Veel mensen vragen aan mij: “Hoe ben je nu precies genezen?” Genezen zijn van een psychische ziekte is een groot woord vind ik. Ik heb absoluut geen moeite met eten meer. Dat is een feit. Iedereen die mij nu kent, weet dat ik graag taart, ijs en chocola eet. Mijn familie weet dat dit wel anders is geweest vroeger. Het blijft altijd een zwakke plek, dat zal nooit overgaan. Maar dat heeft nu juist mij ertoe gedreven om nooit meer terug te keren in het schimmenrijk. De angst om terug te moeten naar het ziekenhuis, de angst voor de waanzin in mijn hoofd, de schaamte, de nederlaag, de hel van andere patiënten te moeten aanschouwen, de angst voor de verpleging, (want dieheb ik niet allemaal als fijn ervaren), was voor mij de stok achter de deur die mij liet vechten tegen deze ziekte toen ik ontslagen was uit de kliniek.
De hel van mijn psychose
Ik was 19 jaar en gekluisterd aan bed. En dat bedoel ik dan ook letterlijk. Ik was geketend met Zweedse banden* aan bed. Ik kon mij niet bewegen. Zelfs mijn nek kon ik niet bewegen en mijn hoofd kon ik amper draaien. “Dit was nodig” zei men, “om mij tegen mijzelf te beschermen”. Daarin hadden zij gelijk. Ik bewoog mij letterlijk dood. Ik wilde niet stilzitten, dan kwamen de gedachten, de waanzin, de angst, de paniek, het schuldgevoel tegenover mijn familie, dit alles kon ik verdringen door mij net zolang te bewegen totdat ik letterlijk omviel van de pijn.
Ik was in een ”hongerpsychose” geraakt en wat voor één! Met een veel te laag gewicht, wilden sommigen mij niet eens meer verzorgen. Mijn gezicht was een doodsmasker en mijn ogen waren leeg. Ik had veel boosheid in mij, door de psychose die ik op dat moment had. Wanneer ik in die tijd niet vastgebonden was met de zweedse banden, smeet ik met bovenmenselijke kracht met stoelen, tafels, vazen en elk voorwerp die ik maar in mijn buurt kon vinden naar het hoofd van degene die mijn kamer durfde te betreden. En waarom deed ik dat? Omdat ik doodsbang was en ik geen onderscheid meer kon maken tussen goede en slechte mensen. Slechts twee verplegers konden in alle veiligheid mijn kamer betreden die ik ook volledig vertrouwde, een vrouw en een man met een gouden hart en oneindig veel geduld.
Sondevoeding was een hel. Niet alleen omdat ik zoveel sondevoeding moest krijgen om in leven te blijven, maar ook omdat mijn maag het vaak niet echt kon verdragen. Kokhalzend zat ik daarna in bed. Mijn keel was ontstoken, zo ook de binnenkant van mijn neus door de sondeslang. Dit deed verschrikkelijk zeer, want ik weigerde water te drinken. Zonlicht zag die dagen niet. De TL-buizen waren de zonnetjes die ik jarenlang zou zien. Mijn haar viel uit, mijn huid was grauw en bleek.
De keuze voor herstel
Nu het moment wanneer ik die stap richting het leven maakte. Zoals je hiervoor hebt kunnen lezen, was het leven in het ziekenhuis afgrijselijk omdat ik door de psychose volledig in de war was en veel lichamelijke pijn had. Van mijn falende organen merkte ik op den duur niet veel meer. Het maakte me niet meer uit. Ik was toch al ver afgegleden in een oneindig diepe duisternis. Toch kwam er een punt waarop ik koos voor herstel.
De hemel; herstel
Ik herinner me nog goed dat ik in bed lag. De radio stond aan want dat moest van mij omdat ik de stilte niet verdroeg. Ik probeerde naar buiten te kijken en de zon scheen. Buiten wandelden mensen, sommigen liepen snel door voor werk, anderen lachten met elkaar en stelletjes liepen verliefd hand in hand. Plotseling voelde ik me erg alleen. De radio leek weg te vallen en er was slechts stilte. Ik voelde me ineens zo helder in mijn hoofd, alsof ik de toekomst kon zien. Ineens besefte ik: “dit is mijn leven en ik zal snel sterven, maar wil ik dat?” Nee, eigenlijk wilde ik dat helemaal niet! Eigenlijk moest ik nog ontzettend veel doen!
Het voelde alsof ik voor iets voorbestemd was en mijn leven hier nog niet mocht eindigen. “Want”, redeneerde ik, “anders was ik al veel eerder gestorven.” Zo kon ik niet blijven leven. Hoe langer in deze toestand, hoe meer schade ik toebracht aan mijn lichaam. Ik wilde namelijk huisje, boompje, beestje en kinderen krijgen met een lieve man. Ik wilde mijn VWO halen, ik wilde een mooie opleiding doen en een prachtige baan krijgen, ik wilde een leven opbouwen! En in dat heldere moment wat ik toen had, besefte ik dat hier het zaadje was gepland voor de genezing. Dat ik dat nu moest grijpen omdat ik anders weer afgleed in mijn psychose en die ellendige duisternis.
Ik greep het knopje om de verpleegster te roepen, mijn lievelingsverpleegster, haar naam was Karina. Vlug kwam ze aangesneld en knielde naast mijn bed. “Wat is er?” vroeg ze. Ze keek bezorgd. Met een piepende en raspende stem door de keelontsteking die ik had, vertelde ik haar dat ik wilde eten. Haar ogen werden groot van verbazing en ze stamelde of ik het wel zeker wist. Ik wist het zeker. En vanaf die dag ben ik weer gaan eten. Wel vloeibare voeding in eerste instantie maar later steeds meer vast voedsel. En met die overwinning won ik ook weer mijn vrijheid terug!
Langzaamaan verdwenen de ketens rondom mijn benen, voeten, buik, handen, armen en nek en kon ik eindelijk weer normaal slapen. Ik mocht over de afdeling heen wandelen en voor het eerst weer in de zon zitten. Natuurlijk kun je je voorstellen dat ik gelijk die dag eerstegraads was verbrand maar dat kon me niet schelen. Ik was op weg naar genezing, naar de terugkeer in het leven, naar hoop, naar liefde, naar gezondheid.
Na zes jaar is eindelijk mijn haar weer in goede conditie, mijn nagels zijn nog altijd bros helaas. Mijn organen functioneren weer naar behoren, mijn gewrichten doen soms nog steeds zeer, maar of ik ooit kinderen kan krijgen, is maar de vraag. Na twee miskramen in een vorige, gewelddadige relatie is de hoop hierop wel afgenomen. Maar ik vecht door en ik hoop ooit met mijn huidige vriend een gezond kindje te krijgen. Ik heb nu in ieder geval een lieflijk huisje, een tuintje met twee schattige kippen gered van de slacht en een leuke baan. Elke dag besef ik maar weer wat een geluk ik heb gehad. Ik ben van de Hel naar de Hemel gegaan.
*Lees ook: Dwangbehandeling bij eetstoornissen
Geef een reactie