Autonomie, authenticiteit en eetstoornissen

Vanaf mijn elfde had ik anorexia. Pas sinds een paar jaar heb ik echt leren begrijpen wat erachter zat. Ik kreeg vaak te horen dat mijn eetstoornis voortkwam uit een gestagneerde autonomieontwikkeling, maar daar werd verder weinig op ingegaan. Wat betekende dat eigenlijk? Waarom had ik het gevoel dat ik zo weinig zeggenschap had over mijn eigen leven? Dit besef kwam pas veel later, mede doordat ik mijn bachelorscriptie schreef over het belang en de vormgeving van autonomie in de eetstoorniszorg. Tijdens dit onderzoek ontdekte ik hoe nauw autonomie verweven is met eetstoornissen en hoe een gebrek hieraan een eetstoornis in stand houdt. 

Autonomie is niet hetzelfde als onafhankelijkheid. Het is niet per se het kunnen zeggen “ik doe het zelf” of “ik heb niemand nodig”. Voor mij gaat autonomie over een diepgeworteld gevoel dat je je eigen leven mag leiden, dat je je eigen stem mag laten horen en je je eigen keuzes mag maken – zelfs of juist in verbinding met anderen. Juist dat laatste aspect, de relatie tussen autonomie en verbondenheid, bleek in mijn herstel een van de grootste uitdagingen en een van de meest waardevolle inzichten. 

Hoe autonomie zich ontwikkelt en hoe het beschadigd kan raken 

Mijn systeemtherapeut sprak over autonomie in de zin van eigenheid en hoe deze eigenheid al vroeg in mijn leven was onderdrukt. Sommige mensen ontwikkelen een eetstoornis omdat ze van jongs af aan het gevoel hebben dat hun gevoelens, gedachten en waarnemingen niet erkend worden. Dit kan komen door pesten, onzichtbaarheid in het gezin, of zelfs doordat ze simpelweg te gevoelig of te intelligent waren voor hun omgeving. Ze zagen dingen die niet klopten, maar kregen keer op de keer de boodschap dat ze zich er niet mee moesten bemoeien. Langzaam maar zeker raakten ze vervreemd van hun eigen belevingswereld. 

Als je opgroeit in een omgeving waarin je niet echt gezien wordt, leer je dat het veiliger is om je aan te passen. Je ontwikkelt een strategie waarin je je behoeften en gevoelens onderdrukt om frictie te vermijden. Maar dat onderdrukken heeft een prijs: je raakt steeds verder verwijderd van jezelf. Dit kan ervoor zorgen dat je uiteindelijk een eetstoornis ontwikkelt om toch een vorm van autonomie of identiteit te ervaren. 

Anorexia als schijn-autonomie 

Dit was bij mij ook het geval. Zoals mijn systeemtherapeut uitlegde, gaat er bij veel cliënten een soort van ‘fuck you’-gevoel vooraf aan de eetstoornis. Het is een reactie op een gevoel van onzichtbaarheid, een gevoel dat er veel van je is afgepakt (je vrijheid, je keuzes, je identiteit), maar de eetstoornis pakken ze niet meer van je af. Er zit een soort van rebellie in anorexia: voor het eerst lijken we zelf te bepalen, zelfs als dat via destructieve maatregelen gebeurt. De eetstoornis dwingt de omgeving zich aan te passen aan de rigide regels die wij stellen. Dat geeft een gevoel van autonomie en macht die eerder ontbrak. Maar de paradox is dat deze autonomie schijn is. De keuzes die we denken te maken, worden niet gedreven door onze ware zelf, maar door de stem van de eetstoornis. 

Wat ik me pas veel later realiseerde, is dat mijn eetstoornis een functie had. Het was een manier om gevoelens van onveiligheid om mezelf te zijn en onmacht te maskeren. Door extreme controle te houden over mijn eten en mijn lichaam, hoefde ik niet stil te staan bij de onderliggende leegte. Pas toen ik in therapie begon te werken aan mijn eigenheid, mijn behoeften en mijn wensen, begon ik te begrijpen waarom ik zo vastzat in de anorexia. 

Autonomie, authenticiteit en eetstoornissen 

Autonomie en authenticiteit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wanneer iemand langdurig zijn of haar eigen behoeften onderdrukt, vaak door aanpassing aan verwachtingen van anderen, kan dit leiden tot een verlies van eigenheid. Voor veel mensen met een eetstoornis is dit een herkenbaar patroon. We leren onbewust dat we moeten voldoen aan bepaalde standaarden om veiligheid en acceptatie te ervaren. Hierdoor verliezen we het contact met onze eigen verlangens en behoeften. 

