De kenmerken van mijn eetstoornis

Iedere eetstoornis is anders en verandert. Ook mijn eetstoornis heeft verschillende vormen aangenomen. Toch, als ik nu zo terugkijk, zijn er een aantal factoren die steeds terugkomen. Moeites die ik bleef hebben of dingen die ik lastig bleef vinden. Bepaalde patronen die steeds terugkwamen en mijn eetstoornis typeerden. 

Deze patronen zie ik pas achteraf. Op het moment van mijn eetstoornis stond ik hier echt niet bij stil. Ik hield mij niet bezig met waarom ik iets voelde, waarom iets gebeurde. Nu pas zie ik de terugkerende moeilijkheden. In deze blog zal ik ze met je delen.

Regels

In mijn tijd in de kliniek kreeg ik pas door hoeveel waarde ik hechtte aan de vorm van mijn eten. Ik leerde dat ik smaak eigenlijk van ondergeschikt belang vond. Het viel anderen op dat ik vaak eerst benoemde wat ik van de structuur van het eten vond en daarna pas de smaak. Zelf had ik dit niet eens zo erg door, dit is wat ik altijd zo had gedaan. Ik had regels ontwikkeld wat betreft het eten en de presentatie. Ik vond het vreselijk om ‘natte’ dingen op mijn bord te hebben die het andere eten zouden verpesten. Ook kon ik niet tegen eten dat lauw was. Het moest of heet of koud zijn, niets ertussen in. Dat snapte ik echt niet. Het verbaasde me op dat moment dat ik hier nog nooit eerder zo bij stil had gestaan. Dit was hoe het leven voor mij op dat moment werkte. Hoe ik mijn leven had ingericht. 

Het komt nog steeds wel eens voor dat ik een smaak best oké vind, maar dat de structuur mij tegenstaat, of andersom. Producten die ik wel eet, maar niet eens bijzonder lekker vind smaken. Waar dit vandaan komt weet ik eigenlijk niet. Misschien ben ik op dit gebied een beetje kieskeurig? Een tijd lang heb ik dit graag willen onderzoeken. Ik wilde graag het antwoord hierop, waarom werk ik zo? Hebben anderen dit ook? Op dit moment houd dit mij niet zo bezig. Qua smaak ben ik niet zo moeilijk en sinds mijn ontslag uit de kliniek probeer ik mij hierzelf ook wel in uit te dagen. Dit zorgt ervoor dat ik gevarieerd eet en dat vind ik het meest belangrijk.

Of dit puur uit een eetstoornis kwam durf ik niet te zeggen. Ik denk dat ik van nature gevoeliger ben voor bepaalde structuren en dat mijn eetstoornis dit vooral heeft aangepakt om hier echt een moeite van te maken. Ik raak nu niet meer in paniek bij een lauwwarme salade, maar lekker vind ik het ook niet. Het verschil is denk ik dat ik mij hier nu van bewust ben en dat ik aan die angst hebt gewerkt. Ik weet dat mij niks kan gebeuren als ik wel die salade eet en ik ga het niet meer uit de weg. Ik laat me niet meer leiden door die angst, waar ik dit voorheen wel deed.

Eten in het openbaar 

Jaren heb ik mij laten leiden door de stem en angst van de eetstoornis. Hoe langer ik rondliep zonder hulp, hoe onzekerder ik werd. Ik vond het vreselijk om te eten, laat staan als anders zouden zien dat ik at. Natuurlijk kon ik dit niet altijd vermijden en kwam het wel eens voor dat ik er niet onderuit kon. Vaak at ik dan heel snel of juist heel langzaam. Ik wilde niet dat mensen mij zouden zien kauwen. Ik ben toch al dik genoeg? Ik was mij op dat soort momenten extreem bewust van het feit dat eten mij in leven zou houden. Ik gunde mijzelf het leven niet, laat staan dat ik dit erkende waar anderen bij waren. Die kronkel kreeg ik in mijn hoofd niet recht. Ik schaamde me enorm, juist door dat bewustzijn.

Het idee dat ik moest gaan eten waar anderen bij waren gaf mij vaak zoveel paniek dat ik er soms misselijk van werd. Iets wat dat eten ook niet ten goede kwam. Het eetmoment werd in mijn hoofd groter gemaakt en zo verhoogde ik zelf de drempel.

Toen ik mij bewust werd van deze angst, viel een deel ineens op zijn plek. Ik begreep waarom ik zoveel moeite had met het toezeggen van het eten, waarom ik niet wilde dat anderen dit zagen. Hoe moeilijk ik dit besef ook vond, dit zorgde ervoor dat ik voor het eerst in tijden met compassie naar mijzelf kon kijken. Ook al schaamde ik mij voor deze angst, in de kliniek leerde ik dat ik hier niet alleen in stond. Het was niet gek. Hier heb ik ook geleerd om die schaamte aan de kant te zetten en deze angsten bespreekbaar te maken. 

