In haar laatste dagje mee-eten, had Phoi Cai het over de definitie van herstel. Wat is dit nu precies? Het is een vraag waar ik zelf ook lang mee heb geworsteld. Wanneer was ik nu precies ‘genezen’ verklaard? En betekende dit dat ik dan nooit meer mocht worstelen met vervelende gedachtes? Wat is eigenlijk de definitie van herstel?
Hoewel ontslag meestal geen vreugdevolle zaak is, voelde ik mij op de dag van ontslag uit de eetstoornis kliniek intens gelukkig. Wekenlang had ik mezelf door kilo’s aardappelen en stapels boterhammen geworsteld. Oneindig veel g-schema’s en eetregistraties had ik ingevuld. Talloze uren had ik gespendeerd in stoffige therapieruimtes met smerige automaat-koffie. Maar met mijn ontslag uit de kliniek vandaag, kwam daar een einde aan. En terwijl ik de deur van de kliniek achter mij dichttrok, dacht ik: dag eetstoornis… tot nooit meer.
Of toch niet? Ik denk dat ik nog geen kwartier thuis was, of ik merkte dat de strijd in mijn hoofd weer begon op te spelen. Wel of geen extra boterham bij de lunch? Misschien zometeen toch nog dat extra rondje lopen met de hond? Voor ik het wist schoten de eetstoornisgedachten alle kanten op in mijn hoofd. Het voelde maar wat verleidelijk om mee te gaan in deze vertrouwde gedachten. De eetstoornis was mijn houvast. Achteraf gezien was het natuurlijk behoorlijk naïef om te denken dat ontslag uit de kliniek per definitie betekende dat ik hersteld was. Maar het was waar ik op dat moment zo naar verlangde: bevrijd zijn uit de greep van de eetstoornis. Ik was zo klaar met de eetstoornis en ik vond bovendien dat het nu wel lang genoeg had geduurd.
Begrijp mij niet verkeerd. De weken in de kliniek hadden mij zeker wat opgeleverd. Ik had weer een normaal voedingspatroon, iets wat al een hele prestatie op zich was. Mijn beweegpatroon was genormaliseerd. Ik was mij bewuster geworden van wie ik was en wat maakte dat de eetstoornis in mijn leven was gekomen. Ik had voor het eerst stil leren staan bij emoties. Allemaal mooie en waardevolle stappen in mijn herstel. Maar eenmaal thuis merkte ik dat er ook nog een hoop stappen te zetten waren. Ik kon dan wel weer een normaal voedingspatroon hebben of er wat gezonder uitzien, de strijd in mijn hoofd was nog steeds aanwezig. Het betekende dat ik ook thuis, bij ieder eetmoment, in moest blijven gaan tegen deze gedachten.
Met elke ‘eetgestoorde’ gedachten die langzamerhand naar de achtergrond verdween, ontstond er meer ruimte. Ruimte om na te kunnen denken. Ik was niet langer meer de eetstoornis, maar wie was ik dan wel? Wat vond ik ook alweer leuk om te doen in mijn vrije tijd? Wat maakte mij nu echt gelukkig? En hoe moest ik nu omgaan met onzekerheden als ik niet langer kon wegvluchten in de eetstoornis? Al deze vragen maakten onderdeel uit van mijn herstel. Herstel vroeg dan ook om een verdere zoektocht naar mezelf. Dat klinkt wellicht wat zweverig, maar het was allesbehalve dat.
De antwoorden op deze vragen vond ik niet van de ene op de andere dag, jammer genoeg. Daar zijn dagen, maanden en jaren overheen gegaan. Dat maakt dan ook dat ik het lastig vind om een duidelijke datum te plakken op mijn herstel. Ik werd niet op een ochtend wakker met de gedachte: zo, vandaag ben ik hersteld. En gelukkig maar, zeg ik nu achteraf. Want door mezelf geen stempel met ‘genezen’ te geven, kon ik milder en liefdevoller naar mezelf zijn. Ik hoefde niet van de ene op de andere dag ineens alles te kunnen of op iedere levensvraag een antwoord te hebben gevonden. (Wie heeft dat trouwens wel?) Het was vervelend als ik een keer teruggreep naar die eetstoornis, maar dat betekende niet per definitie een terugval. Het was en is allemaal onderdeel geweest van mijn herstelreis.
Ironisch genoeg heeft juist mezelf alle tijd gunnen om te mogen herstellen, ervoor gezorgd dat ik sneller kon herstellen. Ik pakte stap voor stap mijn studie weer op, nam steeds weer wat vaker deel aan sociale acitiviteiten en verplichtingen. Beetje bij beetje merkte ik dat ik dit leven aankon, zonder dat ik daar langer destructief gedrag voor hoefde in te zetten. Het betekende overigens niet dat er nooit meer eetgestoorde gedachten door mijn hoofd heen spookten. Het betekende ook niet dat ik altijd alleen maar zielsgelukkig was. Maar de ervaringen leerde mij dat ik niet langer weg hoefde te deinzen voor vervelende emoties als pijn, verdriet of angst. Deze emoties mochten er zijn en deze kon ik aan. Vaak juist door hulp en steun te vragen in mijn omgeving, iets wat ik ook heb moeten leren.
Als ik de richtlijnen van de DSM zou volgen, had ik al jaren eerder de stempel ‘genezen’ kunnen krijgen. Maar ik wist voor mezelf dat dit niet het herstel was waar ik naar op zoek was. Herstel en de definitie daarvan zie ik dan ook eerder als iets persoonlijks. Wat voor mijn herstel wel nodig was, daar ben ik al lerend, maar vooral ‘al levend’ achter gekomen. De tijd gaf mij vertrouwen en dat is ook mijn wens voor jou.
Geef en gun jezelf de tijd. ♥
Geef een reactie