De grenzeloosheid van een eetstoornis

Grenzen, grenzeloosheid en verleidingen. Elke dag proberen we grenzen voor onszelf te stellen of ze juist eens te versoepelen. Zeker als het gaat om het gevecht tegen een eetstoornis, is het stellen van grenzen – of je eigen grenzen herzien – eigenlijk aan de orde van de dag. Wanneer is het gezond en wanneer worden de zelfopgelegde grenzen grenzeloos? 

In het kader van het Brabants Kloosterleven onderzoeken theatermaker Oscar Kocken en schrijver Daan Windhorst of het een goed idee is om anno 2021 anders naar bepaalde onderwerpen te kijken. Dat doen ze in een rondreizende theatrale dienst, genaamd: De Leken. Ze gaan in gesprek met wisselende gasten over bijzondere, hedendaagse thema’s en in het kader van grenzen en grenzeloosheid, werd aan Proud2Bme gevraagd een voordracht te schrijven. 

De hele voordracht lees je hieronder. Wil je de speech op beeld terugzien? Of de voorstelling – inclusief interessante gasten en mooie muziek – helemaal terugzien? Dat kan hier!

De grenzeloosheid van een eetstoornis

Het begint met het weglaten van het koekje bij de koffie. Het begint met ‘ik hoef maar een klein hapje’ of ‘ik heb niet zo’n honger’. Het begint met ‘Nou, een beetje dan, maar morgen trek ik de teugels weer strak aan hoor!’ Het begint met kleine, vaak onopvallende grenzen en verantwoordingen en excuses, als je toch een beetje toegeeft. En de reacties? Die zijn vaak positief. ‘Goh, wat knap van je.’ ‘Ik zou ook meer moeten opletten.’ ‘Echt sterk van je’.

Sterk. Het trekken van een grens is sterk, knap, gedisciplineerd. Die grens gaat dan allang niet meer over dat koekje. Ik voel dat het over meer gaat, dit gaat over mij. Het koekje laten liggen, is gedisciplineerd. Ik bent gedisciplineerd, ik bent sterk. Zo, die kan ik in mijn zak steken. Ik heb misschien nog best trek, maar mijn ego is gevuld.

Jezelf dingen ontzeggen, lijkt gek genoeg iets te zeggen over je persoonlijkheid. Dat je krachtig bent, weerstand kunt bieden aan verleidingen. Want dat werkt andersom ook zo, toch?

Ga maar eens eerlijk bij jezelf na. Wat denk jij bij een dik persoon die in de rij staat voor een patatje? ‘Zou je dat nou wel doen?’ ‘Elk pondje gaat door het mondje he…?’ We veroordelen het, stiekem of openbaar, en vinden het vaak toch een beetje zwak of zelfs lui. Duidelijk geen doorzettingsvermogen, duidelijk geen discipline.

Maargoed, terug naar mij, met mijn koffie zonder koekje. Ik ben dat allemaal niet, zwak of lui, ik heb mijn koekje afgeslagen en ik ben sterk. Ik heb discipline. Ik heb die controle wél, dat blijkt nu wel. Wat er ook gebeurt, ook al glipt er – onopvallend – nog zo veel uit mijn handen, dit heb ik onder controle. Dit lukt én dit valt ook nog eens op, in positieve zin. Ik heb de potentie om mezelf in bedwang te houden, ik kan verleidingen weerstaan.

Verleidingen die beginnen zo klein als dit koekje bij de koffie, maar uiteindelijk zo groot worden als het overslaan van een compleet weekmenu. Want zo onopvallend en ‘sterk’ als die grens begon, zo zorgelijk en overheersend kan hij worden. De grenzen worden de verleidingen. Ook grenzen, kunnen grenzeloos worden.

En wie heeft zich dan echt ‘verloren’? Wie is er dan echt sterk? Wie heeft de discipline om ergens niet in mee te gaan? Of zichzelf te begrenzen voor iets wat – linksom of rechtsom – destructief is? Wie kan er dan uiteindelijk beter voor zichzelf zorgen? Daar waar je grenzeloos eet, of niet eet, glipt eigenlijk inmiddels alles uit je handen. En hou je je vast aan de illusie van controle. De illusie dat het beter wordt en je ‘sterk’ moet blijven.

Naar schatting hebben zo ongeveer 100.00 jongeren tussen de 12 en 18 een eetstoornis. 1 op de 30 vrouwen van 40 jaar en ouder heeft een eetstoornis, of heeft last van eetgestoorde gedrag. Dat zijn er in, in je eigen omgeving, al heel erg veel. En daarbij zullen we nooit helemaal weten hoeveel mensen dagelijks worstelen met eetproblematiek, want aan verreweg de meeste mensen zie je niets. En veruit de meeste mensen zeggen niets. Niets tegen anderen, maar des te meer tegen zichzelf.

