Mijn diagnose Borderline Persoonlijkheidsstoornis zorgde ervoor dat alles op zijn plek viel. Ik was niet gek, ik kon er niets aan doen. Alles wat altijd zo heftig voelde en wat ik nooit kon verklaren, kwam ergens vandaan. Het beantwoordde veel van mijn vragen, maar het nam nooit mijn angsten weg. De angst om voor altijd verstrikt te zijn in die wirwar van emoties. De angst om nooit echt mijzelf te kunnen zijn.
Hoewel de diagnose mij erg veel duidelijkheid gaf, heeft het mij ook vaak onzeker gemaakt. Aan de ene kant had het een naam, niet per se een fijne naam, maar het was wel prettig dat mijn gedrag ergens vandaan kwam. Ik werd dus niet gek. Het was iets waar ik niets aan kon doen en het kon die ellendige gedachtes en heftige gevoelens verklaren. Nu kon ik er echt iets mee. Ik kon nu gerichte therapie krijgen, die na mijn eetstoornis behandeling nu veel dieper op mijn persoonlijkheidsproblematiek in kon gaan.
Thuis begon ik met artikelen lezen en documentaires kijken. Alles wat ik erover kon vinden heb ik minstens vijf keer bekeken. Alsof ik met al die kennis, al die verhalen van anderen, steeds een beetje dichter bij mijzelf probeerde te komen. Ik wilde alles begrijpen, zodat ik misschien uiteindelijk mijzelf zou kunnen begrijpen. Alles wat eerst een wazige chaos was, kon ik nu verklaren en die herkenning zorgde voor wat meer rust. Er was natuurlijk wel iets aan de hand en in het begin vond ik dat vooral heel eng, maar gaandeweg maakte die diagnose juist heel veel duidelijk en kon ik mijn gedrag daardoor beter relativeren. Ik kreeg het nog onmogelijk veranderd, maar relativeren kon ik het wel.
Aan de andere kant maakte het ook veel onzekerheid bij mij los. Ik had ook wel meegekregen dat ‘borderliners’ er nogal een slechte reputatie op na hielden. Ik kon mij eerst totaal niet herkennen in de vooroordelen die ik van deze stoornis kende. Ik wilde niet zo zijn, maar blijkbaar was ik wel zo. Die diagnose maakte zelfs dat ik hier voor altijd aan vast zou zitten. Ik wilde dit niet hebben en ik wilde dit niet zijn. Ik wilde zo graag juist mijzelf zijn of kunnen worden. Een persoonlijkheidsstoornis leek daarbij vooral in de weg te zitten. Hoe kon ik mijzelf worden als mijn persoonlijkheidsstoornis als een soort van gevangenis van symptomen om mij heen zou blijven?
Hoewel het veel voor mij verklaarde en mijn heftige gedrag dus niet uit de lucht kwam vallen, zette het voor mijn gevoel ook mijn hele persoonlijkheid op losse schroeven. Veel van wat ik dacht en wat ik voelde had nu een duidelijke herkomst, maar het vertroebelde ook de grens tussen mij en de borderline. Welk deel is nog echt van mij en welk deel kan ik niet meer vertrouwen?
Alles wat erbij komt kijken; de intense emoties, de impulsieve acties, het destructieve gedrag, het hoorde er allemaal bij. Toen de eerste schrik van de diagnose eraf was kwam ook het besef dat die symptomen misschien wel gewoon part of the deal zijn. Het hoort er nou eenmaal bij en misschien moest ik hier gewoon mee leren leven. Dat maakte het soms des te moeilijk om dit te bespreken. Ik wist tenslotte waar mijn gedrag vandaan kwam, dus waarom zou ik nog om hulp vragen, de oorzaak zit per slot van rekening in mijzelf.
Het zorgde voor een gevoel van uitzichtloosheid. Ik zit hier aan vast en er is niets meer wat ik eraan kan doen. Dit ben ik nu. Die gedachte maakte mij ongelofelijk onzeker. Ik wilde niet dat die nare en heftige reacties die ik soms kon hebben, mij zouden definiëren. Zien mensen mij om wie ik ben of zien zij de borderliner die zichzelf in de meest ongemakkelijke bochten probeert te wringen. Veel van mijn gedachtes en gevoelens durfde ik niet meer vertrouwen.
