In het boek ‘8 Keys to Recovery from an Eating Disorder’ van Carolyn Costin and Gwen Schubert Grabb gaat een hoofdstuk over de verschillende fases in het herstellen van een eetstoornis. Natuurlijk is de weg naar herstel voor iedereen een andere, maar er kunnen wel bepaalde overeenkomsten zijn. Ik heb deze tien fases die beschreven staan in het boek voor jullie vertaald. Als je alle fases goed hebt doorgenomen kan je voor jezelf onderzoeken in welke fase jij je op dit moment bevindt.
1. Ik vind niet dat ik een probleem heb.
Het is mijn lichaam en mijn leven, dus laat me met rust. Er zijn bovendien veel mensen een stuk dunner dan ik en ook veel mensen met meer en ernstigere problemen dan ik.
2. Ik heb misschien wel een probleem, maar het is niet zo erg.
Ik lijn af en toe gewoon een beetje en geef soms over. Ik heb bovendien geen fysieke klachten ofzo, dus het gaat gewoon goed met me.
3. Ik heb een probleem, maar het kan me niet schelen.
Ik weet dat overgeven en te weinig eten niet goed voor me is, maar het helpt me nu gewoon even dus ik vind het maakt me niet uit. Ik kan er best mee stoppen als ik dat wil, maar dat wil ik nu niet.
4. Ik wil wel veranderen, maar ik weet niet hoe en ik vind het eng.
Ik wil wel graag weer normaal kunnen eten, maar ik ben bang om dik te worden en veel aan te komen. Ik wil wel stoppen met overgeven, eetbuien, laxeren e.d. maar ik weet niet hoe en waar ik moet beginnen.
5. Ik heb geprobeerd om te veranderen, maar ik kon het niet.
Ik had mezelf beloofd dat ik niet meer zou overgeven, laxeren, te weinig eten (…), maar het ging steeds weer mis. Ik denk niet dat ik ooit echt helemaal beter kan worden, dus waarom zou ik het dan blijven proberen?
6. Ik kan met sommige dingen wel stoppen, maar niet met alles.
Ik kan wel stoppen met overgeven, maar ik kan niet meer eten. Als ik meer eet, ga ik ook veel meer sporten, dat lukt me niet anders.
7. Ik kan mijn gedrag stoppen, maar niet mijn gedachtes.
Ik kan niet stoppen met denken aan eten en overgeven. Ik blijf maar kcal tellen en door mijn hoofd gaan voortdurend gedachtes rondom de wens om weer af te vallen.
8. Ik heb minder last van eetgestoord gedrag, maar soms is het er nog.
Ik voel me best goed, maar op momenten van stress zoek ik mijn toevlucht soms toch weer tot de eetstoornis. Laatst ging het gewoon best goed met me, maar toen ik een badpak aan moest doen op het strand werden er toch weer allerlei gedachtes en gedragingen van mijn eetstoornis getriggerd.
9. Ik ben vrij van eetgestoorde gedachtes en gedragingen.
Ik voel me meestal fijn in mijn lichaam en kan weer eten waar ik zin in heb. Ik voel me hier ook niet schuldig over naderhand. Toen ik een tijdje gestopt was met al het eetgestoorde gedrag, realiseerde ik me ineens dat ik ook niet meer de neiging tot of gedachtes had over dat eetgestoorde gedrag.
10. Ik ben hersteld van mijn eetstoornis.
Het gaat goed met me. Ik heb al langere tijd geen last meer van gedachtes of gedrag dat gerelateerd is aan mijn eetstoornis. Ik accepteer het natuurlijke figuur van mijn lichaam. Mijn eetstoornis is iets dat in mijn verleden ligt en wat ik heb afgesloten.
In welke fase bevind jij je?
Geef een reactie