Want het blijft sterk om die koekjes af te slaan. Het blijft zwak om toe te geven aan patat. Met alle gevolgen van dien. Want dat oordeel van de buitenwereld, dreunt door tot achter de
voordeur en tot in de hoeken van de koelkast. Waardoor de één zich steeds meer verliest in de grenzen, en steeds minder koekjes bij de koffie mag. In de hoop zo toch nóg wat sterker te worden. En waardoor de ander zich verliest in de grenzeloosheid en de eindeloze rij van de patat. In de hoop de veroordeling en het gevoel van zwakte weg te kunnen eten. De één durft niet meer. De ander durft niet te stoppen.

Ik heb vandaag overigens ook geen oplossing paraat. Als je het mij vraagt is er niets menselijkers dan het uittesten, uitdagen en soms ook verliezen van je eigen grenzen. Zeker met iets wat zo makkelijk voor handen is als het eten, waar toch dagelijks weer mee uit de voeten moeten zien te komen. Aan welke kant van de streep je die grens ook trekt, of niet durft te trekken, vaak heeft het dezelfde functie. En die functie zegt misschien wel meer over je persoonlijkheid en je identiteit, dan je grenzen – of het gebrek eraan – die de buitenwereld te zien krijgt.

Die functie zegt iets over hoe jij je vandaag voelt. Sterk, of juist niet. Over hoe je je misschien al je hele leven voelt. Zwak of onzeker. Zonder grip, zonder het gevoel van controle of zonder discipline. Niets menselijker ook, dan iets te zoeken wat jou dat gevoel wél geeft. Voor de één is dat de honger, dunner worden en misschien daarom gezien worden. Voor de ander is het eten, zichzelf vullen met een zacht, zoet gevoel om die keiharde stem in het hoofd voor heel even de mond te snoeren.

Vraag elk weldenkend mens of ie zich beter gaat voelen van de honger? Of ie zich écht beter gaat voelen van een derde zak patat? ‘Nee, zo werkt het natuurlijk niet’, zal iedereen zeggen. Toch verliezen we de controle. En daarmee verliezen we onszelf, en daar mogen we best een grens trekken.

Want, Ik mag me zwak voelen. Dat is ook menselijk. Ik mag me zwak voelen, zonder dat gevoel te hoeven compenseren met afgeslagen koekjes. Ik mag me zwak voelen, slecht voelen, ronduit kut voelen, en ik mag dat allemaal willen weg eten met patat. Ik mag me ook best slecht voelen en dat weg-eten met patat. Zonder veroordeling, zonder dat die grenzen – of het gebrek eraan – een verlengde worden van mijn identiteit. Ik was niet sterker door de honger, ik vóelde me sterker. Ik ben dus helemaal niet zwak, ik vóel me zwak. Ik hoef dus niet langer niet langer banger te worden van een boterham, dan van mijn eigen gevoel.

En daarvoor moeten we praten. Nee, ik heb nog altijd geen oplossing paraat; want laten we vooral onze grenzen blijven testen, uitdagen en soms ook verliezen. Om onszelf – hopelijk wat wijzer – terug te vinden. Maar laten we daar wel over praten. Want het is natuurlijk niet gezond als het eten niet goed gaat. Het is niet gezond als je de grenzen en de controle kwijt bent over je eetgedrag, maar het is ook niet gek. Je voelt je misschien gek, je bént niet gek. En je hebt de ander nodig, je hebt elkaar nodig, om te horen dat iemand herkent waar je doorheen gaat. Om te horen dat je niet alleen bent. Dat je je kut en zwak mag voelen. En dat het ook weer goed kan komen.


Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en dietisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.

Daphne

Geschreven door Daphne

Reacties

5 reacties op “De grenzeloosheid van een eetstoornis”

  1. Heel mooi. Echt. Vangt zo goed hoe ik mij jaren gevoeld heb, en nog wel eens voel.

  2. Prachtig geschreven zeg!

  3. ook mooi om te luisteren hoe emotioneel Daphne tijdens het voordragen is!

  4. ook mooi om te luisteren hoe emotioneel Daphne tijdens het voordragen is!

  5. Mooi en ook herkenbaar.
    Maar er is bij echte eetstoornissen toch meer aan de hand bij het geen grenzen kunnen stellen. Er zijn ook biologische componenten die intreden na restrictie die mensen die geen aanleg voor een eetstoornis hiervoor hebben niet krijgen. . Daarom kunnen anderen niet begrijpen hoe iemand zich bijvoorbeeld zo helemaal kunt uithongeren en uitputten. Zij zouden dat gewoon niet kunnen (gelukkig) . Het alleen maar sterk willen zijn is niet voldoende om zo ver de diepte in te kunnen gaan. Als je op een bepaalde punt komt kan je gewoon niet stoppen ook al wil je het zelf wel.
    Ik word soms zo moe van bet lezen dat een eetstoornis alleen met emoties en psyche te maken heeft en dat je overal met praten uit komt. Al is dat natuurlijk ook belangrijk. .

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *