Als je ziek bent, is niets echt lekker. Toch moet je eten. Ik probeer altijd even goed te luisteren naar waar ik echt trek in heb. Meestal is dat wit brood, yoghurt drink, fruit en er gaat ook altijd wel een soepje in. Mijn moeder maakte laatst ook zo’n soepje en ik zal het receptje hier onder met jullie delen. Het is gemakkelijk zelf te maken en je kunt er van alles in ‘gooien’. Deze opkikker is heel lekker als je bijvoorbeeld een beetje grieperig of snotterig bent.
Wat heb je nodig?
Naast de onderstaande ingrediënten heb je ook een pan, snijplank, mes, gastel (en het liefst en peteroliumstelletje) nodig.
Hoe maak je het?
Doe de kip in een grote pan die je hebt gevuld met 1,5 liter water en breng dit aan de kook. Spoelde groenen intussen af onder de kraan. Je hoeft het niet te schillen. Snij de ui met de schil in kwarten, de winterpeen in dikke plakken en de prei in grove stukken. Schep het grijze schuim uit de pan met een schuimspaan of zeef. Doe nu alle groenten in de pan en ook de laurierblaadjes en het bosje peterselie. Voeg ook het zout en de peperkorrels toe.
Zet de pan op het aller kleinste pitje of op een peteroleumstelletje. Laat dit ongeveer twee tot drie uur trekken. Er mag af en toe een blub te zien zijn, maar de soep mag niet borrelend koken. Giet na het trekken de bouillon af door een zeef boven een schone pan. Als je hard duwt op de groenterestjes in de zeef wordt de bouillon troebel. Wil je de bouillon bewaren, dan moet je het snel af laten koelen. Bijvoorbeeld door het even buiten te zetten.
En nu kun je lekker een kopje nemen. Beterschap!
Geef een reactie