Een opname, …ik? Ik ben daar niet ziek genoeg voor. Ik ben de dikste van de hele groep. Geef mijn plaats maar aan iemand die het meer nodig heeft dan ik. Jullie willen mij gewoon weg! Dit waren mijn eerste gedachten wanneer ze me zeiden dat ik opgenomen moest worden. Ik heb niet lang op de wachtlijst gestaan. Ik kon best snel beginnen met de opname. Angst, angst voor wat ging komen en veranderen. Ik ging veel moeten eten, moeten aankomen, de zogenaamde controle loslaten. De dag was aangebroken, maandag 23 juli. Dit was de dag dat ik werd opgenomen…
Om 15:00 uur moesten we in het ziekenhuis zijn. Thuis nog snel de laatste dingen in mijn koffer, mijn huisdieren gedag zeggen en vertrekken. Ik wist niet wat te voelen. Ik voelde me angstig, boos, verdrietig en opgelucht. Opgelucht, omdat ik eindelijk ging kunnen genezen, ..misschien. De weg naar Antwerpen, de plaats waar ik opgenomen ben, kan ik me niet meer goed herinneren. We zijn aangekomen, ik was nog steeds bang. Wat als ze me gaan zien, ze zullen vast en zeker denken: “Zij is helemaal niet dun, hoe kan zij nu anorexia hebben?” Ho, denkfout! Of toch niet? Ik weet het niet meer. Is dit een denkfout of is dit echt? Ik weet het echt niet meer.
We stappen naar het ziekenhuis en gaan naar de groep. Een lieve verpleger doet de deur open. Haar lach doet me goed. Deze sfeer is goed. Omdat er nog geen kamer vrij was op de groep, moest ik de eerste twee weken op de pediatrie slapen, daarom gingen we eerst naar daar. Ik had een echte ziekenhuiskamer, het was een klein somber kamertje met een marmeren vensterbank. Het had een bed, een tafel met stoel, nachttafeltje en ik had een eigen badkamertje met een wastafel en toilet. Het was er warm. Ik voelde me ongemakkelijk. Of het door de warmte kwam weet ik niet. Nu is het voor echt, nu gaat mijn herstel pas echt beginnen. Ik was blij, maar ook nog steeds zo enorm angstig. Ik kreeg een ziekenhuisbandje en daarna gingen we terug naar de groep.
Terug op de groep had ik nog steeds een goed gevoel. Ik had mijn medegenoten, wat allemaal meisjes waren, nog niet gezien. Misschien had ik daarom een goed gevoel, ik kon nog niet weten waar ik in terecht kwam. Toen ik binnenkwam zag ik alle meisjes zitten aan de eettafel samen met een volwassene, die bleek uiteindelijk onze diëtiste te zijn. Ze keken me aan met grote ogen. Meteen kreeg ik allemaal gedachten. “Ik ben zo dik, ik hoor hier niet thuis….” Ik kreeg eerst nog wat uitleg, maar als snel vroegen ze of ik me wilde gaan voorstellen. Wilde ik dat? Wilde ik me voorstellen? Ik wilde niet en ik wilde wel. Ik deed het. Ik ging naar de eettafel en zette me neer op een stoel. Ik keek iedereen even aan.
Mijn anorexia was luid, ik was de dikste. Zie je wel, ik had geen anorexia. Ik voelde me gefaald, ik voelde me slecht. Iedereen stelde zich even voor, daarna stelde ik me voor. “Ja, ik ben Marjorie en ik ben 14..” begon ik. Ik wist niet wat ik kon zeggen en wat wel. Iedereen keek me aan. Ik voelde me opnieuw zo ongemakkelijk. Toen ik op de groep kwam, waren ze net bezig geweest met eten, maar ze zaten dus wel nog aan tafel. Daarom moesten we nadat ik me voorgesteld had, in de zetel gaan rusten. De meisjes waren super lief tegen me, en ik voelde me meteen goed. Ze waren zo vriendelijk en zeiden ook dat ik er als een gemotiveerd iemand uitzag. Dat deed deugd. Toch voelde ik me niet thuis. Nog steeds had ik het gevoel dat ik niet ziek genoeg was.
Na wat activiteiten was het tijd voor het avondeten. Dat waren boterhammen. Met de diëtiste had ik een eetlijst gemaakt en die moest ik dan gaan volgen natuurlijk! Deze maaltijd was zo enorm moeilijk. Ineens heb ik door dat ik wel echt een probleem heb… Een normaal persoon zou niet zoveel nadenken over boterhammen. Die eet gewoon boterhammen op en klaar is kees. Toch nog steeds paniek. Ik ga hiervan aankomen, ik ga dik worden, ik wil dat niet, help.
Ik wilde naar huis en gewoon verder gaan met compenseren en afvallen. Ik wil helemaal niet aankomen. Toch bleef het blije, opgeluchte gevoel er. Wat dat er deed weet ik niet. Misschien is dit de echte ik, de echte ik die zo blij is dat ik terug de oude ga worden. ‘s Avonds toen ik terug was in de ziekenhuiskamer, had ik het moeilijk. Ik wist nu helemaal niet wat te voelen. Daarom schreef ik het maar op in een schrift. Ik schrijf elke dag hoe mijn dag was. Dat lucht zo op. Daarom geef ik dit ook als tip als jij moet worden opgenomen of al bent opgenomen. SCHRIJF! Schrijven lucht heel erg op, en is voor mij een goede therapie opzich. Gewoon alles lekker van je afschrijven…
Geef een reactie