Het moment dat ik voor het eerst in mijn leven de trappers rond draaide op mijn eerste kleine fietsje. Het moment dat mijn moeder maar al te vaak heeft omschreven in mijn leven, waardoor ik het goed kan navertellen. Vallen en opstaan, maar fietsen moest en zou ik kunnen, dezelfde dag nog. Zoals mijn moeder altijd mooi verwoordt: “Je was toen al een strebertje”. Een mooie karaktereigenschap, zou je zeggen. En dat is het ook, maar er ligt een grens. En over die grens ben ik, helaas, heen gegaan.
Door alle liefde in mijn gezin van mijn ouders en drie broers, om mij heen, vriendjes en vriendinnetjes, ben ik altijd het ‘stille strebertje’ geweest. Ik genoot van het leven, leefde het leven van een jong meisje, zoals het hoort te doen.
Op de basisschool kreeg ik gymnasium advies. Niet heel vreemd, met 3 broers boven je, die ook het atheneum hadden afgerond, of bijna aan het afronden waren. Als klein zusje volgde ik dus mijn grote broers. De eerste en tweede klas waren een combinatie van havo en vwo. Ik deed er veel voor, maar haalde goede cijfers. Aan het eind van de tweede klas waren mijn cijfers echter niet ‘atheneum-waardig’. Toch mocht ik met volle overtuiging naar het VWO, omdat de leraren vonden dat ik een leergierige meid was, een harde werker, en zeker sterk genoeg om het VWO te behalen.
Daar ging ik dan, na een vakantie in het mooie Corsica, met een rugtas vol complimenten, op naar klas 3 van het VWO. Heel langzaam, veranderde ik. Ik werd nog meer een ‘stil strebertje’, en keerde meer in mijzelf. Ik nam een plak ontbijtkoek, in plaats van de chocolade koekjes die ik altijd at. In plaats van de reep chocolade in de middag, bedacht ik dat een appel misschien beter was. Niets mis mee, zou je zeggen. In oktober ben ik nog een week naar een All-inclusive resort geweest in het prachtige Turkije. Daar heb ik ‘gewoon’ meegedaan. Maar achteraf kan ik met zekerheid zeggen dat ik al veranderd was.
Dat veranderen was heel onschuldig. Totdat het doorsloeg. Mijn moeder zag dat ik ‘wat’ afgevallen was. Ik kon en kan eerlijk zeggen dat dit nooit, maar dan ook nooit, mijn doel geweest is. En dat werd geloofd, vol overtuiging. Ik bleef namelijk altijd zoals een ‘normaal’ persoon eten, ik at alleen minder dan ik voorheen deed. De combinatie met mijn té drukke leven: 3 keer volleyballen, mijn passie hardlopen, het fietsen naar school, en dan nog de lange schooldagen en het leren daarbij, maakte dat ik in korte tijd heel veel kilo’s ben verloren.
Een maand later, alweer een paar kilo’s lichter. Het moment dat we voor de tweede keer besloten naar de huisarts te gaan, die mij vervolgens heeft doorgestuurd naar de kinderarts, omdat mijn gewicht in een rap tempo achteruit ging. Nog steeds was er vanuit mij, maar tevens vanuit mijn ouders, geen enkele sprake van een eetstoornis. Bij de kinderarts werd geconstateerd dat ik flink ondergewicht had, en dat ik, ondanks hetgene wat ik ‘gewoon’ at, meer moest gaan eten om zo snel mogelijk aan te komen. Ik kan me dit moment nog herinneren als de dag van gisteren. Het enige wat ik kon denken was: dan kan ik eindelijk weer chocolade eten, mijn favoriete kruidkoek, en andere lekkere dingen. Achteraf gezien, was ik dus toch wel al bezig met eten….
Het kopen van het eten was nog geen probleem, ik zag het helemaal zitten! Tot het moment dat ik het daadwerkelijk moest gaan eten. Ik kan me dit herinneren, als een zwart gat waar ik in viel. De overtuiging dat ik geen probleem had, zakte volledig in mijn schoenen, en ook voor mijn omgeving werd duidelijk dat er meer aan de hand was. Door de kinderarts werd alle hulpverlening in gang gezet.
