Met enige regelmaat krijg ik een vraag over mijn behandeling. Wat voor behandeling heb ik gehad en hoe heeft het me geholpen? Zou ik een ander ook deze behandeling aanraden? Wat waren de plus en min punten? Het is nogal veelomvattend om daar een kort en bondig antwoord op te geven, daarom leek het mij een leuk idee om er eens een blog over te schrijven.
Verplicht in therapie
Mijn eetstoornis begon ongeveer rond mijn 14e. Als ik oude dagboeken van de middelbare school terugkijk zitten daar allemaal verpakkingen van eten ingeplakt met woorden ‘de vijand!’ erbij geschreven. Ik had in de eerste instantie last van eetbuien en ontwikkelde vrij snel anorexia nervosa. Toen mijn ouders hier achter kwamen zijn ze direct met mij naar de huisarts gestapt en ben ik compleet tegen mijn zin in begonnen met de deeltijd behandeling bij PsyQ.
Mijn herinneringen aan die tijd zijn wat vaag. Ik leefde in een bubbel en ik wilde helemaal niet beter worden. Mijn lichaam stond op standje overleven en ik mijn hersenen werkten niet meer optimaal. Ik was alleen maar bezig met eten en niet veel anders, want echt sterkte herinneringen aan die tijd heb ik niet. Wel weet ik dat er heel veel strijd was. Dat ik echt niet wilde eten en dat ik uiteindelijk weer last kreeg van eetbuien.
In de tussentijd was ik bij mijn deeltijd groepsbehandeling discussies aan het voeren over de jam die volgens mij doorzichtig was en dat je daarom niet kon zien dat het op m’n brood zat en zat ik samen met mijn therapiegenootjes de kcal uit te rekenen voor de tussendoortjes. Ik verzon overal uitweggetjes voor, werkte totaal niet mee en was niet eerlijk in mijn behandeling. Toen de eetbuien weer begonnen kwam ik aan tot een gezond gewicht, maar ik ben hier nooit eerlijk over geweest. Ik schaamde me dood. “Pfff, nep anorect, met je zogenaamde eetstoornis.” Ik verafschuwde mezelf.
Mijn hoofd is een zooitje
In die tijd werd ook de diagnose ADHD bij mij vastgesteld. Hiervoor kreeg ik medicatie en een laagdrempelige behandeling bij de Jutters, maar de focus lag voornamelijk op mijn eetstoornis waar ik eigenlijk niet vanaf wilde en anders niet eerlijk over was. Hoe het precies afliep kan ik me niet meer zo goed herinneren, maar ik stopte op gegeven moment met al m’n behandelingen en ook de medicatie en besloot dat ik het verder zelf wel zou oplossen. Dat leek me echt het beste.
Zo bleef ik nog een paar jaar rommelen met eten. Eetbuien, niet eten, eetbuien, niet eten, eetbuien, niet eten. Ik voelde me absoluut niet fijn, maar mijn gewicht was ‘gezond’ en bleef min of meer stabiel. Ik zag er de ernst niet van in. Ik vond het niet de moeite waard om hulp te zoeken. “Het zal wel overwaaien“, dacht ik. Achteraf heb ik hier spijt van. Ik had gewild dat ik mezelf toen serieus had genomen. Dat had behoorlijk wat ellende kunnen schelen, maar het is gegaan zoals het is gegaan en dat accepteer ik. Ik zocht pas weer hulp op het moment dat ik begonnen was met braken. Ik weet het nog als de dag van gisteren.
