Het begon allemaal toen ik een jaar of 12 was. In die tijd was ik er erg bewust van dat ik wat te dik was. Ik was nooit enorm dik, maar altijd mollig. In eerste instantie ging ik minder snoepen om te lijnen. Later bleek dat dit niet de achterliggende oorzaak was. Ik ging van minder snoepen naar minder eten. Ik at een paar crackers, een boterham en ‘s avonds wat fruit. Toen ik 13 werd, was ik afgevallen tot een ‘slank’ figuur. Toen bleek dat ik daar niet tevreden mee was; mijn eetprobleem bleef. Ik ging van heel weinig eten naar heel veel eten, begon weer met snoepen etc.
Ik vrat me in die tijd regelmatig zo vol dat ik niet meer kon lopen. Mijn moeder vond dit niet goed, en heeft hulp van de huisarts ingeschakeld. Deze melde haar dat mijn ‘eetprobleem’ wel weer zou verdwijnen, zonder dat er iets aan gebeurde. Dat was niet zo. Toen ik 14 was kreeg ik anorexia. Ik durfde niet meer te eten (al was ik helemaal niet dik, daar was ik me ook bewust van) Toch ging eten me steeds moeilijker af. 1x in de week had ik een vreetbui, dan at ik alles wat los en vast zat. schrokken, niet kauwen maar alles zo snel mogelijk naar binnen werken, er kwam geen eind aan.
Op mijn 15e kwam mijn boulimia om de hoek kijken. Ik had nog steeds problemen met eten in die tijd, maar toen ontdekte ik ineens dat ik mijn eten ook naar boven kon halen. Geweldig! zo kon ik alles eten wat ik lekker vond, zonder aan te komen. Ik wekte het braken steeds vaker op. Eerst alleen wanneer ik teveel gegeten had, later ook als ik een beetje gegeten had. Het was een moeilijke periode. Mijn ouders en zusje hadden er veel last van. Zij wilde me helpen, maar ik accepteerde geen hulp. Ik kwam bij de medische zorg in het ziekenhuis terecht. Deze zeiden dat als ik niet stopte met overgeven, mijn bloed slecht zou worden. Ik wilde hier niets van weten en ging vrolijk door met eten en overgeven. Op een gegeven moment was er voor mij niks anders meer. Ik ging naar school, kwam thuis, ging naar de supermarkt, kocht bakken met eten en zo verder. Het beviel me goed, al mijn zorgen kon ik wegwuiven met eten en spugen.
Vorig jaar, 2 april, belandde ik in het ziekenhuis. Ik had letterlijk mijn ‘leven uitgespuugd’. Ik was ondervoed, woog heel weinig, en was totaal uitgedroogd. Hetgene waar het ziekenhuis mij voor had gewaarschuwd was gebeurd, mijn bloed was slecht geworden. Meteen moest ik aan het infuus. Dit sloeg niet aan, want mijn bloed bleef slecht omdat mijn situatie crisis was. Het was een vreselijke tijd. Ik ben in totaal 3 weken in het ziekenhuis gebleven tot ik weer een beetje normaal kon lopen. Ik verliet het ziekenhuis met met drie kilo erbij. Toen kwam de naarste tijd. Mijn spijsverteringskanaal was totaal geruineerd. Het was gewend geraakt aan eten omhoog halen, en niet naar beneden.
Toch ben ik zover gekomen dat ik weer op eigen benen kan staan. Het is moeilijk, mensen zeggen nog steeds dat ik te dun ben, maar het zei zo. Ik weet dat ik de ziekte heb, en kan er nu mee omgaan.
Door Romy Hazeleger
Geef een reactie