Jaar 3 van het VWO heb ik uiteindelijk gehaald, met belachelijk goede cijfers. Achteraf is dit heel onwerkelijk, want ik was toen meer aan het overleven, dan aan het leven. Die zomer, was de laatste reis van ons hele gezin, namelijk een grote reis van 4 weken naar Amerika en Canada. Ik mocht mee, aangezien ik die maanden daarvoor wat kilo’s was aangekomen, waarmee ik het aan moest kunnen. Ik vind het moeilijk om te zeggen of ik 100% heb genoten, aangezien ik nog steeds ziek was. Wanneer ik de foto’s terug kijk, durf ik met zekerheid te zeggen dat de vakantie grotendeels overheerst werd door mijn eetstoornis. Tot op de dag van vandaag heb ik daar spijt van. Maar ik weet dat ik daar op dat moment, niet veel aan kon doen. De eetstoornis, mijn tweede ik, was de heerser over mij.
Met een rapport van één zeven, en voor de rest achten en negens ging ik na deze reis dus naar 4 VWO. Wat zag ik op tegen de zware dagen die zouden komen. De druk lag ontzettend hoog, en dit resulteerde uiteindelijk in het omgekeerde. Het enige wat ik aan het doen was, was leren en huiswerk maken. Maar de cijfers waren het tegenovergestelde van het jaar daarvoor: van negens en achten ging ik naar vieren en vijven.
Ik vond mezelf een mislukkeling: geestelijk ging het slecht, met mijn gewicht ging het niet goed en thuis ging alles niet meer van een leien dakje. School was het enige waar ik nog in kon presteren, dacht ik. Maar ook dit kon ik niet meer. Na lange gesprekken met leraren en directeuren heb ik toen de beslissing genomen om na de herfstvakantie nog naar 4 Havo te gaan. Iets wat eigenlijk niet mocht, maar in een hoge uitzondering werd gedaan. Het voelde, alsof ik enorm faalde. Inmiddels was ik doorgestuurd door mijn psycholoog naar een psychiater. Een moment dat ik me volop schaamde. Was ik echt dat meisje, die altijd kon genieten van eten, van het leven, maar die nu opeens naar een psychiater moet omdat ze er zelf niet meer uit komt? Ik kreeg antidepressiva en slaapmiddelen, want veel uurtjes slaap per nacht had ik niet. Slapeloze nachten, nachtmerries over eten, calorieën en vet.
De dagelijkse kwaaltjes van een eetstoornis waren dus ook op mij van toepassing. Niet alleen slecht slapen, maar ook de kou, blauwe handen en nagels, véél haar uitval en kramp in mijn benen. Toch ben ik gedurende de jaren, in combinatie met verschillende hulpverleningsinstanties, met de hulp van mijn ouders en broers, steeds iets verder de berg opgeklommen, geestelijk en lichamelijk. Maar altijd heerste nog die controle over mijn leven. Elke dag stond nog in het teken van genoeg eten, aankomen, gewicht, en onzekerheid.
Meerdere terugvallen heb ik gehad. Helaas één heftige terugval wat ik me nog heel goed kan herinneren. Het enige wat ik toen wilde was afvallen. Alle kilo’s die erbij waren gekomen, wilde ik er net zo hard weer af hebben. Mijn ouders wisten zich geen raad met mij. Ik zag het nut van het leven niet meer in, en gleed volledig in mijn eetstoornis. Een periode, waar ik liever niet meer aan terug denk.
