Deel ik te veel?

Terwijl ik mijn mond open trek en de eerste woorden eruit flappen voel ik de spijt al opborrelen. Deel ik nu niet te veel? Zou ik dit andere mensen wel aan hun neus moeten hangen of praat ik te veel over mezelf? Ik wil ook niet zeuren ofzo, maar de woorden zijn er al uit.

Praten over je gevoelens, delen waar je mee zit, niet alleen rondlopen met je zware gedachten, er mogen zijn. Het zijn allemaal adviezen die je vast wel eens mee hebt gekregen. Het is ook goed om te praten en te delen. Het is goed om om hulp te vragen en bovendien schept het delen van niet alleen leuke, maar ook vervelende dingen, een band en versterkt het het vertrouwen tussen mensen. Je vertrouwd iemand iets toe, wat een mooi gebaar is en je helpt jezelf door om hulp te vragen of je ei kwijt te kunnen, maar kan je ook te veel delen?

Voor mijn gevoel kon dat. Hoewel ik in het begin van mijn eetstoornis een heel stil en verlegen meisje was geworden, leerde ik later steeds meer hoe ik mijn gevoelens kon uiten en delen. Het voelde goed om onder woorden te kunnen brengen wat er speelde en waar ik mee zat. Ik merkte dat ik begrip, erkenning en herkenning kreeg bij dat waar ik mee zat. Het voelde een lange tijd goed, maar plotseling begon ik aan mezelf te twijfelen. Deel ik nu niet te veel?

Bang zijn voor hulp 

In de eerste instantie was ik vooral bang om te veel te delen, omdat ik bang was dat mensen achter mijn eetstoornis zouden komen en mij zouden willen helpen. In het begin van mijn eetstoornis had ik helemaal geen behoefte aan hulp. Mijn eetstoornis voelde juist goed en fijn. Ik was nog helemaal in die waan. Zat nog helemaal in die roes. Was me nog niet bewust van al het negatieve. Zag niet wat het met me deed.

Als ik te veel zou delen en ze zouden erachter komen, dan zouden ze me gaan helpen, wat fijn was, maar ook niet, want dan zouden ze de eetstoornis van me af nemen, wat oké is, maar ook niet, want waar blijft mijn veiligheid dan? Ik wist niet of ik er klaar voor was. Ik wilde graag een stukje van dat veilige wereldje in mijn hoofd behouden en niet te veel delen.

Toch voelde ik me ook niet oké met mijn grote geheim en had ik het misschien best met iemand willen delen. Misschien sta jij ook wel op het punt dat je niet zeker wilt of je van je eetstoornis af wilt of dat je hem wilt houden. Misschien wil je het wel allebei. Ook dan, misschien juist dan, is het fijn om met iemand erover te praten. Met iemand die je vertrouwd en dichtbij je staat of iemand die juist verder van je afstaat, zoals bijvoorbeeld een professional.

Wat professionele hulp betreft is zeker zo’n eerste gesprek met de huisarts altijd vrijblijvend. Je hoeft na zo’n gesprek nog niks. Jullie gaan alleen samen kijken naar wat jij zou willen en waar je dat kunt vinden. Misschien voelt het nog niet alsof je afstand kan nemen van de eetstoornis, maar wil je wel graag een leefbaarder leven. Ook daar kan je het over hebben.

Misschien wil je ook wel herstellen, maar voelt het nog heel onwennig en beangstigend. Dat is het ook wel. Mijn ervaring is dat je de ene dag heel graag wilt herstellen en de andere dag helemaal niet. Soms besluit je dat het wel even goed is zo en andere dagen wil je er helemaal vanaf zijn. Vind daarin je eigen weg en probeer daarin ook te uiten wat je voelt. Blijf delen. Natuurlijk zullen hulpverleners je eetstoornis altijd uitdagen, maar onthoudt dan dat tegen de eetstoornis zijn en niet tegen jou, maar dat je ook niet in één keer alles hoeft te veranderen.

Ik voel me een aandachttrekker

Op gegeven moment leerde ik steeds beter om mijn gevoelens onder woorden te brengen en te uiten hoe ik mij voelde. Ik ervoer dat het hielp om steun en begrip te krijgen, maar ook om mijn ei kwijt te kunnen. Ik merkte dat ik hierdoor stappen kon zetten in m’n behandeling en beter contact had met m’n vrienden. Dat was super fijn, maar op gegeven moment begon ik het gevoel te krijgen dat ik hierin doorsloeg.

Wanneer mensen het ergens over hadden vond ik het lastig om me er niet ook mee te bemoeien: “Ja maar ik heb ook dit en dat. – Ja echt he!!! – Nou ík had dus dit en dat.” Als snel voelde ik dan een soort van spijt opborrelen. Waarom moest mijn verhaal ineens weer uitmaken en bovendien, ging het die andere mensen wel iets aan? Ik voelde me een beetje een aandachttrekker en een aansteller. Ook was ik bang dat mensen een verkeerd beeld van me gingen krijgen omdat ik te veel deelde.

Hoe slecht ik me hier ook over voelde, achteraf begrijp ik het ook wel. Ik was juist erg opzoek naar erkenning en herkenning van mijn verhaal. Veel mensen vonden het knap en dapper dat ik zo bezig was met m’n herstel. De gedachte dat ze misschien wel zouden denken dat alles ineens beter ging vond ik een beetje eng. Ik wilde niet dat mensen dachten dat het niets voorstelde. Als ik mensen over psychische problemen of ander gedoe hoorde praten was ik er als de kippen bij. Ik wist óók hoe het voelde en wilde die herkenning. Was mijn eetstoornis wel erg genoeg?