Mijn systeemtherapeut heeft mij geleerd dat autonomie niet betekent dat je alles alleen moet doen, maar juist dat je mag leren hoe je in verbinding met anderen toch trouw blijft aan jezelf. Dit was voor mij een moeilijke les, verbinding voelde namelijk een lange tijd onveilig. Mijn eetstoornis gaf me controle en ik hoefde me niet te verbinden op een manier die risico’s met zich meebracht. Aan de andere kant beschadigt een eetstoornis niet alleen je lichaam, maar ontregelt het ook je zenuwstelsel, waardoor je constant in een staat van angst en onveiligheid verkeert. Het lijkt op korte termijn te reguleren, maar werkt uiteindelijk alleen maar ontregelend. Echte autonomie betekende dat ik mijn eigenheid mocht behouden, ook in relaties met anderen. Dit betekende dat ik leerde omgaan met de spanning tussen mezelf zijn en de angst om afgewezen te worden. 

Mijn weg naar autonomie 

Tijdens therapie werd mij vaak gevraagd: “Wat wil jíj?” Deze vraag was confronterend, want ik wist het simpelweg niet meer. Omdat ik de eetstoornis al zolang had, wist ik ook niet meer wat ik nou echt wilde en wat voortkwam uit de eetstoornis. Het voelde nieuw om opnieuw te ontdekken waar mijn echte verlangens lagen, maar stukje bij beetje begon ik te experimenteren met kleine keuzes. Wat wil ik eten? Waar heb ik vandaag behoefte aan? Wil ik die afspraak maken, of voel ik me daar eigenlijk niet prettig bij? 

Door deze kleine keuzes bewust te maken, begon ik mijn eigen stem terug te vinden. Voor mij is autonomie de moed om steeds weer te kiezen voor wat bij mij past, ondanks de angst of weerstand die dat soms oproept. Een grote stap in mijn herstel was toen ik op mezelf ging wonen. Voor het eerst had ik de ruimte om mijn autonomie echt te ontwikkelen, los van de verwachtingen en dynamieken van de omgeving waarin ik ben opgegroeid. Ik kwam in contact met het leven dat ík wilde leiden, en ontdekte gaandeweg wat voor mij belangrijk was – in relaties, in voeding, in routines, enzovoorts. Wat ik ook ontdekte, is dat autonomie en verbondenheid geen tegenpolen zijn. Ik kon zelfstandig zijn en toch steun ontvangen. Nu merk ik dat deze balans me niet alleen sterker in mijn autonomie zet, maar ook mijn relaties verdiept. Doordat ik mijzelf durf te zijn, heb ik veel voedende relaties opgebouwd met mensen die mij waarderen zoals ik ben. Dit heeft mijn zelfbeeld versterkt wat mij weer meer moed geeft om op mijn eigen intuïtie te vertrouwen. Bovendien zijn deze oprechte relaties een belangrijk fundament geworden om mijn herstel blijvend te ondersteunen. 

Drie inzichten over autonomie in herstel 

  1. Wees trouw aan jezelf in verbinding met anderen. Zoek steun, maar blijf ook trouw aan je eigen keuzes. Begin met kleine stappen waarin je jezelf onderdrukt, bijvoorbeeld in relaties of gesprekken. 
  1. Oefen met het herkennen van je eigen behoeften. Vraag jezelf meerdere keren per dag wat je nodig hebt. Begin met simpele keuzes zoals wat je wilt eten of hoe je je voelt. Het heeft mij ook erg geholpen in een journal te schrijven over wat er in mij omgaat. 
  1. Kies vrijheid in plaats van controle. Geef jezelf de ruimte om te kiezen zonder angst, zelfs als het ongemakkelijk voelt. Het is een oefening in flexibiliteit en na verloop van tijd wordt het makkelijker. 

Autonomie is voor mij een van de meest bevrijdende aspecten van herstel. Het is geen eindbestemming, maar een proces van ontdekken, uitproberen en groeien. Het is de reis terug naar jezelf. 

Liefs, Anna 


Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en diëtisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.

Gastauteur

Geschreven door Gastauteur

Deze blog is geschreven door een gastauteur Je bent altijd welkom om een gastblog in te sturen. Meer informatie lees je op deze pagina

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *