Variaties in een aantal genen bepalen samen met omgevingsfactoren de kans op het ontstaan van anorexia nervosa. Dit zijn de eerste resultaten van een wereldwijd genetisch onderzoek bij bijna drieduizend patiënten met deze ziekte. De online publicatie is onlangs verschenen in het gerenommeerde tijdschrift Molecular Psychiatry.
Het is al langer bekend dat anorexia nervosa vaker binnen families voorkomt. Een groot consortium zocht daarom naar genetische risicofactoren. In Nederland zijn het Centrum Eetstoornissen Ursula van Rivierduinen, het Leids Universitair Medisch Centru (LUMC) en Altrecht Eetstoornissen Rintveld en het UMC Utrecht bij dit omvangrijke onderzoek betrokken.
Autisme en ADHD
Uit het onderzoek komt niet duidelijk één gen naar voren dat anorexia nervosa veroorzaakt. Zoals verwacht gaat het om een combinatie van variaties in vele genen waarbij het nog onduidelijk is welke genen echt belangrijk zijn voor het ontstaan van de ziekte en het beloop ervan.
Wel is duidelijk dat enkele van deze in totaal 76 gevonden genen een rol spelen bij het vormen van neurale netwerken en synapsen, en niet alleen gevonden worden bij anorexia, maar ook al eerder bij autisme en ADHD in beeld zijn gekomen. Vervolgonderzoek moet uitwijzen of en hoe deze genen een rol spelen bij anorexia.
Nieuwe therapieën vinden
“We denken dat dit nog maar het tipje van de ijsberg is. De volgende stap is DNA verzamelen van meer dan 25.000 patiënten met anorexia. Dat vraagt om wereldwijde samenwerking!”, aldus prof. Eric van Furth (LUMC). Prof. dr. Annemarie van Altrecht (UMC Utrecht) vult aan: “We hebben nu wel sleutels in handen waarmee we gericht verder onderzoek kunnen doen om te ontrafelen welke processen en risicofactoren essentieel zijn in het ontstaan van eetstoornissen. Begrip hiervan is essentieel om nieuwe therapieën te vinden voor deze ernstige psychiatrische stoornissen.”
Bron: Lumc.nl
Geef een reactie