tweede ik, mijn anorexia.
Geef een reactie