Het was al een aantal weken het geval dat ik eetbuien had die ik vervolgens weer uitbraakte. In de eerste instantie had ik echt het gevoel de uitvinding van de eeuw te hebben gedaan, maar toen ik op een dag zag dat ik bloedde tijdens het overgeven schrok ik me dood. “Shit, dit is niet goed.” Het braken en de eetbuien eisten zijn tol. Ik zat zo ontzettend slecht in m’n vel. Ik voelde me dik, opgeblazen en vies. Ik kon dit niet meer zo en ik kon het niet alleen. Met knikkende knieën besloot ik het mijn moeder te vertellen. “Mam, ik moet je iets vertellen. Het is wel heel erg.“
Open kaart spelen over mijn eetstoornis
M’n moeder begon meteen van alles te gokken en te raden. “Nee, nee, dat is het niet!” Het heeft zeker 10 minuten geduurd voordat ik de woorden eindelijk uit mijn mond kreeg. “Ik geef mijn eten over.” M’n moeder reageerde zo ontzettend lief en bezorgd. Dat had ik echt niet zien aankomen. Samen maakte we een afspraak met de huisarts waar ik in m’n eentje naartoe ging en al snel stond ik weer op de wachtlijst voor diezelfde behandeling bij PsyQ, maar dit keer met een heel andere instelling. Ik wilde herstellen.
Tenminste, ja, ik wilde het wel, maar ik vond het doodeng en super moeilijk. Mijn motivatie was lang niet elke dag even groot. Het was ontzettend zwaar om deze strijd aan te gaan, maar ergens wist ik ook wel dat ik zo niet langer kon. Opstaan, vallen en weer doorgaan. De wachtlijst was een week of 4 en voor ik het wist zat ik weer om diezelfde eettafel in het gebouw van PsyQ. De deeltijd groepsbehandeling voor mensen met anorexia nervosa, boulimia nervosa en eetstoornis NAO.
Het was best confronterend en lastig om aan dezelfde tafel te zitten met meiden die anorexia hadden. Ik voelde me zo’n dikzak. Ik wenste soms vurig dat ik nog anorexia had. Dat was tenminste sterk en niet zo’n vieze dikzak. (Uhu…Not!) Gelukkig verdween dit gevoel naar loop van tijd wel. Uiteindelijk heb ik zelfs heel erg veel aan de groep gehad. In het dagelijks leven kan je ook triggers tegen komen en uiteindelijk wilde niemand van ons die eetstoornis hebben. Nu heb ik wel teruggehoord dat we een uitzonderlijk goede groepsdynamiek hadden, dus misschien had ik ook wel een beetje geluk. We konden elkaar goed steunen en ik ben nog altijd vriendinnen met één van de meiden.
De deeltijdbehandeling
Wat de inhoud van de behandeling betrof bestond deze uit een eerste- en tweede fase groep. Tijdens de eerste fase die ongeveer 3 maanden doet richt je je vooral op je eetschema. Die moet eerst weer op orde komen voordat je aan die achterliggende gedachten kan gaan werken, was het idee. Daarnaast had je ook wel groepsgesprekken waarin je ging kijken naar zaken die je eetstoornis in stand hielden, maar er werd nog niet zo diep op ingegaan als bij de tweede fase. Het werd dus heel praktisch benaderd en voor mij werkte dit wel.
Na die 3 maanden was mijn eetschema nog niet volledig hersteld en had ik nog best wel last van eetbuien en braken. Toch had er wel al een hoop verbetering plaats gevonden en was het tijd om door te gaan naar de tweede fase. Ik kwam er in de tussentijd wel achter dat deze behandeling van 2 dagen per week behoorlijk intensief was en eigelijk te veel om nog naast mijn studie beeldende kunst te doen. Het lijkt niet veel kwa tijd, maar het werken aan m’n herstel vrat onwijs veel energie. Ik besloot een studiepauze te nemen. Een lastige beslissing, maar uiteindelijk ben ik blij dat ik mezelf deze tijd en ruimte heb gegund. Op dat moment lijkt het het einde van de wereld, maar nu weet ik dat het voor het totaalplaatje van mijn leven echt niet zo veel heeft uitgemaakt. Tenminste, wat m’n studie betrof, voor m’n eetstoornis maakte het alles uit.