Toch heb ik, ook toen, mezelf weer gevonden. Er kwamen telkens weer momenten dat ik dacht: ik bereik hier helemaal niets mee. Ik wilde me focussen op wat IK leuk vond: vriendinnen, sport: hardlopen, de toekomst. Verdorie niet die stomme eetstoornis die me die schijncontrole bood. Ondertussen zat ik in 5 Havo. Het examenjaar. Gedurende de eerste periode zat ik dus flink in de put tijdens de terugval, maar ik ben omhoog geklommen. Afgelopen zomer heb ik mijn diploma gehaald. Op dat moment was het nog steeds moeilijk voor mij om te accepteren dat ik niet de cijfers had die ik ooit op het VWO behaalde. Ik was dan wel geslaagd, maar voor mijn gevoel nog altijd onder de maat. Doordat ik een minimaal gezond gewicht had bereikt, mocht ik weer sporten. Maar hier kon ik wat betreft het eten niet tegen op botsen, omdat ik echt heel veel moest eten om maar niet af te vallen.
Is dit wat ik wil? Wil ik telkens in die jojo belanden? Wil ik telkens die strijd tussen aankomen en op gewicht blijven, de onzekerheid over mijn gezondheid, mijn ouders die ik in onzekerheid laat? Vragen die ik mezelf stelde. Nadat ik weer wat kilo’s was verloren, heb ik voor mezelf een besluit gemaakt. Dit, gaat mij nooit meer gebeuren. Hoeveel ik ook moet eten, ik ga nu ECHT herstellen. Die knop die altijd 90 graden draaide en vervolgens weer terug, draaide nu voor de volledige 180 graden.
Ik stond op het punt om SPH: sociaal pedagogische hulpverlening te gaan studeren op de Hanze hogeschool in Groningen. Een studie waarin je zelf sterk in je schoenen moet staan, omdat je jezelf tegen gaat komen. Ik ben keihard gaan vechten. Tijdens deze periode at ik twee keer de hoeveelheid van een ‘normaal’ persoon. Aan het begin was het moeilijk, maar na verloop van tijd won ik het van mijn gedachten. Van lepels pindakaas, tot een heleboel boterhammen, ik moest veel eten om mijn doel te verwezenlijken. Ik zag in dat het gewicht dat ik aankwam, dat het me alleen maar zou helpen. Voor mijn studie, voor mijn toekomst, voor mijn passies. Ik was me bewust van het feit dat ik er beter op zou worden, in plaats van dat ik me bewust was van de eetstoornis.
Op een goed tempo kwam ik aan, en ben ik beland op een perfect gewicht, voor mijn leeftijd en lengte. Het gewicht wat ik in die 3,5 jaar nog nooit had bereikt. Maar ook het punt op geestelijk gebied, waar ik nog nooit was beland. Namelijk de plek waar ik trots ben op mezelf, op hetgene wat ik bewezen heb. Op het punt waar ik nu sta, genietend van alles dingen om me heen. En het mooiste van allemaal is denk ik: dat ik mezelf voor het eerst in jaren weer realistisch zie. Het strebertje in mij, wat was omgeslagen naar de eetstoornis, heb ik weer de andere kant op geduwd. Richting het leven.
Het waren de moeilijkste drie jaren van mijn leven, maar die hebben me ook gemaakt tot wie ik nu ben. Dankzij mijn lieve ouders, mijn lieve broers, mijn verdere omgeving, dankzij goede hulpverlening en ook dankzij Proud2Bme heb ik extra motivatie gevonden om door te vechten. Elke dag leer ik weer meer, over mezelf, over mijn leven, over mijn toekomst. En eindelijk kan ik ook het perfectionisme loslaten. Ik kan gewoon genieten van het leven, zonder mij volledig te storten op óf de eetstoornis, of school. Door de dieptepunten die ik heb meegemaakt, ben ik me meer bewust van de hoogtepunten. En daar ga ik volop van genieten. Datgene wat ik heb meegemaakt, wil ik juist als kracht zien om mezelf te blijven, en om daar later mijn beroep van te maken. Mijn kracht wil ik inzetten om later meiden van mijn leeftijd ook te helpen met het overwinnen van deze vreselijke ziekte.
Blijf niet staan, maar durf te kiezen. Durf te kiezen voor de échte jij. Het is eng, het is niet makkelijk, maar het is het zo waard. Geloof me, je krijgt er zo veel voor terug!
Geef een reactie