Alleen thuis

Naast het niet willen eten bij anderen, was het alleen eten ook een obstakel. Eigenlijk vond ik het dus altijd moeilijk om te eten. Als ik alleen thuis was moest ik voor mijzelf koken. Daar begon het probleem al. Ik was niet van plan om mijzelf bewust te voeden, vol te stoppen. Ik vond het verschrikkelijk om voor mijzelf te koken, mijzelf die aandacht te geven. Ik was het niet waard om te eten, laat staan dat ik mijzelf die waarde toeschonk. Dat ik echt voor mijzelf zou zorgen. Misschien vond ik het koken nog wel lastiger dan het eten zelf. Hoe meer tijd en aandacht ik kwijt was aan het eten, hoe lastiger ik het vond om het op te eten. Ik was niet eens echt bezig met de kwaliteit van het eten, de caloriëen. Het ging mij er hier puur om dat ik het niet waard was om voor te koken. Om voor te zorgen.

Hoe moeilijk ik het ook vond, het was voor mijn genezing wel echt nodig om dit achterdeurtje te sluiten. Ik loog vaak dat ik had gegeten, ook al was dat niet zo. Pas toen ik hier echt eerlijk over kon en durfde te zijn, kon ik dit deurtje dicht doen. Zeker de eerste periode vond ik het lastig om voor mijn eigen eten te zorgen. Ik merkte dat het mij hielp om eten wat over was in te vriezen. Zo kon ik op de dagen dat ik het moeilijk vond heel makkelijk even iets opwarmen.

Deze patronen van mijn eetstoornis gaan niet eens echt over eten. Ze gaan over de functie van mijn leven, over mijzelf het leven gunnen, of beter gezegd misgunnen. Mijn eetstoornis liet mij nog slechter voelen dan ik al deed, dat ik het niet waard was om te bestaan, om voor te zorgen, om van te houden.

Welke patronen herken jij?

Lonneke

Geschreven door Lonneke

Reacties

3 reacties op “De kenmerken van mijn eetstoornis”

  1. Dat niet voor jezelf willen koken vind ik zo herkenbaar! Niet alleen vind ik mezelf het niet waard om uitgebreid voor te koken, maar ook maak ik daarmee eten klaar dat ik straks moet opeten. Koken voelt daarmee als een dubbele verspilling van tijd, want ik besteed het aan zelfzorg én aan eten.
    Daarbij bouwt de angst en spanning zich steeds meer op tijdens het koken, omdat ik de boter langzaam in de aardappelschijfjes zie trekken en hoe meer bereid het eten eruit gaat zien, hoe dichter ik bij het moment kom dat ik het op moet eten.

  2. Aan de ene kant is het heel herkenbaar om me zo te schamen als ik in het openbaar moet eten. Vooral als ik nare opmerkingen krijg kan ik wel door de grond zakken en meestal zet ik uit bescherming mezelf buiten het hier en nu om de spanning te laten zakken. Ik ben er op dat moment niet. Alleen ik en mijn eten in mijn fantasiewereld op een chaotisch station Amsterdam centraal.
    Aan de andere kant is er ook een grote angst om bij mensen op bezoek of logeren te gaan. Want wat als ze géén eten hebben en ik niet stiekem nog wat kan eten voordat ik ga slapen. De paniek alleen al bij de gedachte. Dus ik zorg ervoor dat ik iets mee heb wat zo min mogelijk kraakt, spekjes ofzo, en prop me vol op de wc om toch rustig de avond door te komen. Word er een beetje verdrietig van als ik dit zo opschrijf en terug lees, maar maakt het voor mezelf ook even weer helder hoe verslaafd ik eigenlijk ben.

  3. De bovenste foto vind ik typerend en mooi. Dat je zo moe bent van alles, je ogen sluit en denkt, help, kan iemand me helpen aub, ziet niemand dan.. mijn nood. Dat zie ik erin. Eetpatroon bijzonder bij mij. Niet durven eten in het openbaar vooral en met anderen. Dan word ik superboos in gedachten op de mensen. Zo van bemoei je er niet mee en je moet van me af blijven en waag het niet er wat van te zeggen of te vinden.. of in huilen willen uitbarsten omdat ik me ‘betrapt’ voel, dat ik voel dat mensen doorhebben DAT ik iets met eten heb. Verder lust ik eigenlijk alles, maar als het goed gaat met eten, mag ik heel veel niet, omdat ik de ongezonde eetbuien wil compenseren met gezond. Ik drink nu geen melk meer, maar vroeger moest melk altijd koud of yoghurt en later vond ik het op kamertemperatuur juist lekker (dus lauw) want dan kwam meer de smaak van de yoghurt naar voren voor mij, meer romiger. Typisch dat je alles zo duidelijk benoemt en weet inmiddels, ik zit steeds, tja hoe zit het eigenlijk bij mij en idd. nog nooit zo over nagedacht, ‘komisch’.. en dat allemaal n zoveel meer nog over eten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *