Calorieën opsparen voor mijn eetstoornis. Hoe en waarom? Ik eet een klein beetje ontbijt. Dat ochtend tussendoortje haal ik ’s avonds in. Er is toch niemand die me nu in het oog houdt. Beetje lunch. Kleine snack. Beetje avondmaal. Ik eet. Mensen maken zich geen zorgen meer. Ze zien me weer eten, voor hun is het weer oké…
Het einde van de dag is aangebroken. Nu even alle calorieën optellen om dan trots te kunnen zijn. Trots zijn, omdat ik weer een dagje aan veel voedsel heb kunnen weerstaan. Ik heb calorieën kunnen opsparen voor deze avond. Wanneer ik in m’n eentje ben en niemand me ziet, niemand me hoort, niemand me veroordeelt. Alleen ik en mijn eten. Eten dat me door de dag heen energie had moeten geven, maar wat ik mezelf niet toestond.
En dan nu een feestje. Een feestje voor mezelf. Het klinkt zo eenzaam, maar voor mij dit het mooiste moment van de dag. Mijn opgestapelde angsten varen plotseling weg. Ik weet niet waarom, maar nu mag ik eten van mezelf. Ijs, oh zo veel ijs. En koekjes. En chips. Netflix aan, gedachten uit, genieten van dit perfecte moment. Even een lijstje maken van wat ik net gegeten heb. Kan ik nu nog iets nemen? Of heb ik dan te veel op vandaag? Twijfel. Altijd twijfel. Tellen, twijfelen, eten, genieten en weer twijfelen. Beetje van dit, beetje van dat. Niet kunnen kiezen wat ik nu allemaal wil eten, want het mag gewoon opeens allemaal.
Wat heb ik gisterenavond gegeten? Daarvan was ik vanochtend niet aangekomen, dus dat koekje kan er wel bij. Daarna is het gedaan en kan ik met een vol buikje gaan slapen. Overdag mag mijn buik niet vol zijn, maar nu heb ik daar opeens geen probleem meer mee. Ik heb helemaal geen eetstoornis meer. Iemand met anorexia zou nooit zoveel eten als ik. Ik voel me weer vrij. Heb geen fear foods meer. Alles lukt me! Maar het lukt me enkel ’s avonds. Wanneer ik overdag aan mezelf bewijs dat ik voedsel kan laten staan…
Kon ik deze eindeloze cirkel nu maar eens gewoon doorbreken. Overdag voldoende eten, voldoende energie hebben, mijn lichaam geven waar het om vraagt, bewijzen aan anderen dat ik genoeg eet. Niemand ziet het. Geen complimentjes over de angsten die ik ’s avonds aan ga. Ze zien me overdag eten en vermoeden dat het allemaal weer oké is. Ze zien mij niet meer afvallen, wat voor hun bevestigt dat mijn anorexia verleden tijd is.
“Doorbreek dit patroon nu eens gewoon!”, zeg ik dagelijks tegen mezelf. Maar dat is al lang geen optie meer. Dit lukt me niet ‘gewoon’. De schaamte is te groot om erover te praten. Het patroon is te vast om het te doorbreken. Mijn gewicht is te stabiel om te tonen dat het nog altijd niet goed gaat. Ik zit nog vaster dan een levend begraven persoon. In mijn eentje krijg ik die kist rondom me nooit open gebroken, maar het is zo ontzettend moeilijk om iemand te laten weten dat ik me nog nooit zo opgesloten heb gevoeld…
Geef een reactie