Hoe dichter we bij het eind van de afsluitdijk kwamen, hoe stiller het werd. Waarom moest ik dan ook zo nodig op kamers? Ik was 17 jaar en nog lang niet klaar om mijn warme nest te verlaten. Mijn moeder had mij nog zo gewaarschuwd: “Ik heb je nog maar net! Je bent nog veel te jong om op jezelf in Leeuwarden te wonen”. Ik had geen keus. Ik had ten slotte de beste stageplek die een eerstejaars modestudent zich kon wensen bemachtigd en als ik niet in Leeuwarden op kamers ging wonen, dan was het onmogelijk om daar elke ochtend op tijd aanwezig te zijn. Ik moest niet zeuren. Dit wilde ik toch zo graag?
In het begin ging het best goed. Iedere dag van 8:00 tot 17:00 zat ik op het kantoor van mijn geweldige stageplek, kwam thuis, maakte wat eten, keek wat tv en ging dan slapen. Ik voelde mij al als een echte volwassenen. Dat was ik ook: in één klap was ik zogenaamd volwassen.
Het feit dat ik in een nieuwe stad, op een nieuwe school met nieuwe vrienden, in een nieuw, vreselijk ranzig studentenhuis leefde en een stage had waar ik mezelf vreselijk erg probeerde te bewijzen, werd me na een tijdje een beetje te veel. Als ik in het weekend thuis kwam, werkte ik bij Blokker. Thuis was het toentertijd niet erg gezellig. Mijn moeder was vaak verdrietig omdat ze door een ruzie met haar zwager haar zus kwijt was, en ik was dan constant bezig met haar opvrolijken en steunen. Mijn leven voelde als een gigantische chaos en ik wilde ergens controle over hebben. Op dat moment kwam Anorexia officieel in mijn leven.
Eten. Daar kon ik controle over hebben. Ik kon doordeweeks, elk moment van de dag, zelf bepalen wat er door mijn mond ging. Het begon met informatie zoeken over alle producten die ik at. Was het gezond? Wat was er dan zo gezond aan? Waarom was het niet gezond? Welke vitamines zitten er in? Oh, er zitten geen vitamines in. Dan hoef ik het niet. Ik leek op het eind wel een levende encyclopedie over voeding. Ik wist alle feitjes en details over elk etenswaar. Ecoplaza werd al snel mijn derde huis. Ik kocht wat biologische worteltjes en – als het echt feest was – nog een biologische paprika en mijn avondmaal was compleet. Lekker makkelijk, Anorexia zeurde bij dit “veilige” voedsel niet aan mijn hoofd, ik hoef niet in dat vieze keukentje in mijn studentenhuis te koken en het is nog gezond ook! Het was een wonder dat ik nog niet oranje uitgeslagen was van al die wortels.
Al snel merkte ik dat de Anorexia effect had op mijn gewicht. Elke vrijdagavond als ik bij mijn ouders thuis kwam, vloog ik als een bezetenen op de weegschaal om te zien hoe ik die week had “gepresteerd”. De kick die dat dan gaf als ik was afgevallen werd al snel een verslaving. Mijn dodelijke verslaving.
De mensen om me heen begonnen me te bekritiseren. “Melissa, eet je wel goed? Gaat het wel goed, Melissa? Je bent wel afgevallen zeg. Ik zie het helemaal in je gezicht”. Ja, tuurlijk hoor. Dat zeg je alleen maar omdat je jaloers bent dat het mij wel lukt om af te vallen, terwijl jij voor altijd en eeuwig een dikke zeug zal blijven, dacht ik dan. Het was één groot complot. Iedereen om me heen probeerde mij vet te mesten en vol te stouwen met ongezonde troep. Wie kan ik nog vertrouwen? Ik voelde me zo eenzaam en onbegrepen. Na een tijdje begon ik mezelf, samen met de Anorexia, te isoleren van alles en iedereen. Ik had niemand nodig, dacht ik. Anorexia dat was mijn alles.
Dat afvallen ging nu wel steeds moeilijker. Ik moest maar helemaal niet meer eten, vond ik. Tijdens etenstijd sloot ik mezelf dan op in mijn studentenkamertje en hield mezelf bezig met online cardio work-outs tot ik ging slapen.
