Sinds ik mijn diagnose autisme heb gekregen, is er een proces van verwerking en acceptatie begonnen. Een periode van veranderingen en jezelf verder leren kennen en begrijpen. Een proces wat verheldering geeft en toch ook veel verwarring. Verwarring en chaos. Een proces dat eigenlijk al begon op het moment dat de vermoedens van autisme werden uitgesproken en de keuze om het diagnostiekproces in te gaan.
Dit zorgt bij mij voor chaos en onrust in mijn hoofd. Veel te verwerken en veel dat verandert. Met daarnaast de andere veranderingen door studie en andere dingen en het dagelijks leven dat doorgaat. Geen moment waarop de wereld even stil staat om te verwerken en te accepteren, geen tijd die je even stil kunt zetten en zelf bepaalt wanneer je er klaar voor bent om weer door te gaan. Nee, alles gaat gewoon door. Extra chaos en onrust dus in mijn hoofd. Met helaas ook momenten waarop deze chaos te groot werd, momenten met zelfbeschadiging. Voor mijn gevoel heeft het diagnostiekproces en het verwerken van de diagnose voor meer chaos en dus ook voor een aantal momenten met zelfbeschadiging gezorgd. Waarom doe ik mezelf dat nu aan? Waarom beschadig ik mezelf?
Ten eerste ben ik van mening dat zelfbeschadiging voor niemand een bewuste keuze is. Het is een manier om erger te voorkomen, een manier van zelfbescherming, een manier van omgaan met iets anders, een manier van overleven.
Zelfbeschadiging komt op verschillende manieren voor en kan verschillende functies hebben. In deze blog zal ik ingaan op hoe het voor mij is. Voor anderen kan dit op dezelfde of op een hele andere manier werken.
Hoe werkt zelfbeschadiging bij mij? In het afgelopen jaar heb ik veel geleerd over de functie van de zelfbeschadiging bij mij. Zodra ik teveel chaos en onrust in mijn hoofd krijg, krijg ik een punthoofd. Een punthoofd is een term die binnen het autisme wordt gebruikt. Hiermee wordt bedoeld, dat je overprikkeld raakt en je hoofd teveel puzzelstukjes te verwerken heeft. Hierdoor loopt je hoofd als het waren over. Bij mij kan deze chaos bijvoorbeeld ontstaan door te veel prikkels (geluiden, licht, aanraking, drukke plekken), te veel activiteiten in korte tijd, te veel verwachtingen van mezelf of anderen, veranderingen, nieuwe dingen, onduidelijkheid, sociale situaties die lastig zijn en onverwachte situaties. Ook het hebben van te weinig schakeltijd en puzzeltijd kan voor een escalatie in mijn hoofd zorgen. Om met deze chaos om te gaan, heb ik behoefte aan houvast en structuur. Mijn eetstoornis en mijn regels geven dit bijvoorbeeld. Toch zijn er momenten dat de chaos zo groot wordt, dat ik de controle verlies.
Op het moment dat ik die controle verlies, weet ik heel goed wat er gebeurt en kan ik dit achteraf ook herinneren en na vertellen. Echter ben ik op die momenten niet in staat om mijn gedrag te sturen en zelf te bepalen wat ik doe. Het is alsof ik van boven af toekijk naar mezelf en zie wat er gebeurt, maar niet kan ingrijpen. Eigenlijk een soort van dissociatie. Tijdens die momenten van zelfbeschadiging krijg ik rust in mijn hoofd. Door de fysieke pijn neemt de chaos in mijn hoofd af. Zodra deze chaos voldoende is afgenomen, stopt de zelfbeschadiging en heb ik weer de controle over wat ik doe. Ik vind het best lastig om dit goed uit te leggen en hoop dat het duidelijk is. In elk geval zorgt de zelfbeschadiging bij mij door de fysieke pijn voor vermindering van de chaos in mijn hoofd. Een copingsmechanisme dat ik al heel mijn leven gebruik.
Hoe is het nou om met zelfbeschadiging te leven, te leven met de littekens die het veroorzaakt? Weet je, die littekens zijn het probleem niet. Dat ene litteken meer of minder, dat maakt niet uit. Natuurlijk doen de littekens pijn, is het lastig om deze littekens te hebben. En ja, het is iedere zomer weer lastig om voor het eerst met korte mouwen naar buiten te gaan. Ja, het is iedere keer weer wennen en slikken om je littekens te laten zien. Maar weet je wat veel meer pijn doet? Weet je wat veel beangstigender is? Het verhaal achter de littekens, de reden waarom. Ieder litteken staat voor een moment dat er enorme chaos was. Ieder litteken staat voor een vreselijk moment dat eraan vooraf gaat. Dat is wat pijn doet. Dat is wat beangstigend is.
Dat is waar ik zo enorm bang voor ben, iedere dag weer. Dat is wat de littekens mij vertellen en waarom het soms zo lastig is om mijn littekens te zien. De pijn en angst voor chaos in mijn hoofd. Angst voor zoveel chaos en dat niets helpt om die chaos te stoppen. Angst voor het verliezen van de controle. Zoveel angst de enorme oorlog in je hoofd. Een chaos die anderen niet snappen, die anderen niet zien. Chaos die alleen jij hebt, die je te laat opmerkt om er nog iets mee te kunnen doen. Angst ook voor de eenzaamheid in die chaos. Het niet weten hoe je jezelf of hoe anderen je hierin kunnen helpen. Angst omdat je niet weet wat je op dat moment nodig hebt, laat staan dit te kunnen aangeven. Dat is de pijn van de littekens. Dat is voor mij de pijn van zelfbeschadiging, die enorme angst voor die chaos.
Met mijn therapeut heb ik het regelmatig gehad over mijn zelfbeschadiging en vooral ook de angst ervoor. Mijn therapeut heeft mij hier een belangrijk inzicht over gegeven. Ik hoef niet boos of teleurgesteld te zijn op mezelf, omdat ik mezelf heb beschadigd. Ik hoef mezelf niet te beschuldigen. De zelfbeschadiging, daarvoor kies ik niet. Het is een manier van overleven. Ieder litteken en ieder moment van zelfbeschadiging geeft een moment weer dat heftig voor mij was, een moment waarop ik de zelfbeschadiging schijnbaar nodig had om te kunnen overleven. Een inzicht dat voor mij erg belangrijk is geweest. Sinds ik dit besef, merk ik dat ik milder naar mezelf ben als ik mezelf heb beschadigd. Dat ik het beter kan accepteren dat ik mezelf heb beschadigd. Niet dat ik het goed vind, maar dat ik weet dat ik het niet meer kan veranderen wat er is gebeurt en dat accepteer.
Het zal altijd lastig blijven. Het zal ieder jaar weer opnieuw, lastig zijn als het warmer weer wordt. Zo ook nu. Ik merk dat de eerste keren met korte mouwen lastig zijn en blijven. Het inzicht van mijn therapeut maakt het iets makkelijker om mild te zijn naar mezelf. De angst voor de zelfbeschadiging blijft. Toch is er ook de hoop dat met het beter leren omgaan met mezelf, mede door het begrijpen van mezelf door de diagnose autisme, deze angst niet nodig is. Dat de zelfbeschadiging minder nodig is, dat er manieren komen om de chaos te voorkomen.
Afsluiten wil ik met een mooie tekst die een vriendin mij stuurde…
“None of your scars can make me love you less”.
Geef een reactie