Alsof het op zichzelf al niet vervelend genoeg is om een eetstoornis te hebben, bracht het hebben van boulimia voor mij ook een hoop schuldgevoelens met zich mee. Ik voelde me schuldig omdat ik me een zwakkeling voelde, omdat ik zo veel loog tegen mijn omgeving en mijn herstel niet ging zoals ik hoopte. Ik voelde me ook schuldig omdat ik zo veel voedsel door de wc spoelde. Niet alleen een verspilling van mijn lijf en leven, maar ook van het voedsel.
Naast mijn school en studie heb ik eigenlijk altijd wel bijbaantjes gehad. Een tijdje heb ik niet gewerkt of gestudeerd, omdat mijn eetstoornis en behandeling het niet toelieten, maar ik heb een hoop van de tijd dat ik een eetstoornis had wel gewerkt. De bijbaantjes die ik had waren of als vakkenvuller bij een supermarkt of in de horeca. Daar kon ik goed zien hoeveel voedsel er eigenlijk weg werd gegooid achter de schermen. Dat terwijl je het vaak nog prima zou kunnen eten of gewoon door een domme fout. Ik vond dat best heftig, maar tegelijkertijd bekroop mij een onaangenaam gevoel, want waar was ik zelf eigenlijk mee bezig? Wie was ik om hierover te oordelen? Ik had namelijk boulimia.
Een eetstoornis waarbij ik enorme eetbuien had die ik vervolgens weer uitbraakte. Ik heb het niet over een rol koekjes of een zak chips die je in een keer op eet. Nee, deze eetbuien waren zo groot, dat ik me niet kan voorstellen dat een mens daar werkelijk van kon genieten. Soms genoot ik een beetje van het eten dat ik mezelf anders nooit toe zou staan. Ik genoot op een vreemde manier van de roes en de rust die het me bood. Een ontsnapping, maar echt genieten was het niet. Ik zat voller dan vol, pijn dat het deed, om het er vervolgens allemaal weer uit te gooien en met een leeg en verdoofd gevoel achter te blijven. Dat gold voor mijn emoties, maar ook voor mijn maag. Zo veel eten door de plee gespoeld. Dat is pas voedselverspilling!
Boos op mezelf zijn
Ik voelde me een grootverbruiker. Overal nam ik voor mijn gevoel veel te veel ruimte in. Letterlijk, maar ook figuurlijk. Dat eeuwige consumeren op bijna elk gebied. Ik walgde van mezelf. Ik voelde me ontzettend schuldig over het feit dat ik een eetstoornis had, wat mijn negatieve zelfbeeld eigenlijk alleen maar versterkte. Zo kwam ik in een vicieuze cirkel terecht. Hoe rotter ik me voelde, hoe sterker mijn eetstoornis werd, hoe rotter ik me voelde en zo door. Het was ontzettend belangrijk voor mij om het harde oordeel over mezelf juist los te kunnen laten, zodat ik uit die cirkel kon breken. Mild zijn voor jezelf, zelfs al ben je het niet eens met wat je doet.
Dat was best lastig voor mij, want ik kon behoorlijk vast zitten in het zwart-wit denken. Vandaar dat eetstoornis herstel voor mij soms heel tegenstrijdig voelen. Niet boos op jezelf worden als het niet goed ging met eten, maar het tegelijkertijd ook niet oké vinden. Dat zou naast elkaar moeten kunnen bestaan. Ik vond het lastig om het verschil te voelen tussen iets niet oké vinden of iets jezelf kwalijk nemen. Ik nam het mezelf altijd kwalijk als iets niet oké ging. “Ik doe het toch zelf? Ik had toch beter m’n best kunnen doen?“
Wat dat betreft is het voor mij belangrijk geweest om m’n eetstoornis echt als een psychische aandoening te zien, een ziekte. Niet slechts een gebrek aan ruggengraat en doorzettingsvermogen, want zo simpel ligt dat niet. Niet voor mij en ook niet voor jou. Door dat feit te aanvaarden, creëer je al een stuk meer begrip voor jezelf, zonder dat je de situatie oké hoeft te vinden of boos op jezelf hoeft te zijn. Breek uit die cirkel, wees streng voor jezelf, maar blijf ten aller tijde rechtvaardig. Je hebt juist dat begrip zo hard nodig. Ook van jezelf.