Slapen was ook nog een hele kunst. De hele nacht lag ik te analyseren hoe de volgende dag zou verlopen, wat ik ging eten – als ik ging eten – en wat voor smoesjes ik kon gebruiken om niet te hoeven eten.
Ik hield deze ‘levenswijze’ met Anorexia een jaar vol. Als ik ergens spijt van heb, dan is het wel dat ik mezelf zo lang, zo veel leuke dingen onthouden heb; ik heb soms het gevoel dat ik een heel jaar heb verspild. Ik ging niet mee op vakantie naar Italië met mijn ouders omdat ik dan de hele vakantie pizza en dat goddelijke Italiaanse ijs zou moeten eten. Ik loog tegen iedereen om maar niet te eten. Op zondag, als ik een slechte dag had (lees: ik moest een hele pistolet opeten van mijn ouders), ging ik na het ontbijt als een gek te keer op mijn crosstrainer totdat mijn benen het begaven. Mijn hond kreeg overgewicht doordat ik hem tijdens het avondeten al mijn eten doorspeelde (dit is geen grapje). Ik wilde niet meer afspreken en leuke dingen met vriendinnen doen, omdat daar natuurlijk ook weer eten en wijn te bij pas zou komen.
Op een vroege zaterdagochtend werd ik opeens wakker. Ik hoefde er nog lang niet uit maar mijn botten deden zeer van het liggen en ik had het vreselijk koud. Met veel moeite hees ik mezelf uit mijn bed en zocht met trillende handen het knopje van mijn nachtlampje. Het licht was aan maar nog steeds zag ik alles wazig. Mijn ogen waren zo droog. Wel zag ik dat bijna mijn hele benen en armen paars, blauw en geel waren uitgeslagen. Nog nooit had ik het zo koud gehad. Mijn lichaam trilde bijna uit elkaar en bewegen deed pijn. Op weg naar de badkamer kon ik elk moment omvallen. Ik greep mezelf aan alles vast wat ik tegen kwam. Het doucheputje was na vijf minuten douchen alweer verstopt omdat ik zoveel haar verloor. Toen ik met mijn handen door mijn haar ging, greep ik zo een hele pluk mee. Met de pluk haar in mijn hand, barstte ik in huilen uit. Waar was ik mee bezig? Waarom voelde ik me toch zo leeg? Ging ik dood? Zo voelde ik me wel. Ik ga dood, dacht ik. Hier. Nu. Op de grond in de badkamer. En dan vinden mijn ouders me en dan zegt mijn vader: “Zie je nou wel hoe erg ze er aan toe was?”.
Hoe vaak ze niet gezegd hadden: “Melissa, wil je een mooie, gezonde toekomst met een man, kinderen, een goeie baan en een mooi huis? Dan hebben we nieuws voor je: als je zo doorgaat dan word je onvruchtbaar, ziet geen man je meer staan en ga je uiteindelijk als jonge, magere, kale vrouw dood”. Het was hard maar ze hadden helemaal gelijk. Als ik zo door zou gaan, word ik onvruchtbaar en sterf ik uiteindelijk als lelijk, kaal, ongelukkig meisje. Wilde ik dat soms? Wilde ik voor altijd zo blijven leven?
Mijn doel om af te vallen en “het perfecte lichaam krijgen” veranderde in gezond, gelukkig en zorgeloos worden. Ik wilde weer genieten van het leven. Ik moest eten.
Oké, eten. Maar wat? Wat moet ik in godsnaam eten? Brood? Nee. Yoghurt? We hebben alleen maar volle yoghurt in huis. Shit. Een cracker? Ja, een cracker. Zal ik er wat boter op doen? Ik moet aankomen. Oké, een heel klein beetje dan. Ik weet nog hoe de Anorexia op dat moment tegen mij schreeuwde. Waar ben je nou mee bezig, Melissa? Al dat harde werk voor niks! Voor je het weet ben je weer terug bij af. Toch smeerde ik een minuscuul klein beetje boter op de cracker en nam vervolgens een hapje. Ik proefde de boter op mijn tong smelten. Het proefde zo goed, dat ik er van moest huilen. Die cracker met boter was het begin van iets goeds: genezing.
Genezen doe je niet zomaar. Het is een verschrikkelijk lange, zware weg. Het is gemakkelijk om terug te vallen in je oude, vertrouwde, eetgestoorde leventje maar met de goede hulp en mensen om je heen die je steunen, kom je een heel eind. Je moet het voor de rest echter wel zelf doen. Therapie stuurt je de juiste richting op, maar je moet zelf de Anorexia loslaten.
