Ik kamp al tien jaar met een eetstoornis. Dat betekent niet dat het al tien jaar hetzelfde met mij gaat. Bij mezelf merk ik dat ik verschillende fases heb meegemaakt in mijn strijd. Dit zorgde er mede voor dat de eetstoornis onbewust mijn leven insloop en overnam. Het is bij mij vrij traag verlopen, juist daardoor zitten de patronen er nu hardnekkig in.
Het begon bij mij ongeveer tien jaar geleden. Ik was toen twaalf en dat is toch al een gevoelige leeftijd voor de meeste mensen. Een tijd waarin veel verandert. Mede doordat ik mezelf nooit heb geuit en ik een moeilijkere periode in mijn leven had, ging ik mezelf onbewust in het lijnen uiten. Zo kreeg ik voor mijn gevoel ook wat ‘controle’. Zaken als school, vriendschapsrelaties en ruzies had ik niet onder controle. Daar had ik niet alle grip op. Op mijn gewicht hoopte ik dit wel te krijgen.
Ik begon met tussendoortjes schrappen, ik beschouw dit voor het gemak maar als fase 1. Al snel kreeg ik een paar complimentjes en dat zorgde ervoor dat ik meer wilde. Het afvallen ging al snel te traag, dus de maaltijden gingen er ook al snel aan. Brood weggooien, liegen dat ik mijn avondmaaltijd bij een vriendin op had, enzovoort. Zolang het getal op de weegschaal maar daalde. Al snel hield ik het niet vol. Mijn lichaam schreeuwde om voedsel. Ik zag zwart, was continu duizelig en had geen energie meer. Ik at dan een tijdje weer een stuk meer. En dat voelde dan als falen. Ik was gefaald in het uithongeren van mezelf. Ik kwam weer iets aan en ik veroordeelde mijzelf als mislukkeling.
Al snel kwam ik erachter dat dit niet bij mij hielp. Er moest een andere manier zijn. Toen ontdekte ik de laxeerpillen. En hierbij startte fase 2. Ik viel af, het gaf mij weer een heel sterk gevoel. Ik had het weer onder ‘controle’. De leegte die ik in mijn buik voelde door die pillen gaf mij een goed gevoel. Maar al snel was één pilletje niet meer genoeg en werden het er meer. Tot ik er na drie jaar veel te veel per dag slikte. Ziek werd ik ervan. Doodziek. Ik werd lijkwit, kon niets meer zien, zweette, gaf over, trilde en ik kon op de ergste momenten niets meer. Het afvallen ging inmiddels redelijk goed. Jaren heb ik geschommeld van ondergewicht naar gezond gewicht, maar op het laatst slaagde ik erin om ondergewicht te behouden. De anorexia had haar volledige grip op mij gekregen. Echter voelde ik mij steeds minder goed. Ik was erg zwak. Mijn haar viel met bossen uit, mijn nagels braken continu af, ik had het ijs en ijs koud en ik stortte regelmatig in, ik was op.
In deze jaren heb ik wel wat gesprekken met een psychologe gehad, maar zij was niet gespecialiseerd in eetstoornissen. Op mijn zestiende hebben we hulp gevraagd van het Erasmus. Ik zou daar in opname gaan. Maar het idee van een opname benauwde mij enorm en gaf mij het gevoel alsof ik mij vrijwillig in een gevangenis liet opsluiten. Ik kreeg daar tijdelijk een enorme motivatieboost van. Ik dacht: “Als ik dan toch aan moet komen, dan doe ik het thuis wel, dat gaat mij écht wel lukken”. En dan begon ik weer met een goede eetlijst en steeg mijn gewicht wat. Ik overtuigde iedereen ervan dat het mij ging lukken. Ik geloofde het zelf ook écht. En zo ben ik meer gaan eten en mijn gewicht steeg wat. Ook ben ik toen gestopt met laxeren. Al snel merkte ik dat je van laxeerpillen enkel wat vocht verloor, vet verlies je er niet mee.
Toen ontdekte ik de wetenschap van de calorieën. Hierbij belandde ik in fase 3. Zo kon ik blijven eten en toch afvallen/stabiliseren. Elke dag woog ik mezelf en de weegschaal bepaalde zo hoeveel ik van mezelf mocht eten. Ik was erdoor geobsedeerd. Ik kon niet zonder mijn weegschaal. Mijn humeur werd volledig door het getalletje bepaald. Huilend kon ik op de weegschaal staan als er wat bij was.