Hoe blijf ik mijzelf in deze persoonlijkheidsstoornis die als een gevangenis voelt? Het startschot voor de strijd tussen mijn gezonde gedachten en borderline gedachten was gegeven. In het begin was dit echt een chaos van emoties en kon ik moeilijk achterhalen waar een reactie vandaan kwam. Kwamen die boosheid en dat verdriet uit mijzelf? Of kwam het vanuit de borderline en moest ik er misschien niet naar luisteren? Dit maakte mij onzeker en zorgde er soms voor dat ik nog negatiever over mijzelf dacht. Als ik deels een stoornis ben, dan ben ik niets volwaardigs, dacht ik.
Wat ik leerde was dat ik mijn fijne, leuke eigenschappen niet in twijfel hoefde te trekken. Hoe verwikkeld die stoornis ook met mijn eigen karakter kan zijn, ik ben niet mijn diagnose. Ik ben niet mijn stoornis. Dat leerde ik in therapie, maar ook doordat er simpelweg veel tijd overheen ging. De tijd die nodig was om mijzelf te worden en mijzelf echt te leren kennen, was blijkbaar ook de tijd die ik nodig had om de borderline los van mijzelf te kunnen zien.
Op een gegeven moment had ik wel door hoe ik wél wilde zijn. Ik had een duidelijk beeld van hoe ik het liefst met die heftige emoties om wilde gaan en zag daar gelukkig ook goede voorbeelden van in mijn omgeving. Daarmee kon ik het natuurlijk niet meteen veranderen. Ik heb mijzelf vaak huilend en krijsend op de grond teruggevonden, omdat het te veel werd. Ik verloor mijzelf vaak totaal in een poging de bevestiging te krijgen die ik zocht. Het lukte echt niet meteen.
Telkens als het dan weer gezakt was en ik weer tot mijzelf gekomen was, probeerde ik mijzelf juist op een lieve manier toe te spreken. In plaats van boos en gefrustreerd te worden op mijzelf, hielp het mij juist om te bedenken hoe ik het de volgende keer anders aan zou willen pakken. Misschien door eerder in te grijpen en de emoties niet zo hoog op te laten lopen. Of door eerder aan de bel te trekken als ik merk dat mijn hoofd overuren draait, alles bedacht ik wat mij de volgende keer zou kunnen helpen.
Door mijzelf te visualiseren hoe ik het wél wilde doen, zag ik dat telkens als een doel om naartoe te werken. Elke uitbarsting en elke instorting was nu een leermoment, want de volgende keer zou ik het vast weer ietsje beter kunnen. Dat neemt niet weg dat die leermomenten soms vreselijk moeilijk waren, maar juist daarom moest het ergens voor dienen. Het mocht niet voor niets zijn geweest. Op het laatst zag ik alles als één grote oefening voor het leven waarin ik wél goed met emoties om zou kunnen gaan.
Dit klinkt natuurlijk als een utopie, gewoon visualiseren hoe je wilt zijn en daar dan naartoe werken. Ik weet ook dat het niet zo simpel is en je daar niet binnen een paar weken komt. Nog steeds wring ik mij soms in allerlei bochten, omdat mijn onzekerheid schreeuwt om aandacht en ik alle emoties soms maar moeilijk in goede banen kan leiden. Het is veel oefenen en dat is soms moeilijk en ontzettend verdrietig.
Waar ik wel in geloof, is dat je echt heel goed met de symptomen van borderline kunt leren omgaan. Mij heeft het geholpen om dat wat ik juist leuk vond aan mijzelf proberen te ontwikkelen en dat waar ik last van had proberen los daarvan te zien. Alles wat mij beperkte moest voor mijn gevoel bij mijn stoornis vandaan komen, dus dat moest op de één of andere manier te veranderen zijn. Is het niet morgen, dan misschien over een paar jaar. Ik hoef nog niet alles te kunnen, ik heb nog alle tijd om te groeien. Juist omdat je er niets aan kunt doen, is het belangrijk om die tijd te nemen om te oefenen. Om echt de persoon te worden die je wilt zijn, met of zonder stoornis.
Wat betekent jouw diagnose voor jou?
Geef een reactie