Ik begon met het bedenken van alle redenen waarom ik weer zou moeten beginnen met eten en genezen, en de redenen waarom ik niet zou moeten genezen.
Redenen waarom ik wél zou moeten genezen waren bijvoorbeeld: Ik wil later kinderen en als ik zo doorga, word ik onvruchtbaar. Ik wil later trouwen en als ik zo doorga, ziet geen man me staan. Ik wil een baan en als ik zo doorga, word ik nergens aangenomen. Als ik zo doorga, ga ik dood. Ik wil weer leuke dingen doen met vriendinnen. Als ik zo doorga, doe ik mijn familie alleen nog maar meer pijn. Als ik zo doorga, valt nog meer haar uit dan er al is uitgevallen (Ik word kaal! Dacht ik). En ga zo maar door.
Redenen om niet beter te worden waren bijvoorbeeld: Door de Anorexia heb ik een doel in mijn leven. Ik ben dik. Ik ben lelijk. Ik heb controle over iets en daardoor voel ik me fijn. Door de Anorexia voel ik me fijn.
Toen ik echter naar de redenen om niet beter te worden keek, zag ik dat ik eigenlijk gewoon tegen mezelf aan het liegen was. Anorexia is niet mijn doel van het leven. Ik ben helemaal niet zó dik en lelijk. Anorexia heeft controle over mij, niet andersom. Ik heb nergens controle over als ik zo doorga. Door Anorexia voel ik me misschien heel even fijn, maar dat is maar tijdelijk. Na een tijdje voel ik mij weer net zo rot. Genezen en Anorexia verslaan, werd al snel mijn nieuwe doel; ik wilde de controle over mezelf weer terug. Ik verliet het vieze studentenhuis en ging weer bij mijn ouders wonen. Het gevecht met mezelf begon nu echt.
In het begin vond ik het genezen ontzettend zwaar. De Anorexia en mijn eigen gezonde verstand waren constant in strijd met elkaar. De Anorexia wilde helemaal niet eten, maar ik wist dat ik dat moest doen om weer écht gelukkig te worden.
Eén van de dingen die mij tijdens het genezen altijd motiveerde, was om mensen te zien eten. Prachtige, vrolijke, gelukkige mensen die aten en er van genoten. En ja, deze prachtige, vrolijke, gelukkige mensen aten af en toe ook McDonalds, pizza’s en ijs. Ze herinnerden me aan mij van vroeger. Ik hield van voedsel en ik luisterde naar mijn lichaam.
Aan de andere kant vond ik het soms juist moeilijk om mensen te zien eten. Tijdens de lunch op school aten mijn klasgenoten bijvoorbeeld minder dan ik. Waarom mogen zij een kleine salade eten, terwijl ik vijf boterhammen moet eten? Dacht ik dan. Ik haatte dat!
Later leerde ik dat ik alleen maar delen van hun dag zag. Ik wist natuurlijk niet wat zij de hele dag door allemaal aten. Misschien hebben zij wel een heel pak koekjes nog vóór de lunch gegeten. Ik was degene die moest aankomen; zij niet. Het was moeilijk om dat echt te accepteren, maar ik ben er wel achter gekomen dat vergelijken je totaal niet helpt om beter te worden. Ik leef tenslotte voor mezelf. Daarbij komt ook dat ik brood gewoon veel lekkerder vind dan een salade als lunch.
Ook heeft Proud2Bme mij ontzettend gelopen tijdens het genezen. De blogs wisten mij keer op keer een beetje gerust te stellen en weer normaal te leren leven. Ik wil nu zelf ook mensen met een eetstoornis motiveren om weer goed voor zichzelf te gaan zorgen en dat probeer ik sinds kort via mijn Instagram account.
De Anorexia is niet alleen maar negatief geweest. Ze heeft me ook gemaakt wie ik nu ben. Ze was ooit een stukje van mij. Ik accepteer dat ik ziek was en ik accepteer mezelf nu weer. Ik voel me nu sterker, gelukkiger en gezonder dan ooit. Ik geniet nu nog meer van eten. Ik waardeer dingen nu veel meer dan ik deed.
Geef een reactie