Eten weggooien is zonde
Bij therapie werd me verteld dat als ik eetbuivoedsel in huis had en de drang voelde om een eetbui te hebben, ik het altijd nog in de prullenbak kon gooien. Zelfs als ik de boodschappen net had gedaan. Ik zou het nat kunnen maken, er afwasmiddel overheen kunnen spuiten, het helemaal naar de bodem toe proppen. Alles om het er niet alsnog uit te vissen, want dat zou ik ook nog wel kunnen doen als de drang echt sterk was. Toch voelde dit voor mij heel verkeerd om te doen. “Je gaat toch geen eten weggooien? Dat is hartstikke zonde?“
Ja, dat is ook zonde, maar wat nog veel meer zonde is, is het hebben van weer een eetbui met alle gevolgen van dien. Zonde van je welzijn, wat op dit moment voorop staat, maar eigenlijk ook van het eten; of je het nou uitbraakt of niet. Hoewel ik mezelf vaak nog voorhield dat ik het dan beter kon proberen te bewaren en dat ik die controle maar moest hebben, ging het na een uur 9 van de 10 keer alsnog mis. Ik had de controle niet, want ik had een eetstoornis. Natuurlijk was het een doel om ooit wel ‘eetbuivoedsel’ in huis te kunnen hebben, maar herstel kost tijd en het is belangrijk om ook daarin de lat niet te hoog te leggen voor jezelf. Het komt wel, maar voor nu is het belangrijk om goede ervaringen op te doen en vertrouwen te winnen.
Je kan pas voor een ander zorgen, als je ook voor jezelf kan zorgen. Zo geldt dit denk ik ook voor voedselverspilling. Ik was op dat moment niet in staat om het op een andere manier aan te pakken. Eerst was het belangrijk dat ik op een veilige manier van mijn eetstoornis kon herstellen, daarna kon ik me weer met dit soort dingen bezig houden. Zo gold dat ook voor portie-verpakkingen en kant-en-klaar maaltijden. Misschien niet het meest goedkoop, misschien niet het meest milieubewust, maar op dat moment wel even nodig. Het zou niet voor altijd zo blijven. Gun jezelf die tijd en ruimte.
Tips tegen voedselverspilling
Als je je toch graag bezighoudt met het tegengaan van voedselverspilling, zijn er altijd dingen die je kan doen. Zo krijg je in supermarkten vaak korting op producten die bijna over de datum zijn. Daarmee red je weer een product dat anders misschien weggegooid zou worden. Met de app Too Good To Go kan je ook voedsel redden dat anders zou worden weggegooid. Ook kan je restjes eten invriezen en later nog eens eten. Om geen producten in je eigen koelkast over de datum te laten gaan, kan het handig zijn om een planning te maken met wat je gaat eten, zodat alles ook echt op kan gaan.
Hoewel het op eetstoornis gebied niet altijd gezond is om alles af te wegen, vind ik het met rijst of pasta wel fijn om te doen, zodat ik niet te veel overhoudt. Toch zou je zelfs met die restjes nog iets kunnen doen voor je lunch of een tussendoortje de volgende dag. Zo kan je een overgebleven halve citroen bijvoorbeeld in een flesje water doen of uitknijpen in je thee. Of kan je restjes ui of andere groenten door een eitje heen bakken voor op je boterham, evenals verse kruiden. Be creative! 🙂
Ook neem ik persoonlijk de houdbaarheidsdata niet altijd even nauw. Hoewel je met verse producten die echt kunnen bederven wel een beetje op moet passen, volg ik vaak gewoon mijn neus. Als iets nog goed ruikt en er goed uit ziet, zal het nog wel goed zijn. Tot zo ver is dat eigenlijk nooit mis gegaan. Vooral bij houdbare producten kan je die houdbaarheidsdatum wel iets losser toepassen. Het product zal niet zo snel bederven, alleen kan de kwaliteit wat minder worden. Denk aan smaak, kleur of vitaminegehalte. Zonde om iets weg te gooien, wat je best nog veilig zou kunnen eten.
Wees echter niet te streng voor jezelf. Hier komt dat zwart-wit denken weer om de hoek kijken. Het is niet altijd alles of niets. Wat je doet, is al goed. Goede of gezonde gewoontes, moeten ook in je hoofd nog goed en gezond blijven, anders gaat het z’n doel voorbij. Als je eetstoornis je even geen keus geeft, dan is dat maar even zo. Bovendien is geen mens perfect, ook de mensen die geen eetstoornis hebben niet. Hou je leven leefbaar. Wees mild naar jezelf.
Vanavond om 19:00 uur is de themachat ‘Van anorexia naar boulimia’ welke ik zal begeleiden. Je bent van harte welkom om je vragen te stellen, mee te praten of mee te lezen. Tot dan!
fotografie: pexels
Geef een reactie