Ja, dat was het. Aan de andere kant vond ik het ook wel lastig om afscheid te nemen van dit stukje van mezelf. Mijn eetstoornis was zo verwoven geraakt met mijn identiteit. Hierdoor heb ik voor mijn gevoel soms te veel gedeeld, te veel aandacht getrokken en me te veel laten gaan. Misschien heb ik dat ook wel echt gedaan in sommige gevallen. Misschien had niet iedereen alles hoeven weten, maar aan spijt hebben heb je ook niets en op de lange termijn heeft het allemaal niet zo veel uitgemaakt, denk ik. Het hoorde misschien ook wel bij m’n ziektebeeld en ik wil mezelf daar niet om veroordelen.

Ik wil niet te veel ruimte innemen

Ik had intussen al een aantal jaar een eetstoornis en na zo veel verwoede pogingen tot beter worden kriebelde het idee dat ik toch niet meer zou herstellen. Het ging misschien niet meer elke dag mis, maar wel elke week en blijkbaar was dat voor het hoogst haalbare, dacht ik. Ik maakte voor m’n gevoel niet echt meer progressie en vanaf dat moment vond ik het lastig om te blijven delen.

Wat moesten mensen wel niet denken. “Ja hoor, Irene, ben je nou nóg niet beter?” Telkens hetzelfde liedje. Steeds dezelfde fout. Ik wilde m’n vrienden en familie niet teleurstellen of verdrietig maken, dus ik werd steeds stiller over hoe het ging. Alles wat ik wilde delen voelde als te veel. Ruimte innemen waar ik geen recht meer op had. Kansen gehad en verspeeld, je kan niet aan de gang blijven.

Het voelde alsof ik niet de hele tijd diezelfde ruimte in mocht nemen. Ja, ik mocht ruimte innemen als er iets nieuws was of als het beter ging, maar niet als ik op datzelfde punt bleef hangen. Dat voelde verkeerd. Achteraf denk ik dat het vastlopen in mijn herstel daar deels ook mee te maken heeft gehad. Herstel gaat niet in een gelijkmatig tempo, vandaar dat het soms voelt alsof je stilstaat, maar dat is niet zo. Echter is het wel zo, dat waar je ook staat in herstel, je het diezelfde aandacht moet en mag blijven geven. Ook die laatste stappen zijn op een andere manier weer moeilijke en belangrijke stappen.

Deel ik te veel?

Ik zal niet de enige zijn geweest die op wat voor manier dan ook het gevoel heeft gehad te veel te delen. Het gevoel te veel te delen kan op verschillende manier en verschillende plekken spelen. Tijdens groepstherapie, onder vrienden, familie of op werk. Elke situatie vraagt misschien ook weer om een andere aanpak en het gaat er vooral ook om wat jij zelf fijn vindt en waar jij mee geholpen bent. Het kan voor iedereen anders zijn en dat is oké. Soms betekent dat ook dat je iets meer moet delen dan je eigenlijk durft. Zeker in therapie is dat zo ontzettend belangrijk om progressie te blijven boeken, maar ook kan heel fijn zijn als je vrienden en familie je kunnen steunen. Hoewel het goed en ook belangrijk is om te mogen en kunnen delen waar je mee zit, hoef je het natuurlijk niet tegen jan alleman te vertellen of van de daken te schreeuwen. 

Heb jij soms het gevoel dat je te veel deelt?

Irene

Geschreven door Irene

Reacties

12 reacties op “Deel ik te veel?”

  1. irenee wat ben je een moooie vrouw echt mooie foto’s ♥

  2. ik vind deze foto’s echt super super mooi, wauw
    ik zie je gewoon echt steeds volwassener worden, prachtig om te zien

  3. Weer een mooie blog van je Irene! Ik vind altijd veel herkenning in je verhalen.

  4. Vind ik wederom ook een interessante blog! Worstel ik momenteel ook mee..soms moeilijk een lijn in te trekken of grenzen in te stellen..deel je te veel voelt het al snel niet veilig genoeg marginaal..deeĺ je te weinig zit je opgesloten in je eigen zwarte gedachten soms..Bedankt alvast

  5. Prachtige foto’s!!

  6. Ik heb gister gedeeld in de chat groep. Terwijl ik niet van het delen ben. Nu zoveel spijt. Straks kent iemand mij, of hebben mensen zich een mening over mij gevormd. Slaat nergens op, dat weet ik! Maar ik heb er echt buikpijn van.

  7. Irene wat zie je er mooi uit op deze foto’s!

    Soms heb ik spijt gehad van delen. Soms wilde ik niet delen. Soms heb ik het niet gedaan terwijl ik nu denk had ik het maar wel gedaan.

    Best menselijk.

  8. Wat een prachtige foto’s van je!

    Soms heb ik ook het gevoel dat ik teveel deel. Ik ben best gesloten als je me net leert kennen maar als ik je eenmaal vertrouw best wel open. Soms ben ik bang dat ik teveel deel.

  9. Irene ik wou effe zeggen wat ik echt goed van jou vind jij probeert overal het positieve van in te zien van de moeilijke dingen groetjes

  10. Dankje voor deze prachtige blog ♥

  11. Super herkenbaar dit! Loop hier met mijn studie Social Work regelmatig tegenaan.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *