Toen ik een aantal jaar geleden op kamers woonde, hadden ik en mijn huisgenoten het briljante idee om te gaan hardlopen. We downloadden een app en gingen vanaf dat moment een aantal keer per week aan de slag. In het begin ging ik na één minuut rennen al bijna dood, maar na een tijdje rende ik met gemak een paar minuten achter elkaar. Voor een ander stelt het misschien niks voor, ik was er ontzettend trots op. Mijn huisgenoten haakten na een tijdje af, maar ik bleef volhouden. Met mijn collega’s sprak ik namelijk af om mee te doen aan de Color Run en ik wilde zeker weten dat ik die paar kilometer zou kunnen rennen.
Toen de Color Run voorbij was, lukte het me echter niet om het hardlopen vol te houden. Hoewel ik na het rennen altijd heel blij en trots was dat ik het weer gedaan was, zag ik er altijd als een berg tegenop om het opnieuw te gaan doen. Na die tijd deed ik het nog wel een aantal keer en toen ik eenmaal in mijn eigen huis in een andere woonplaats ging wonen, heb ik ook verschillende malen geprobeerd het weer op te pakken. Toch stopte ik na een tijdje weer omdat ik er telkens zo tegenop zag.
Ik denk dat hier verschillende redenen voor waren, die vooral te maken hadden met mijn mentaliteit. Als ik iets doe, dan wil ik het direct heel goed doen. Ik vond het dan ook lastig dat ik met hardlopen het rustig op moest bouwen. Ik vond het lang duren sloom gaan. Ik wilde het liefst binnen een paar weken een marathon kunnen rennen. Ook heb ik nog nooit echt die zogenaamde runnershigh ervaren waar sommige mensen weleens over praten. Tijdens het rennen dacht ik vooral: ”mag ik al lopen, hoe lang nog? Waarom word ik ingehaald door iemand die ouder is? Ik ben moe, ik heb het warm, ik heb het koud, ik zweet, ga ik wel hard genoeg? Ik ben pijn in mijn buik” en al dat soort gedachten. Zoals je kunt lezen waren dat echt geweldige gedachten om lekker ontspannen te kunnen rennen ;).
Ook rende ik met een app waarop altijd stond hoeveel je rende, hoe snel en hoeveel je had verbrand. Ik vond dat vervelend omdat ik soms weleens zag dat ik een keer wat langzamer had gerend. Ik wilde altijd maar meer en sneller en maakte overal een soort wedstrijd van. Dat is een beetje de aard van het beestje. Hardlopen deed ik dus niet echt voor mijn plezier en het is dan ook logisch dat ik na een tijdje afgehaakt ben.
Toch bleef het iedere keer weer kriebelen. Ik wilde me graag fit voelen en wist dat ik energie zou krijgen van het hardlopen en daarom ben ik er toch weer mee begonnen. Dit keer wilde ik het echter wel anders aanpakken: hardlopen op een leuke en normale manier zodat ik het ook vol zou houden. In deze blog deel ik graag een aantal tips over hoe ik dit heb aangepakt.
1. Plannen
Als eerste heeft het mij erg geholpen om te plannen wanneer ik ga hardlopen. Als ik tegen mezelf zeg dat ik bijvoorbeeld drie keer per week ga hardlopen, dan is het te vaag en komt het er vaak niet van. Dan blijf je het maar uitstellen omdat je in theorie ook nog op vrijdag, zaterdag en zondag hard zou kunnen lopen en uiteindelijk doe je helemaal niet. Het is duidelijk als je van tevoren al weet hebt wanneer je precies gaat hardlopen en dan ga je het ook sneller daadwerkelijk doen.
2. Goede uitrusting
Als je gaat rennen op schoenen waar je vroeger nog een soort van piepjestest op hebt gedaan in afgelegen gymzaal, dan heb je sneller kans op blessures. Ook ren je niet lekker als je een warme trui aan hebt of juist een te koud shirtje. Een goede sportuitrusting is dus wel belangrijk. Dit hoeft niet direct heel veel te kosten. Als je net begint met hardlopen, dan zou ik niet direct de duurste spullen kopen. Het zou zonde zijn als je door de tijd heen merkt dat hardlopen toch niets voor jou is en je dan met al die spullen zit, maar bij bijvoorbeeld de HEMA of H&M hebben ze ook al wat eenvoudige kleding om lekker in hard te lopen.
3. Samen
Inmiddels doe ik dit niet meer, maar toen ik nog met mijn huisgenoten rende, merkte ik wel dat dit mij enorm motiveerde. Met een ander afspreken om hard te lopen geeft natuurlijk een bepaalde sociale druk. Je zult een stuk sneller gaan en veel minder snel afzeggen. Als je dat nodig hebt, kan het helpen om met iemand af te spreken of om je aan te sluiten bij een hardloopgroep in jouw woonplaats. Met elkaar rennen is daarnaast ook gezelliger dan rennen in je eentje.
4. Stel realistische doelen
Als je nog nooit hebt hardgelopen, dan kun je niet van jezelf verwachten dat je ineens vijf keer per week gaat hardlopen en binnen een paar weken tien kilometer kunt rennen. Dit is nu eenmaal niet realistisch. Om het hardlopen vol te kunnen houden, moet je doelen stellen die haalbaar zijn. Zo zou ik graag vaker willen hardlopen, maar weet ik eigenlijk dat dit nu niet echt haalbaar is omdat ik het wat druk heb met andere bezigheden. Ik ga mezelf teleurstellen en balen als ik doelen stel die ik niet na kan komen. Daardoor is mijn doel nu om iets minder vaak hard te lopen, maar dit doel bereik ik tenminste wel waardoor ik toch trots op mezelf kan zijn.
5. Niet vergelijken
Dit is misschien wel het meest lastige punt. Hardlopen is tegenwoordig ontzettend populair. Als je aan het rennen bent zul je andere renners tegenkomen en als je niet rent dan zie je wel updates van mensen die geweldige tijden hebben neergezet of voor de zoveelste keer naar een hardloopwedstrijd zijn geweest. Als ik word ingehaald door iemand die ouder is dan ik of zie dat iemand 15 kilometer hard heeft gelopen terwijl ik op de bank lig, dan moet ik mezelf ook even toespreken dat dit niets over mij zegt.
Gek genoeg hebben we altijd de neiging om een prestatie van de ander te vergelijken met onszelf. Aan de andere kant vergelijk ik mezelf ook niet met mensen die op de bank liggen als ik net weer een rondje aan het rennen ben. Richt je op je eigen doelen en op wat jij wil bereiken. Dat heeft niets met een ander te maken.
Geef een reactie