Mijn eerste stagedag als verpleegkundige. Met een gespannen gevoel loop ik het ziekenhuis in op weg naar de kleedkamer. Ik ben zo nerveus. Gelukkig valt het niet op, want er beginnen vandaag meer stagiairs op de afdeling. Alleen ben ik niet gespannen voor mijn stage zelf, om nieuwe mensen te ontmoeten of om mensen te verzorgen. Nee, ik ben vooral bang voor wat ik moet dragen. Korte mouwen…
Sinds een jaar durf ik weer met korte mouwen te lopen. Een lastige stap want voorheen liep ik altijd met lange mouwen om de littekens op mijn arm te verbergen. Maar straks op de afdeling loop ik niet alleen als mezelf, maar vooral in een professionele rol als verpleegkundige. In mijn ogen zijn verpleegkundigen sterke mensen die je verzorgen, troosten en advies geven wanneer je er zelf even niet meer uit komt. Geen mensen die niet eens goed voor zichzelf kunnen zorgen. Want hoe gaan mensen advies van je aannemen wanneer ze kunnen zien dat je jezelf zoiets hebt aangedaan? Die littekens tonen een verhaal dat ik eigenlijk niet wil laten zien.
Toch heb ik geen keus, want in de zorg werk je nu eenmaal met korte mouwen. Dus ik heb er maar mee te dealen. Ik haal nog een keer diep adem en stap de lift uit. Ik leg mijn tas in een kluisje en loop met opgeheven hoofd naar de afdeling. Ik kan dit… Ik merk wel dat mensen kijken. Collega’s, patiënten en ook artsen. Ik weet niet wat ze denken, maar gelukkig zegt niemand er iets over… ik herhaal tegen mezelf dat ze niet persé negatief hoeven te denken. Mijn stage is geweldig en hoe langer ik aan het werk ben, hoe minder ik eraan denk.
Na een paar weken stage word ik zelf in het ziekenhuis opgenomen met ontzettende buikpijn. Een super lieve verpleegkundige haalt mij op van de spoedeisende hulp. Met een vlotte babbel en een grapje hier en daar voert ze met mij het opnamegesprek. Terwijl ik veel pijn heb en het raar voelt om nu zelf ineens in het ziekenhuis te liggen terwijl ik vanochtend zelf nog aan de andere kant van het bed stond, merkt zij dit op en stelt me gerust. Zo’n verpleegkundige wil ik dus worden. Na het opnamegesprek doet ze nog even mijn controles. Als ze de bloeddrukband om mijn arm doet zie ik het pas… ze heeft littekens op haar arm. Keurige, rechte witte streepjes.
Lang heb ik erover nagedacht. Er is voor mij niets veranderd. Ik vind haar nog steeds net zo’n sterke vrouw en minstens zo’n goede verpleegkundige. Respect heb ik voor haar. Ze zag wel dat ik keek. Dat zie je altijd, ook al kijken mensen nog zo snel. Ik geef haar een begripvolle glimlach en krijg er ook een terug.
Eenmaal terug op mijn stage is er iets veranderd. Ik schaam mij veel minder. Ja, ik heb een moeilijke periode gehad die terug te zien is aan mijn littekens. Maar ze horen bij mij, net als het verhaal dat erachter zit. Ik ben al een stuk verder gekomen dan waar ik stond in de tijd dat ik mijzelf deze littekens toebracht. Het enige wat ik nu kan doen is zorgen dat er niet meer bij komen. Mijn verleden hoort bij mij en heeft mij gevormd tot wie ik nu ben.
Ik heb er veel van geleerd en het heeft mij sterker gemaakt. Ook weet ik hoe het is om aan de andere kant van het bed te staan en om afhankelijk te zijn van de zorg die je geboden wordt. Dit maakt mij waarschijnlijk eerder een betere verpleegkundige dan dat ik was geweest als alles mij altijd voor de wind was gegaan. Ik wil mijn littekens nog wel graag laten laseren. Ik wil ze nog steeds liever onzichtbaar hebben en heb er nog steeds spijt van. Maar voor nu zitten ze er en heb ik ze geaccepteerd.
Straks als ik mijn opleiding heb afgerond ben ik ook verpleegkundige. Maar ik ben ook gewoon een mens. Een mens met een verhaal zoals iedereen dat heeft. Het ene verhaal zichtbaarder dan het andere maar ieder mens heeft een verhaal. Ook een verpleegkundige.
Geef een reactie