Ik was vrij jong toen ik me realiseerde dat het geheugen niet eeuwig is. Mijn oma was dement. Dat was gewoon zo. Ik vond dat ook niet gek, ik kende haar niet echt anders. Ik stelde hier dan ook geen vraagtekens bij. Totdat de dag kwam dat ze mij niet meer herkende…
Ook al wist ik dat dit eraan zat te komen, toch schrok ik hiervan. Misschien ook omdat ik nog jong was en ik niet zo goed wist wat dementie inhield. Nog meer in de war was ik toen ze me twee weken later wél weer herkende. Vurig vertelde ze over de momenten bij ons thuis, de laatste keer dat ze bij ons had geslapen. Ik begreep er niks meer van. Wel zag ik ineens een andere oma. Eentje die opleefde, enthousiast aan het babbelen was. Ze had misschien niet alle details correct, of ik herinner het zelf anders, toch deed het haar schijnbaar goed om hier zo bij stil te staan. Naast het besef dat ons geheugen eindig is, leerde ik die dag ook dat herinneringen heel krachtig kunnen zijn.
Het het algemeen onthouden we leuke herinneringen beter dan momenten die we minder fijn vonden. Toch is dit één van de eerste momenten waar ik aan denk als ik aan mijn oma denk. Nu ik er zo over terugdenk, snap ik dit misschien wat beter. De maanden die nog zouden volgen, waren een stuk minder prettig dan deze realisatie. Ze werd achterdochtig en begon mensen buiten te sluiten. Verstopte zich onder tafels en mijn oom was niet meer welkom. Pure paniek.
Ook al was ik echt wel een stuk jonger dan mijn demente oma, toch schrok ik hiervan. Het liet me stil staan bij wat er wellicht ook voor mij aan zat te komen. Het leek me vreselijk om ineens fragmenten te moeten missen, mensen niet meer te herkennen. Ik besloot om mijn leven vast te gaan leggen. Ik was nooit zo goed in het bijhouden van een dagboek, daar was ik niet consistent genoeg voor. Voor de verandering leende ik de fotocamera van mijn moeder. Dit bleek een gouden oplossing. Al snel fotografeerde ik wat ik maar interessant vond. Vooral de katten speelden toen de hoofdrol, maar al snel ook de mensen om mij heen en bijzondere dingen die ik tegenkwam op straat of in de tuin. Hier is denk ik mijn liefde voor fotografie geboren. Langzaam begon er dan ook een verschuiving plaats te vinden. Ik begon momenten in scene te zetten of de momenten echt op te zoeken. Een één op één verslag van de werkelijkheid was het allang niet meer.
Herinneringen tijdens een burn-out
Ik bleef fotograferen. Totdat ik een aantal jaar geleden in een burn-out terecht kwam. De eerste maanden deed ik niks, kon ik ook niks. Ik vond het al een prestatie als ik die dag uit bed kon komen. Na een tijd merkte ik dat mijn geheugen niet zo werkte als ik was gewend. Ik kon niks onthouden; mijn hoofd voelde als een flinke zeef waar bijna niks in achterbleef. In die tijd heb ik wel veel aan mijn oma gedacht, die ondertussen al een tijd was overleden. Ook al is dit bij lange na niet hetzelfde, ineens kon ik me wat beter voorstellen hoe frustrerend dit misschien voor haar is geweest. Weer greep ik naar mijn camera en deed ik mijn beroep op mijn foto-dagboek. Niet veel later fotografeerde ik werkelijk alles, haast tot op het obsessieve af. Ik mocht niks missen. Wat nou als ik het vergat? Want ineens was dit een reële optie. Het geheugen werkt al selectief, laat staan als je de energie niet hebt om dingen op te slaan. Ik was bang dat ik mijn leven zou leven zonder het te weten. Zonder het me te herinneren. Want steeds vaker kon ik me ook niet meer heugen hoe het allemaal zat. Ik probeerde het te vinden, maar mijn hoofd liet me niet toe. Ik kon de weg niet meer vinden.
Ineens was het geheugen van mijn telefoon vol. Normaal was ik degene die de selectie maakte, maar dit kon ik niet meer. Mijn telefoon ging dit ook echt niet voor me doen. Dit moment kwam erg binnen en het voelde haast als een poëtische metafoor. Misschien werkte mijn hoofd op dit moment ook wel zo. En kon ik het wat ontlasten door zelf te bepalen wat ik de moeite waard vond.
Ik kreeg het besef dat ik mezelf continue bleef overprikkelen. Juist door mezelf zo klem te zetten met die foto’s. Elke dag verwachte ik opnieuw dat ik meer foto’s bleef maken en me meer zou gaan herinneren. Zo werkt het geheugen helaas niet, zeker niet als het al een beetje zwak is. Het heeft geen zin om te pushen, hoe graag je ook wil dat het werkt. Rust, is het enige dat me zou kunnen helen.
Waar denk ik aan als ik me rot voel?
Toen ik nog een klein meisje was, heb ik van mijn opa een gummetje gekregen met Pieter Konijn erop. Ik was gek op dit gummetje en het deed me altijd aan hem denken. Al snel nam ik dit gummetje mee in mijn broekzak naar de eerste dag op de peuterschool en ook de eerste dag op de basisschool had ik mijn zweethandje geklemd om het gummetje. Veilig in mijn broekzak, want ik mocht hem natuurlijk niet verliezen.
Helaas ben ik het gummetje op de middelbare school toch kwijtgeraakt. Nog helemaal intact, nooit mee gegumd. Vlak voordat ik in de kliniek begon, heb ik de achtergrond op mijn telefoon veranderd naar hetzelfde plaatje van Pieter Konijn. Ik weet niet zo goed waarom, maar op de een of andere manier gaf het mij rust en vrede om dit af en toe te zien. Het gaf me motivatie op de momenten waar ik het nodig had. – Uit de blog: bereid je voor op therapie.
Toen ik tijdens mijn burn-out diezelfde afbeelding per ongeluk een keer tegenkwam, werd ik even voor het blok gezet. Want nog steeds hechtte ik veel waarde aan het gevoel dat dit gummetje bij mij opriep. Het deed me niet alleen denken aan mijn opa, maar ook aan mezelf als klein meisje. Door naar dat specifieke plaatje te kijken was ik even weer die kleine Lonneke. Het gaf me kracht en liet me even aarden. Juist door de herinneringen die ik het plaatje had meegegeven. Door de golf aan emoties werd ik gek genoeg juist wat rustiger. Mijn hoofd zit vol herinneringen. Ik bedacht me dat het helemaal niet zinvol zou zijn om ook alles te (willen) onthouden. Als ik iets aan die periode bij me wilde houden, zorgde mijn hoofd hier zelf wel voor, ik hoefde dit niet te pushen.
Door deze momenten heb ik geleerd dat herinneringen ontzettend krachtig en fijn kunnen zijn, maar dat deze niet altijd te sturen zijn. Soms heb je het niet voor het zeggen. Ik durf er nu op te vertrouwen dat mijn geheugen zelf weer weet wat voor mij helpend en fijn is en wat ik mag vergeten.
Hoe is dit voor jou?
Geef een reactie