De wereld van de psychiatrie is een wereld waar veel taboes op rusten. Het is het een wereld waar zelfs stigma over bestaat. Stigma is letterlijk een brandmerk, een schandvlek, een litteken. Psychiatrisch patiënten worden volgens onderzoek vaak gezien als minder intelligent, gevaarlijk, onverzorgd en ongeneeslijk. Maar een psychiatrische aandoening treft ongeveer de helft van de Nederlanders ooit in zijn of haar leven. De kans is dus groot dat jijzelf of mensen in jouw directe omgeving er ook te maken mee hebben of te maken mee krijgen. Dat is voor mij de reden waarom ik vind dat taboes doorbroken zouden moeten worden en wij ons sterk zouden moeten maken tegen stigma. Zou het niet fijn zijn als mensen net zo gemakkelijk praten over psychische problemen als over lichamelijke problemen? Zou dat niet veel minder eenzaam zijn?
Ik werd in 2011 voor de eerste keer opgenomen. Na jarenlang gezwegen te hebben over wat er allemaal in mij afspeelde, kon ik niet meer. Ik was suïcidaal, beschadigde mijzelf en maakte mijzelf op nog vele andere manieren kapot. Ik kwam mijn huis niet meer uit door mijn eetstoornis, was alleen maar bezig met vasten, het hebben van eetbuien en het belachelijk intens compenseren hiervan.
De huisarts greep in: hij zag dat het zo niet door kon gaan. Een periode van opnames en behandelingen volgde. Eerst de PAAZ (Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis), toen een jaar lang een klinische behandeling, een ambulante behandeling en vele crisisopnamen tussendoor. Ik heb in de afgelopen jaren de wereld van de psychiatrie van heel dichtbij kunnen ervaren. Ik heb heel veel geleerd, over mijzelf en over die wereld. Ik heb mij er over verbaasd en verwonderd.
Ik leef, of leefde, in een wereld waar anderen niets van begrijpen. Ik ken termen die mensen in mijn omgeving nooit gehoord hebben. Ik heb dingen meegemaakt waar zij niets van weten. Ik heb dingen gezien die je alleen begrijpt als je de wereld kent. Om anderen een beetje kennis te laten maken met de wereld waarin ik leef, om taboes te doorbreken, stigma tegen te gaan en om iets te kunnen doen met mijn verbazing en verwondering, ben ik mijn ervaringen gaan opschrijven. Ik wil mensen kennis laten maken met mijn wereld, de wereld van de psychiatrie. En ik wil mensen laten zien dat ze niet de enige zijn met psychische problemen, dat je niet ‘anders’ bent, dat je niet ‘raar’ bent, of welke labels je ook allemaal aan jezelf hebt gehangen. Er zijn veel, helaas heel veel, mensen met een psychische stoornis, mensen die het zwaar hebben, mensen die lijden. Mensen die een compliment verdienen dat zij weer zijn opgestaan. En ik wil dat deze mensen weten: je bent niet alleen.
“Will you just say them,
all the words trapped inside you,
all the promises?”
(Tyler Knott Gregson)
Ik wil eerlijk zijn, taboes doorbreken. Ik wil jullie vertellen wat ik met mijzelf heb gedaan, ik wil eerlijk zijn over hoe de afgelopen jaren zijn geweest. Ik wil dat je weet dat je niet de enige bent die op een destructieve manier probeert te overleven. Want dat is het: destructief gedrag is overleven.
Destructief gedrag en hulpverlening. Ik zou er een boek over kunnen schrijven. Ik werd weggestuurd, uitgekotst, aan de kant gezet. Afgeschilderd als zwakkeling en lastpak. Ik bleef ongehoord, ongezien, onbegrepen. Ik kwam terecht in een wereld vol begriploosheid op een plek waarin je begrip en steun verwacht. Op een plek waar je eindelijk hulp verwacht. Destructief gedrag is geen aanstellerij. Destructief zijn is niet zwak. Het is een uiting van lijden, van radeloosheid, van allesoverheersende wanhoop. Het heeft een functie.
De wereld om je heen kan zo ontzettend pijnlijk zijn dat je jezelf pijn moet doen om het te begrijpen. Om zo weer op één lijn te zitten met de wereld waarin je leeft. Pijn van binnen kan zo overweldigend zijn dat het voelt alsof je uit elkaar knalt, alsof het er uit moet. Je kunt jezelf zo verschrikkelijk haten dat je alles van jezelf wil vernielen, van binnen en van buiten. Je kunt je zo gevoelloos, gedissocieerd of gedepersonaliseerd voelen dat fysieke pijn het enige is dat je terug helpt te komen in de realiteit. Destructief zijn is geen teken van zwakheid. Het is een teken van pijn.
Destructief gedrag stopt wanneer het niet meer nodig is. Wanneer er geluisterd is, wanneer je gehoord bent, wanneer je verteld hebt, wanneer je steeds iets meer begrijpt en vooral wanneer er voldoende constructieve manieren beschikbaar zijn om met pijnlijke emoties om te gaan. Het is keihard werken, ik zeg niet dat het ‘vanzelf’ weer stopt. Ik zeg alleen dat het stopt. Ik ben gestopt. Jij kan het ook. Maar je moet vechten, aangemoedigd door mensen die naar je willen luisteren en je dingen kunnen leren. Maar het is jouw taak om die mensen te vinden.
