Het lastige van eetstoornisherstel vond ik dat het niet altijd goed voelde. Tegen de eetstoornis ingaan kon ontzettend veel stress en angst opleveren, terwijl toegeven aan de eetstoornis juist rust gaf. Dat was wellicht op de korte termijn, maar op die momenten had ik de opluchting zo hard nodig! Ook is er een periode geweest dat ik juist helemaal geen nadelen zag aan mijn eetstoornis. Het liet me juist krachtig voelen en het was de enige manier waarop ik voor mijn gevoel wat controle had op het leven. Dat loslaten? Nooit! Ik voelde me juist beter door de eetstoornis. De eetstoornis hielp mij, toch? Waarom hamerde iedereen dan toch zo op herstel?
Ja, een eetstoornis heeft zowel voordelen als nadelen. Je hebt het immers niet voor niets ontwikkeld. Maar het komt ook niet zonder gevolgen. Doordat de gevolgen steeds groter werden, kon ik uiteindelijk motivatie vinden om te herstellen. Lange tijd heb ik daar echter helemaal geen motivatie voor gehad. Herstellen? Waarom zou ik? Ik vond het dan ook verschrikkelijk dat mijn omgeving wilde dat ik voor herstel zou gaan.
In de behandeling die ik van mijn ouders moest volgen, loog ik alles bij elkaar. Ik wilde geen zogenaamde hulp. Ik voelde me misschien niet goed, maar mijn eetstoornis zou mij daar juist bij helpen. Het zou echt beter worden als ik gewoon nog even door zou zetten. Dacht ik. Maar achteraf bleek ik helemaal niet op het juist pad te zitten. Had ik dit niet kunnen zien aankomen? Tja, dat is lastig met een eetstoornis. Het sluipt erin en lange tijd voelen je gedragingen juist als hetgeen dat het wel beter moet maken, als je nou nog maar even doorgaat. Toch kan je het aan een aantal zaken merken wanneer je niet op het juist pad zit.
Alles gaat over eten
Mijn eetstoornis was mijn obsessie. Alles wat ik op een dag deed, draaide om mijn eten en mijn gewicht. Van meerdere keren per dag op de weegschaal staan tot de hele tijd plannetjes maken over wat ik wel en niet kon eten. Maar ook alleen maar programma’s over overgewicht en afvallen kijken. Of eindeloos de Allerhande doorbladeren en obsessief door de supermarkt dwalen. Zelfs als ik naar een feestje ging of met vrienden afsprak, was ik in mijn hoofd alleen maar bezig met wat ik wel of niet zou gaan eten. Alles, maar dan echt alles, ging over eten.
Je geniet niet meer
En natuurlijk kan je voeding of koken een interesse zijn, maar bij mij was het een obsessie. Soms kon ik echt uitkijken naar een maaltijd, maar genoot ik er echt van? Het was allemaal angstvallig, schichtig, paniekerig, gestrest of op een andere manier extreem beladen. Daarnaast genoot ik ook niet meer van andere dingen dan eten. Ik kon mijn aandacht niet bij school of een gesprek met mijn vrienden houden. Ik had geen zin om andere dingen te doen. Halverwege een avondje uit, ging ik toch liever naar huis om op de weegschaal te staan, op pro-ana sites te kijken of een eetbui te hebben. Ik vond tijdens het avondje uit geen rust, totdat ik weer thuis was en op eten kon focussen. Is dat nou gezond of fijn?
Je vergelijkt jezelf continu met anderen
Ook vergeleek ik mezelf continu met anderen. Hoeveel eet hij of zij? Hoeveel weegt hij of zij? Hoe staat die broek haar en hoe staat dat shirtje mij? Iedereen vindt haar leuk, maar zij is ook dun, dus dat zal vast dáárom zijn. Ik vulde het helemaal in op een manier dat ik er altijd uitkwam als de grote verliezer. Op Google zocht ik naar plaatjes van dunne celebrities. Zo wilde ik ook zijn en tot die tijd vond ik mezelf niet goed genoeg. Zij waren gelukkig, succesvol en mooi, toch? Als ik zo kon zijn… Maar ik was zo niet en dat nam ik mezelf kwalijk. Ik voelde me zo lelijk en dik vergeleken met anderen en toch bleef ik mezelf maar vergelijken, het bewust opzoeken. In de hoop dat het me zou inspireren om af te vallen. Om een ‘beter’ mens te worden.
Je mag pas meedoen met het leven als…
En pas als ik dat betere mens was, zou het leven echt kunnen beginnen. Dan zou ik er mooi uitzien in kleding, waardoor mensen mij aardiger zouden vinden. Dat klinkt heel oppervlakkig, maar daaronder zat de enorme angst voor afwijzing en buiten de boot vallen.
Je bent steeds aan het liegen
Wat ik deed was goed, vond ik. De wens en pogingen om af te vallen, maar ook de eetbuien die ik weer uit kon braken. Toen het braken me voor het eerst lukte, voelde dat alsof ik het wiel had uitgevonden. Eindelijk kon ik eten zonder aan te komen en misschien zelfs af te vallen. Een win-win situatie, toch? Maar toch durfde ik niemand erover te vertellen. Ik loog over wat ik wel of niet gegeten had. Over de eetbuien die ik had en weer uitbraakte. Het was mijn geheim. Maar waarom was het een geheim? Als ik zelf het idee had dat het wel goed was, waarom mocht niemand dat dan weten? Ik denk dat ik ergens wel wist dat dit niet goed was. Dat anderen zich zorgen zouden maken.
Anderen maken zich zorgen
En dat is meteen weer een teken dat je misschien niet op het juiste pad zit. Iedereen in mijn omgeving zag hoe slecht het met me ging. In eerste instantie was mijn eetstoornis heel zichtbaar, omdat ik ondergewicht had. Dit maakte het makkelijker voor mensen om te zien en hun zorgen te uiten. Later was mijn eetstoornis minder zichtbaar, maar toch merkten mensen ergens wel dat ik niet zo lekker in mijn vel zat. Ook als ik er iemand over sprak, gaven ze wel aan dat ze zich zorgen maakten. Het is niet leuk als anderen zich zorgen om je maken, maar soms wel heel terecht en nodig.
Je houdt niet van jezelf
Tot slot hield ik niet van mezelf en liet mijn eetstoornis me alleen maar minder van mezelf houden. Ik dacht juist dat ik door m’n eetstoornis meer van mezelf kon leren houden. Dat, als ik wat af zou vallen of emoties weg kon stoppen, het leven makkelijker voor me zou zijn. Maar zo werkte het niet. Uiteindelijk was het nooit goed genoeg, loste ik er niets mee op. Werd de obsessie alleen maar groter, zag ik alleen maar meer wat nog niet goed genoeg was en voelde ik me steeds slechter. Ik leerde mijn emoties niet verwerken, mijn leven stond op pauze en mijn lichaam en geest raakten uitgeput. Alsof van jezelf houden niet al moeilijk genoeg kan zijn, maakte dit het absoluut zwaarder. Zelfacceptatie zit hem niet in het veranderen van jezelf totdat je jezelf kan accepteren. Het zit hem in accepteren wie je bent, gewoon zoals je bent. En dat betekent niet dat je niet mag veranderen of ontwikkelen, maar die verandering of ontwikkeling is geen voorwaarde om van jezelf te mogen houden. Een positief zelfbeeld zit van binnen, niet van buiten. En daar heb je geen eetstoornis voor nodig.
Helpt jouw eetstoornis jou werkelijk?
Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en diëtisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.
Geef een reactie