De tweede fase van de behandeling duurde 6 maanden. In totaal ben je dan 9 maanden in behandeling geweest exclusief de individuele gesprekken van de tevoren en de nabehandeling. De tweede fase was een stuk uitgebreider en ging dieper in op de achterliggende oorzaken van de eetstoornis. We kregen psychomotorische therapie, psychotherapie, g-schema’s en een uurtje met de diëtist. Vooral de g-schema’s hebben mij echt geholpen om mijn gevoelens beter te begrijpen en er constructiever mee om te gaan. Hier vertel ik meer over in de blog ‘Een kijkje in mijn eetstoornisdagboek‘. Dit dagboek hield ik echt bij in die tweede fase.
Ik leerde mezelf steeds beter en beter kennen. Ik leerde mijn talenten en mijn valkuilen kennen. Ik leerde dat ik niet perfect hoefde te zijn. Dat ik me rot en blij mocht voelen. Dat ik van gedachten mocht veranderen. Dat ik meer ben dan mijn prestaties. Dat mijn ADHD mij niet dom maakte. Dat ik best een leuk persoon ben en dat ik mijn eigen weg in dit leven mag bewandelen op mijn manier. Dat ik mijn eigen stijl mag creëren. Dat niet iedereen je leuk kan vinden, maar dat er wel heel veel mensen zijn die je waarderen ook al zie je dat zelf soms niet. Dat hoe ik me voel soms heel anders kan zijn dan dat wat is en dat ik daar niet direct op hoef te reageren. Dat vergelijken niet eerlijk is. Dat ik niet dik ga worden van drie koekjes ‘te veel’ en dat ik er heel erg goed uit zie op dit gewicht, het gewicht dat ik nooit van mezelf mocht hebben.
Klaar voor het leven?
Aan het einde van die 6 maanden was ik nog niet volledig hersteld, maar ik voelde me sterk genoeg om het zonder therapie te doen. Bovendien was m’n tijd bij PsyQ gewoon op. Het was nu tijd om weer op eigen benen te staan en mijn studie weer op te pakken. Het ging niet direct van een leien dakje. Ik kreeg geen nieuw hoofd na mijn behandeling en liep tegen behoorlijk wat lastige momenten aan na therapie. Het was niet zo dat ik nooit meer een eetbui had en nooit meer overgaf, maar na een tijdje werd dit echt minder tot m’n eetstoornis er net zo stilletje uit sloop als dat het erin was geslopen. Een beetje suf eigenlijk. Er was geen finishlijn en geen confetti aan het einde van de race. Het leven ging gewoon verder en dat voelde soms best raar, maar ook heel erg goed.
Dit was de behandeling die ik heb gevolgd. Ik weet niet of de ultieme eetstoornisbehandeling wel bestaat. Wat voor mij werkt hoeft namelijk niet voor een ander te werken en andersom. Dit is blijkbaar wat ik nodig had. Zo had ik een groepgenootje die de behandeling bij PsyQ echt verschrikkelijk onzinnig vond. Zij heeft later nog een andere behandeling gevolgd die haar wel heeft geholpen. Het kan dus heel persoonlijk zijn, maar één ding is zeker: Jij moet het willen. Je haalt eruit wat je erin stopt.
Nog altijd ben ik heel dankbaar voor de tijd en de ruimte die ik mezelf heb toen gegund. Het was geen makkelijke weg en eigenlijk duurde het me veel te lang. Ik heb gedacht dat het me nooit zou lukken en gedacht dat ik gedeeltelijk herstel misschien wel prima zou kunnen accepteren. Dat het wel oké was om te leven met een eetstoornis, maar dat is het niet. Ik weet het nu zeker. Een eetstoornis maakt niemand gelukkig. Eten is geen wiskunde en je lichaam geen machine. Je bent zo veel meer dan een getal op de weegschaal. Blijf daarvoor vechten. Herstellen is mogelijk.
♥ Liefs,
Irene
Geef een reactie