“Die middag ging ik met Luna en haar moeder naar een psychiatrische kliniek in Leidschendam. In Amsterdam was ik al een keer met haar naar de gemeentelijke gezondheidsdienst gegaan. Daar had ze moeten aangeven wat haar problematiek was. “Ik heb een persoonlijkheidsstoornis, een eetstoornis en er is sprake van overmatig drank- en drugsgebruik”, zei Luna.
Het was op niets uitgelopen. De persoonlijkheidsstoornisspecialist zei dat ze pas met de behandeling kon beginnen als ze stopte met alcohol en drugs. De eetstoornissen – en drank- en drugsspecialisten zeiden dat hun behandeling pas zin had als er iets gedaan werd aan haar persoonlijkheidsstoornis.” een citaat uit het boek: “Het zusje van de bruid”
De Britse Psychiater ‘Fairburn’, die veel onderzoek heeft gedaan op het gebied van eetstoornissen citeerde het volgende:
-“Complexity is the norm rather than the exception with patients who have an eating disorder” –
Fotografie: Paramita
Niet bepaald een citaat om spontaan blij van te worden, maar toch roept het bij enkelen van jullie vast wel enige herkenning op. Bij het concept ‘Eetstoornissen’ op zich, zijn er vandaag de dag nog steeds veel wetenschappers, onderzoekers, psychologen,… die in het duister tasten wat betreft de meest effectieve behandeling. Echter, wat als de diagnose van iemand niet enkel bij een eetstoornis alleen blijft? Hoe vaak komt dat voor en vermindert het de kans op genezing?
In de psychologie wordt het tegelijkertijd voorkomen van 2 of meer stoornissen of aandoeningen ook wel ‘comorbiditeit’ genoemd.
Comorbiditeit wordt soms overschat, maar vaker nog gemist in het diagnostische proces en de verdere behandeling. Het beïnvloedt het behandelproces en speelt soms een rol als in stand houdende factor van de eetstoornis. Daarom is het ook erg belangrijk om kennis te hebben van de mogelijkheid op het nog aanwezig zijn van een andere stoornis, naast de eetstoornis zelf.
Momenteel wordt er veel onderzoek gedaan naar de comorbiditeit bij mensen met een eetstoornis, zowel bij anorexia, boulimia en binge eating disorder. Hierin is zeer duidelijk terug te vinden dat alle type eetstoornissen een hoge comorbiditeit kennen met andere stoornissen. Voornamelijk angst-stoornissen (52%) en affectieve stoornissen (50%) komen het meest samen voor met het hebben van een eetstoornis. Bij de affectieve stoornissen is de depressie de meest geziene stoornis. Bij angststoornissen lopen dan weer OCD (dwangstoornis) en ‘sociale fobie’ op kop.
Er zijn echter ook verschillen gevonden tussen de eetstoornissen. Zo zou alcoholafhankelijkheid meer voorkomen bij boulimia (1 op de 5 mensen met boulimia nervosa is alcoholist, vaak ook nog eens in combinatie met een angst- of stemmingsstoornis) en zou de dwangstoornis dubbel zoveel voorkomen bij anorexia.
Ondanks dat alle eetstoornissen een erg hoge comorbiditeit kennen, is er in onderzoek regelmatig al teruggevonden dat mensen die lijden aan boulimia vaker te maken krijgen met meer dan één stoornis bovenop hun eetstoornis, in tegenstelling tot anorexia en binge eating disorder (Bron: studie op web of science).
Eetstoornis en persoonlijkheidsstoornis
Anorexia
Uit onderzoeken blijkt een verband tussen cluster C persoonlijkheidsstoornissen en anorexia nervosa. De meest voorkomende relatie is die tussen anorexia nervosa en obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis. Ook zijn er verbanden gevonden tussen de ontwijkende en afhankelijke persoonlijkheidsstoornis en anorexia nervosa, die beiden ook tot het cluster C behoren.
Boulimia
Cluster B persoonlijkheidsstoornissen worden vooral in verband gebracht met boulimia nervosa. Er is een relatie aangetoond tussen borderline persoonlijkheidsstoornissen en boulimia nervosa. Mensen met boulimia nervosa hebben meer kans op persoonlijkheidsstoornissen dan anderen. Onduidelijk is nog hoe groot die kans precies is.