“The stuffing/puking/stuffing/puking/stuffing/puking didn’t make her skinny, it made her cry.”
(L.H. Anderson)
Mijn destructief gedrag was heel uitgebreid. Een groot onderdeel er van was mijn allesoverheersende boulimia. Ik leefde compleet geïsoleerd en mijn leven ging alleen nog maar over eten en compenseren. Ik leek zelfstandig en gefocust op mijn studie, maar ik leefde in een andere wereld. Ik leefde in Boulimialand.
Boulimialand? Wat is dat?
Er staan bomen zonder bladeren, met gaten van pijn. Er kolken zwarte rivieren van verdriet. Puntige rotsblokken zonder gevoel steken scherp af tegen de donkere lucht. De aarde is gespleten, het magma borrelt in de gleuven. Er liggen glasscherven van het gevecht. De dwingende wind is guur. En het is er eenzaam. Heel eenzaam.
Boulimialand is afgesloten met een mooie, eikenhouten deur. Een massieve, zware deur met sierlijk handgreepje en gouden randjes. Niemand van de andere kant beseft wat zich achter die deur bevindt. Niemand houdt zich er mee bezig, want het is niet verontrustend van de buitenkant.
Het ziet er zo normaal uit.
De invasie kwam ongezien en onverwacht. Mijn hoofd bleek een mooie ruimte voor een nieuw stukje Boulimialand, dus is dictator Boulimia in stilte mijn hoofd binnengekropen. Hij heeft geruisloos bezit genomen van alles dat daar zat. Zelfs Gezond Verstand werd opgesloten. Toch had ik het niet door. Pas toen de dictator zijn Boulimialand geheel had opgebouwd zag ik dat het landschap veranderd was. Dat er stukjes missen en dat er aanpassingen zijn verricht zonder mijn toestemming. Opeens zag ik dat ik geregeerd word door een dictator.
Dictator Boulimia laat de eikenhouten deur bewaken door zijn leger. En die laten niet zomaar het land inpikken. Het leger vecht hard maar onopvallend tegen alles dat de massieve, eikenhouten deur open zou kunnen duwen. Tegelijkertijd houdt dictator Boulimia zich met de kernzaken bezig: het land regeren, de controle houden. Beslissingen doorduwen. Een streng regime hanteren.
Dictator Boulimia heeft veel verschillende kwaliteiten, maar is in één ding uitzonderlijk goed: verboden opleggen. In Boulimialand wordt bijvoorbeeld niet gecommuniceerd met de buitenwereld. De buitenwereld zal proberen dictator Boulimia te verjagen. Boulimialand is het geheimpje van dictator Boulimia en de oorspronkelijke eigenaar van de ruimte waarin hij zich gevestigd heeft. Hij beschermt je, als je je mond houdt. En afspraak is afspraak.
Het duurde lang voordat ik doorkreeg dat dictator Boulimia niet weggaat als ik zijn bevelen opvolg, maar juist zijn bevelen aanscherpt en het landschap in mijn hoofd nog meer verwoest. Het duurde lang voordat niet alleen het landschap in mijn hoofd, maar ook de rest van mijn lijf genoeg verwoest was om te beslissen dat dictator Boulimia verjaagd moet worden. Het duurde lang voordat ik het hoofdverbod van dictator Boulimia durfde te doorbreken: verboden te communiceren. Het duurde lang voordat ik kon vertellen dat ik in de hel leef. En het duurde lang voordat iemand dat geloofde.
Het zag er namelijk zo normaal uit.
Maar geef alsjeblieft niet op als iemand je niet gelooft, als mensen zeggen dat je er niet ziek uitziet. Je zal mensen vinden die je wel geloven, als je maar blijft zoeken. Als je maar blijft zoeken naar wat je zo nodig hebt, wat je eigenlijk zo graag wil en wat je leven kan redden: hulp.
Ik weet dat je in de hel leeft. Ik weet hoe zwaar het is. Ik ben er geweest. Ik heb boven die wc gehangen, ik ken al de trucs om het te verbergen, ik heb meer gegeten dan anderen in een week eten. Ik heb zoveel laxeerpillen gehaald dat ik ze niet meer bij één drogist durfde te kopen. Ik ben naar de tankstations gefietst midden in de nacht. Ik heb enorme spierkrampen gehad, ik had de maagpijn en een strottenklepje dat niet meer wilde sluiten. Ik heb over alles gelogen tegen de mensen die mij het meest dierbaar zijn. Ik ken al de lichamelijke kwalen. Ik heb in mijn bed gepoept door veel te veel laxeerpillen. Ik ken de pijn en de schaamte.
Maar ik weet ook dat er een uitweg is. Dat het mogelijk is om beter te worden. Dat je de dictator kan verjagen. Dat je met de juiste hulp een eigen leger kan gaan opbouwen. Ik kan het, dus jij kan het ook. Echt.
Hou vol. Zoek hulp. Schaam je niet.
Wij zijn normaal. Wij zijn het waard.
Jij bent het waard.
“There is no hospitality like understanding.”
(V. Bonta)
Geef een reactie