Als je gaat studeren, is de kans groot dat je uiteindelijk ook op kamers gaat. Soms is het vanwege de afstand, maar vaak is het ook gewoon leuk om op kamers te gaan en ben je er echt aan toe. Op kamers gaan kan best wel spannend zijn. Je gaat ergens alleen wonen zonder je ouders in een stad die je waarschijnlijk niet zo goed kent. Opeens ben jij degene die bepaalt hoe laat je thuis moet zijn, hoe laat je op moet staan en hoe laat en wat je gaat eten. Als je een eetstoornis hebt of hebt gehad, kan dit best wel lastig zijn.
Toen ik zelf op kamers ging, ging het al een tijdje goed met me. Ik had geen eetstoornis meer, maar ik vond het wel super spannend toen ik op mezelf ging wonen. Tijdens mijn eetstoornis wilde ik namelijk niets liever dan op mezelf wonen, omdat ik dan tenminste ongestoord mijn gang kon gaan. Ik zou nooit meer hoeven eten of juist de hele dag eetbuien houden en overgeven. Er zou dan niemand zijn die op me zou letten. Die vrijheid leek me tijdens mijn eetstoornis heerlijk.
Achteraf ben ik maar al te blij dat ik toen te jong was om op kamers te gaan. Ik denk namelijk dat het mijn ondergang zou zijn geweest. Toch voelde het gek om op kamers te gaan, omdat die vrijheid dus vroeger mijn verlangen was. Toen ik op kamers ging, was dat gelukkig allang niet meer mijn verlangen, maar toch dacht ik daar wel over na.
Als je op kamers gaat, betekent dat dus dat je zelf boodschappen moet gaan halen en zelf moet gaan koken. Van leeftijdsgenootjes hoorde ik enthousiaste verhalen over dat ze elke dag friet zouden gaan eten, nooit meer vieze groentes hoefden te eten en zouden gaan ontbijten met worstenbroodjes. Het leek me heerlijk om zelf te kunnen bepalen wat je zou gaan eten. Van andere mensen hoorde ik echter weer dat studenten een paar kilo’s aankomen als zij op zichzelf gaan wonen. Dat maakte me dan weer bang.
Ik wilde geen kilo’s aankomen door op mezelf te gaan wonen. Ik wist heel goed wat wel en niet gezond eten was en ik had thuis ook echt wel een balans daartussen gevonden, maar toen ik op mezelf ging wonen, ben ik toch behoorlijk gaan twijfelen aan mezelf. Maakte ik wel de juiste keuzes? Zou ik daar geen kilo’s van aankomen?
Thuis aten we doordeweeks nooit chips, maar met huisgenootjes at ik doordeweeks opeens wel chips. Zou dat heel erg zijn? Ik at ook vaker pasta’s dan dat ik bij mijn ouders deed. Zou ik daar geen kilo’s van aankomen? Hoeveel lekkere dingen moest ik voor mezelf in huis halen? Thuis hadden we altijd een hele kast vol, maar ik vertrouwde mezelf opeens niet helemaal meer. Ik was bang dat ik een eetbui zou krijgen als ik te veel lekkere dingen in huis had en dat wilde ik ook weer niet. Helemaal geen lekkere dingen in huis halen, voelde echter ook niet goed, want lekkere dingen horen erbij en zijn ook gewoon normaal. Ik wilde het zo graag goed doen.
Toen ik net op mezelf ging wonen, heb ik me best alleen gevoeld. Gelukkig had ik huisgenootjes en ik vond het belangrijk om in hen te investeren, zodat ik me minder alleen zou gaan voelen. Het klikte gelukkig goed tussen ons en we deden veel dingen samen. Zo probeerden we ook bijna elke dag samen te eten. Dit vond ik gezellig, maar ook hier kon ik me zorgen over maken. Ik wilde graag ‘gewoon meedoen’ met wat mijn huisgenootjes wilden eten, maar soms vond ik dat best spannend. Voor mijn gevoel at ik dat een paar dagen achter elkaar opeens ‘ongezond’ en dat was ik niet gewend van thuis. Toch wilde ik graag met ze meedoen en niet zo’n zeurpiet zijn dus deed ik het wel gewoon. Vooral de eerste paar weken heb ik me best vaak schuldig gevoeld na het eten.
Als student is de kans ook groot dat je wat vaker op stap gaat. Bij mij was dat in ieder geval wel het geval. Opeens ging ik af en toe ook doordeweeks stappen in plaats van alleen maar in het weekend. Hartstikke leuk en gezellig, maar zou ik niet enorm aankomen van al die calorieën die ik extra binnenkreeg door de alcohol? Na het stappen at ik ook altijd nog ergens een vette hap. Dit vond ik aan het begin ook erg lastig, omdat ik bang was dat ik daar ook extra van zou aankomen.
De strijd was best lastig, want ik wilde zo graag lekker meedoen met mijn vrienden en ook de ‘normale’ student zijn, maar die angsten stonden af en toe flink in de weg. Toch ben ik vol door die angsten heengegaan en heb ik mijn best gedaan om me zo ‘normaal’ mogelijk te voelen. Het resultaat: géén extra kilo’s, wél een superleuke studententijd.
Die angst voor studentenkilo’s was bij mij dus onterecht. Er zijn echt wel studenten die aankomen als ze op zichzelf gaan wonen, maar lang niet iedereen. Ik vond uiteindelijk zelf een balans tussen gezond en ongezond eten en kon daarin juiste keuzes voor mezelf maken. Soms at ik lekker ongezond en soms at ik weer gezond. Ik was ook gewoon druk met mijn studie en had daarom ook geen tijd om vijf dagen per week te gaan stappen. Van af en toe een keer extra stappen, kom je geen kilo’s aan.
De studententijd is een tijd waarvan je moet genieten. Je gaat jezelf ontdekken, hebt de vrijheid om te gaan en staan waar je wilt, draagt nog niet alle verantwoordelijkheid en je leert echt volwassen worden. Voor je het weet, heb je een baan en is het gedaan met de vrijheid uit je studententijd. Probeer er dus het beste van te maken en je niet al te druk te maken over eten en kilo’s. Het komt echt wel goed met je!
Geef een reactie