Ik zag ooit een kinderboek over depressie. Het heette ‘De kleurendief’. Die titel sprak mij meteen aan, want dat is hoe mijn depressie voelt. Alles is grauw, donker, koud. Soms komt de zon even door, worden de kleuren weer zichtbaar; maar dat duurt nooit lang. De wolken zijn er altijd weer opnieuw. Wanneer ik dan denk over de mogelijkheid dat deze depressie misschien nooit weggaat, beangstigt me dat. Ik ben bang in het donker.
Maar waar ik ook bang voor ben, is het eeuwige gevoel van falen. En zo voel ik me nu ook iedere dag. Steeds maar teleurgesteld, omdat ik alle duisternis niet uit mijn hoofd lijk te krijgen. Steeds maar het idee dat het aan mij ligt, dat ik het fout doe. Het idee dat ik mag leren leven met een depressie, in plaats van altijd te vechten om hem weg te krijgen, geeft daarom tegelijkertijd wat rust. Focussen op leven, niet op vechten.
Het voelt dubbel. Ieder moment dat ik me weer intens depressief voel, wil ik natuurlijk niets anders dan dat het verdwijnt. Niets anders dan rust in mijn hoofd; weg met de grauwe oorlog. Het is tijd voor kleurrijke vrede. Ik vraag me af of ik in de depressie ook kleuren kan vinden en hoe ik dat dan moet doen? Rondrennen met verf en kwasten, om alles over te schilderen? Maar dan houd ik mezelf voor de gek. Met de depressie als bagage op reis naar de zon?
Ik wil leren leven met mijn depressie. Ik wil niet meer bang zijn in het donker. In het donker wil ik leven met de gedachte dat de kleuren wel bestaan, dat de zon er is. Ik wil niet meer bang zijn voor mezelf, niet meer boos worden op mezelf als het allemaal niet gaat zoals ik had gehoopt. Ik wil leren accepteren dat er soms dagen zullen zijn waarop geen energie heb en mijn hoofd mij vertelt dat ik dood wil, maar ik wil ook leren om tegelijkertijd te genieten van de dagen dat dit niet zo is. Ik wil op zoek gaan naar kleur, in mijzelf. Ik wil mij omringen met mensen die mij helpen de kleuren te vinden en die ook van mij houden als alles zwart en koud is.
Mijn depressie is een kleurendief en waarschijnlijk zal ik hem nooit helemaal achter de tralies kunnen zetten. Daarvoor kent hij mij te goed en is hij veel te sluw. Daarom wil ik mijn depressie net zo goed leren kennen, zodat ik voorbereid ben op zijn stappen. Misschien overvalt hij mij dan nog steeds, maar weet ik ook hoe ik hem minder sterk maak; weet ik waar hij mijn kleuren heeft verstopt en waar ik ze weer kan vinden.
Geef een reactie