Ter info:
Er bestaan tien persoonlijkheidsstoornissen, die in drie clusters (groepen) zijn onderverdeeld:
* Cluster A (vreemd of excentriek gedrag)
o Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
o Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
o Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
* Cluster B (theatraal, emotioneel of grillig gedrag)
o Anti-sociale persoonlijkheidsstoornis
o Borderline-persoonlijkheidsstoornis
o Theatrale persoonlijkheidsstoornis
o Narcistische persoonlijkheidsstoornis
* Cluster C (gespannen of angstig gedrag)
o Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis
o Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
o Obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis (dit is niet de obsessieve-compulsieve stoornis)
Onderzoekers proberen momenteel goede behandelingen te ontwikkelen voor zij die te maken krijgen met de verschillende mogelijke vormen van comorbiditeit. We kunnen in die zin ook wel bevestigen dat comorbiditeit iets erg complex is en waar therapieën vandaag de dag nog vaak in tekort schieten. We kennen allemaal wel de verhalen van zij die ergens niet terecht konden door het hebben van een dubbele diagnose.
Daar weet ook Sabb alles van… Zij kampt al jaren met een eetstoornis, een stemmings-stoornis (dysthyme stoornis) en een persoonlijkheidsstoornis (borderline trekken). Hieronder delen uit haar verhaal.
“Allereerst zal ik mijzelf even voorstellen, ik ben Sabb en ik ben 20 jaar. Vanaf mijn vijftiende heb ik mijzelf beschadigd. Hiervoor heb ik verschillende trajecten binnen het GGZ gevolgd.
Van 2005 tot 2006 heb ik een kortdurende behandeling bij een psycholoog gevolgd, hier had ik om de week of om de twee weken een gesprek, het traject was normaal 10x maar uit eindelijk heb ik er wel langer gezeten. Een keer heb ik de afspraak moeten maken om mijzelf niet te beschadigen, maar dat was een afspraak die ik toen niet waar heb kunnen maken. Men dacht dat een kortdurende behandeling genoeg zou zijn, omdat ik voordat ik in behandeling ging ook al een tijdje was gestopt met mijn zelfbeschadiging. Helaas, hielp het niet en had ik last van terugvallen..
Toen ben ik doorverwezen naar een systeemtherapeut, waar ik gezinstherapie heb gevolgd, maar helaas was dit van korte duur. Wel bleven de gesprekken met de systeemtherapeut doorgaan, maar dan 1 op 1. Dit beviel beter.. Helaas liep ik daar ook vast, ik kon er op een gegeven moment niet veel meer mee, dan alleen mijn verhaal kwijt en advies ontvangen. Wat haar wel opviel is dat ik een eetprobleem aan het ontwikkelen was. Zij was de eerste persoon die hierover sprak. Vervolgens heb ik een second-opinion bij mijn systeemtherapeut aangevraagd, waarna ik een psychologisch onderzoek heb moeten doen bij de psychiater.
Resultaat onderzoek: ‘Dysthyme stoornis met trekken van een borderline persoonlijkheidsstoornis’.
Een aantal weken later, nadat mijn diagnose bekend was, heb ik afscheid genomen van mijn systeemtherapeut. Door haar werd ik verwezen naar een psychotherapeut. Deze gesprekken waren ook 1 op 1. In die tijd heb ik een paar keer aan proberen te geven dat het niet altijd lekker ging met betrekking tot het eten. Tijdens het gesprek die dag werd er dan ook even op ingegaan, maar de weken erna werd er eigenlijk niet meer naar gevraagd.
Na een jaar heb ik afscheid genomen van mijn psychotherapeut omdat ik het niet meer zinvol vond, ik voelde mij tenslotte sterk genoeg! Ondanks dat het met het eten totaal de andere kant op was gegaan.. Een tijdje heb ik toen geen hulp gehad, totdat mijn moeder dingen begon te zien, dat er toch een aantal dingen niet klopten… Toen is ze in januari 2010 met mij naar de dokter geweest. De dokter kwam met de diagnose ‘Anorexia’.
Mij werd geadviseerd weer contact op te nemen met mijn psychotherapeut of een doorverwijzing naar Amarum Zutphen. Ik heb toen eigenlijk geen van beide gekozen, ik heb die dag mijn systeemtherapeut gemaild, ik voelde mij door haar het meest serieus genomen, betreffende mijn ‘eetprobleem’.. Helaas viel dit alles in duigen.. Ik moest contact opnemen met mijn psychotherapeut, vervolgens kon men daar helemaal niks meer voor mij betekenen omdat de leeftijdsgrens was veranderd (verlaagd). Dus toen heb ik uiteindelijk een doorverwijzing naar Amarum gevraagd.
In januari heb ik verschillende intakegesprekken gehad, en uiteindelijk werd er vastgesteld dat ik Anorexia Nervosa, purgerend type had. Vanuit daar werd weer bepaald welke behandeling verstandig was. Ik kreeg het advies de prétherapiegroep te volgen. Deze heb ik 10 weken gevolgd, onder andere had ik daar; dagopening, PMT, groepstherapie, weegmoment, samen lunchen en een dagafsluiting. In de groepstherapie werd duidelijk dat de hulpverleners het lastig vonden om mijn eetstoornis aan te pakken, omdat men dan bang was dat ik meer richting de borderlinekant zou gaan.
Mijn eigen angst was eigenlijk, zodra men aan mijn eetstoornis kwam en ik het eten op de rit zou krijgen, dat mijn zelfbeschadiging zou terugkomen. Na 6 weken was ik ook niet meer erg gemotiveerd, ik kwam erachter dat ik mijn eetstoornis nog nodig had, maar ondanks dat heb ik wel altijd netjes mijn huiswerk gedaan en inzet getoond.
Uit het eindgesprek bleek ook dat men het verstandig vond dat ik niet in therapie zou gaan voor mijn eetstoornis, maar eerst mijn persoonlijkheidsproblematiek aan moest pakken. Met het laatste heb ik eigenlijk nooit iets gedaan. Ik ga het leven nu door zonder hulp. Ik heb naar mijn mening genoeg hulpverleners gezien en ik kreeg het idee, dat niemand je met twee dingen tegelijk kan helpen. Tevens heb ik van 2006 tot 2009 op school bij een leerlingbegeleider gelopen, aan haar heb ik eigenlijk nog het meeste gehad omdat zij alles bespreekbaar maakte voor mij en met mij.
Ik probeer nu zelf mijn balans te houden, de ene keer lukt dit beter dan de andere keer, het is vooral erg lastig omdat ik de emoties en belevenissen zo extreem kan voelen, een mug is als het ware bij mij al een olifant. Ik vind mijn rust in het sporten, als dit niet kan dan probeer ik gewoon lekker voor mijzelf wat dingetjes te doen, als in vrij internetten of een boek lezen. Op dagen dat ik mij slecht voel ga ik dan ook nog wel eens naar mijn vriend, alhoewel ik er de halve week eigenlijk bijna al ben, maar bij hem voel ik mij gewoon beter.
Het moeilijke is wel dat veel mensen denken dat het goed met je gaat, omdat je er naar hun mening ‘goed uitziet’. Met betrekking tot thuis, denkt men dat ook. Er wordt ik niet meer naar gevraagd of over gesproken en dat maakt het soms wel lastig, zelf ga ik thuis ook niet meer in gesprek uit angst voor onbegrip… Mijn vriend daarentegen krijgt van alles mee, hij ziet mij instorten als het mis gaat.. Maar hij probeert mij wel te helpen, hij steunt mij echt.
Kortom, betreffende de hulpverlening heb ik het gevoel dat ik van het kastje naar de muur gestuurd wordt. En die hoop heb ik opgegeven… Ik probeer mijn eigen kracht te vinden… Alhoewel, mijn eetstoornis nog niet weg is, maar mijn zelfbeschadiging al wel bijna een jaar stil ligt…..”
Het verhaal van Lesley liep ook ongeveer zo…. zij nam wel het advies aan van een psychotherapeut om eerst in behandeling te gaan voor haar persoonlijkheidsproblematiek. Ze werd opgenomen in een kliniek voor persoonlijkheidsproblematiek. Door de intensiviteit van de opname en behandeling vluchtte Lesley deels in het minder eten én viel ze af door alle stress. Dit viel de staf van de behandeling op en er werd gedreigd met ontslag of een tijdelijke time-out wanneer Lesley onder een bepaald gewicht zou komen.
Lesley was inmiddels afhankelijk geraakt van de instantie en kon nog helemaal niet zonder de hulp. Ze werd enorm angstig voor een mogelijke time-out en viel nog meer af. Ze was bang er uiteindelijk alleen voor te komen staan en durfde ook niet meer aan te komen. Als ze straks geen hulp meer had wilde ze niet ook nog eens op een gewicht zitten waarmee ze zich waardeloos voelde. Lesley kreeg een time-out en moest voor een week naar huis, zonder hulp, om aan te komen. Ze had een eetlijstje meegekregen waarmee ze zou kunnen aankomen.
De week thuis was vreselijk. Lesley huilde voortdurend, werd nog depressiever en was doodsbang helemaal weggestuurd te worden.
Na een week zat ze niet op het gewicht waar ze op zou moeten zitten, ze at echter wel redelijk normaal. Ze werd opnieuw verwezen naar een eetstoornisinstantie om daar deeltijd in behandeling te gaan om ervoor te zorgen dat de eetstoornis meer op achtergrond kwam te staan en om wat aan te komen in gewicht. Ze werd in een pré therapiegroep geplaatst waar meiden zaten die ontkenden dat ze een eetstoornis hadden en nauwelijks wisten wat het inhield. Ze moest de voor -en nadelen opschrijven van haar eetstoornis en opnoemen wat ze at.
Ondertussen voelde Lelsey zich minder en minder begrepen en waardelozer en begon ze zichzelf weer te snijden en kreeg doodsgedachtes. Dit kon de eetstoornisinstantie niet aan en deze verwees haar naar de plaatselijke crisisdienst….
Bovenstaande zijn twee van de vele verhalen van mensen die hiermee te maken hebben.
Hoewel het door de lange weg langs de hulpverlening soms uitzichtloos kan voelen, comorbiditeit is niet onbehandelbaar, maar vergt wel veel inspanning van alle betrokken partijen! Het vergt een ijzeren wil om eruit te komen, om niet op te geven. Maar, het is zeker mogelijk om eruit te komen, om een goed leven te krijgen!
Wat betreft de hulpverlening: kom voor jezelf op, ga voor de behandeling die het beste voor jou is! Geef aan wat jij nodig hebt en wat voor jou haalbaar is!
Vaak wordt wat betreft behandeling van een eetstoornis bij AS-II (persoonlijkheidstoornissen) comorbiditeit aangeraden te kiezen voor een behandelplan met de eetstoornis als eerste focus van behandeling. De behandeling van de eetstoornis kan bij verbetering van het toestandsbeeld geleidelijk overgaan in behandeling van de persoonlijkheidsstoornis. Het probleem is natuurlijk dat dit veelal niet mogelijk is binnen een instantie gespecialiseerd in eetstoornissen, waardoor je na de behandeling voor de eetstoornis weer ergens anders heen moet.
Niet iedereen met een eetstoornis in combinatie met andere problematiek heeft een gespecialiseerde eetstoornisbehandeling nodig. Een meer algemene behandeling gericht op de achterliggende problematiek kan minstens zoveel opleveren! Het in behandeling zijn met mensen die wel gezond en lekker kunnen eten, kan ervoor zorgen dat je je aan hen kan optrekken in plaats van te verzanden in onbewuste concurrentie en vergelijking die soms heerst in eetstoornisinstanties.
Dialectische gedragstherapie biedt een behandeling waarbinnen de symptomen van zowel de eetstoornis als de borderlinepersoonlijkheidsstoornis integraal kunnen worden aangepakt.
Onthoud: Jij bent de klant, kies wat het beste voor jou is!
Heb jij hier mee te maken?
Geef een reactie