Ik moet zeggen dat dit jammer genoeg bij mij de langste fase is geweest. Mijn dieptepunt wat gewicht betreft heb ik denk ik wel echt gehad. Ik wil niet meer terug naar mijn laagste gewicht, dat was een tijd van alleen maar overleven. Ik klim langzaam weer naar de top. Maar nog steeds vecht ik tegen de eetgestoorde gedachten. Gelukkig weeg ik mij niet meer elke dag, maar één keer per week. Dit brengt mij enorm veel rust. Ook ben ik door middel van therapie bij Human Concern veel vrolijker en rustiger geworden. Maar nog steeds hunker ik naar de ‘controle’. Ook ben ik bang geworden voor mijn toekomst. Zal ik ooit gelukkig worden met een gezond gewicht? Zal ik ooit een tevreden leven hebben? Vragen die door de tegenslagen van mijn eetstoornis zijn ontstaan. Mijn school heeft bijvoorbeeld ook sterk geleden onder de eetstoornis. Ik had geen energie en ik kon geen extra druk aan. De eetstoornis vroeg al genoeg van mij. Gelukkig is dit nu minder en ben ik een studie gestart. Ook de angst dat ik mij straks op gezond gewicht nog dikker zal voelen en dat mijn gedachten omtrent eten niet zullen veranderen is groot. Elke kilo die ik aankom voelen er voor mij als tien. Het voelt voor de eetstoornis als falen. Ook het idee dat andere mensen mijn straks als gezond zien is eng. Want waarschijnlijk voel ik mij geestelijk in eerste instantie niet beter. Tenminste, dat is wel wat ik eerder ervaren heb.
Ook merk ik dat mijn lichaam na jarenlang ondergewicht moe wordt. Ik ben snel moe, heb een lage hartslag en bloeddruk, snel koud, botontkalking, slechte concentratie, duizelig, zwart zien, niet ongesteld, enzovoort. Maar juist die klachten geven mij ook de motivatie om door te zetten. Ik wil mij weer fit voelen. Ik wil niet dat mijn botten straks echt gaan afbreken. Ik wil mijn best doen voor mijn studie en daarvoor moet ik een hoop energie hebben voor voldoende concentratie. Ik wil mij gelukkiger voelen. En ook al heb ik ontzettend veel moeite met mijn gewicht, ik vind ik mezelf absoluut niet te dun en de anorexia hunkert terug naar een aantal kilo minder. Ik weet dat ik daar uiteindelijk niet beter van word. Dat ik mij zowel fysiek als mentaal alleen maar zieker ga voelen.
En zo vecht ik elke dag tegen mijn gevoel en verstand. Mijn gevoel zegt dat er wel weer een paar kilo af mag, maar mijn verstand weet dat ik nog te licht en ongezond ben en dat er dus wat bij moet. Het is een zwaar en langdurig gevecht, maar dat betekent niet dat het onmogelijk is. Stapje voor stapje klim ik naar de top. Met de hoop dat ik bovenaan die top mijn geluk vind.
Zo zie je maar dat Anorexia vele uitingen kan hebben. Ik krijg nog vaak de reactie: ‘Oh jij hebt anorexia, oh dan zal je wel erg mager zijn en niets/weinig eten’. Dat kan, maar dat hoeft zeker niet. Ik eet zeker niet niets/weinig. Ik eet erg gecontroleerd. En of ik mager ben, daarover kan ik niet eerlijk oordelen. Maar een gezond gewicht betekent lang niet altijd dat iemand genezen is. Het is en blijft toch een psychische ziekte. Voor veel mensen begint het zwaarste gevecht pas zodra er een gezond gewicht bereikt is. Om je lichaam te gaan accepteren en het gezond te houden, dat vergt veel kracht.
Wat nu mijn doel is? Ik werk toe naar een gezonder gewicht. Een gewicht waarop ik weer ongesteld zal worden en waar mij fit bij zal voelen. En een eetpatroon waarin ik misschien nog wel calorieën tel, maar waarbij ik het los kan laten in sociale situaties. Dat ik hapjes mee kan eten en kan uit eten. Hier oefen ik nu al mee, en ik kan met trots zeggen dat dit ook langzaam verbetert. Een leven zonder calorieën en een BMI van xx kan ik mij nog niet voorstellen. Maar wie weet, van het laxeren en veelvuldig wegen ben ik ook afgekomen. Dus wie weet wat de toekomst mij nog brengen mag. Ik merk in ieder geval dat de eetstoornis stukje bij beetje mijn leven verlaat en mij meer ruimte geeft om te kunnen genieten.
Geef een reactie