In hoeverre kan je je gedrag van nu toeschrijven aan vroeger? Neem je dan wel verantwoordelijkheid voor je gedrag of gebruik je vroeger als excuus om nu niet te hoeven veranderen? Weten dat je iets doet betekent niet direct dat je het ook kunt veranderen. En wat doe je als gevolg van dat wat je hebt meegemaakt vroeger en wat ligt simpelweg aan je persoonlijkheid? Een ingewikkelde kwestie. In deze blog delen wij allemaal een aantal dingen die we doen (deels) als gevolg van iets in het verleden. Dingen waar we graag nog wel aan willen werken of iets aan willen veranderen.
Ik ben benieuwd welke gedragingen en gevoelens jij herkent en in hoeverre jij denkt dat dit komt door wat we hebben meegemaakt. Deel gerust jouw ervaring in de reacties.
Wat Scarlet doet…
♥ Wantrouwen
“Als mensen tegen je zeggen dat ze iets lelijk vinden, dan zijn ze jaloers. Als mensen tegen je zeggen dat ze iets mooi vinden, dan lachen ze je uit.” Dit is vroeger met regelmaat tegen me gezegd. Het zorgt voor een bepaald wantrouwen. Zeker in de beginfase van Proud is er daarnaast met regelmaat tegen me gelogen. Van kleine leugens, tot hele verzonnen levens. Dit alles heeft ervoor gezorgd dat ik met redelijk wat wantrouwen in het leven sta. Dit is niet wat ik wil. Ik wil namelijk graag met een open vizier in het leven staan en nieuwe mensen in eerste instantie met een positieve blik benaderen. Dat lukt me nu vaak niet. Hier wil ik zeker graag in veranderen de komende jaren.
♥ Kritisch en snel oordelen
Mijn moeder is pittig kritisch en heeft eigenlijk altijd wel een mening over andere mensen of dat wat ze ziet. Ik vind dit niet altijd even fijn en positief. Tóch merk ik dat ik dit met enige regelmaat ook doe. Ik ben me er gelukkig wel bewust van, wat maakt dat ik mijn mening genuanceerder kan brengen of even 100 seconden kan wachten alvorens ik er iets uitgooi. Toch mag ik best wat minder kritisch en oordelend naar de wereld om me heen zijn. Dat is niet alleen voor mijn omgeving aangenamer, maar uiteindelijk ook voor mijn eigen blik richting de wereld.
♥ Moeten presteren
Als je maar goede cijfers haalt, dan is het oké. Door te presteren voelde ik me vroeger gewaardeerd. Ik wilde minstens zo slim zijn als mijn (slimmere) broer en iedere tennis wedstrijd winnen, ookal waren mijn tegenspeelsters 5 jaar ouder. Haalde ik hoge cijfers en won ik wedstrijden, dan was ik goed genoeg. Dan was ik iets waard. Dit gevoel ligt vrij stevig verankerd in mijn zijn. Dit is soms knap lastig, want dit betekent dat ik altijd moet presteren om mezelf goed genoeg te voelen. Verstandelijk weet ik dat dit niet correct is en dat presteren me uiteindelijk niet gelukkig zal maken, maar gevoelsmatig verander ik dat niet zo even. Ik ben er mee bezig,…maar het heeft veel tijd nodig.
Wat Irene doet…
♥ Niet aanstellen
Ziek, zwak, moe, misselijk? Je moet je maar niet zo aanstellen. Het valt heus wel mee. Vanuit huis heb ik meekregen om dingen absoluut niet groter te maken dan ze zijn. Nee, maar ze maar liever wat kleiner. Ik weet nog goed dat ik ‘s nachts onwijs lag te hoesten en dat m’n moeder zei: “Je moet gewoon níet hoesten.” Gewoon niet doen, tja, dat is makkelijker gezegd dan gedaan als je keel vol met slijm zit.
Dit heb ik wel een beetje van mijn ouders overgenomen. Ik zeg het zelf soms letterlijk: “Ja, maar je moet gewoon niet hoesten. Het gewoon niet doen, want elke keer dat je hoest wordt het erger dus je moet het gewoon negeren.” Ik weet hoe stom het is om dat tegen zeggen, maar ergens zeg ik het ook in de hoop dat het écht werkt. Ik denk dat m’n ouders dat ook altijd zo bedoelt hebben. Als je ergens niet aan denkt gaat het misschien vanzelf wel weg? Dit gold niet alleen voor het hoesten, maar ook voor veel andere dingen.
Het is logisch dat je dingen niet groter hoeft te maken dan ze zijn, maar je hoeft ze ook niet kleiner te maken. Het is wel belangrijk om even aandacht te besteden aan iets vervelend. Als je pijn hebt, heb je pijn. Als je je rot voelt, voel je je rot. Als je even moet huilen, schelden of schreeuwen is dat waarschijnlijk om een rede. Dat waar je mee zit verdient aandacht, zonder het groter te maken dan het is. Soms is dat nog best wel een lastige balans om te zoeken.
♥ Is de koelkast wel dicht?
Zoals je waarschijnlijk weet heb ik rond mijn 16e de diagnose ADHD gekregen. Hierdoor vielen er een hoop puzzelstukjes op z’n plek. Al die tijd dacht ik gewoon dom en ongeïnteresseerd te zijn en het was fijn om nu de echte aanleiding van die oordelen te weten. Toch was het voor mijn omgeving nog best wel eens lastig. Als ik weer voor de zoveelste keer m’n huissleutels kwijt was geraakt, de vriezer open had laten staan op een warme dag of een brief van school was vergeten konden mijn ouders echt heel boos op me worden. “Ik doe het ook niet expres!!!” Riep ik dan. Dat was ook zo, maar leuk is het ook niet.
Ik snap heel goed dat mijn ouders boos werden, ik zou zelf denk ik ook boos worden, maar ik ervoer die boosheid als heel heftig. Ik wilde het niet verkeerd doen. Geen vervelend kind zijn. Die gedachte nam ik mee toen ik op mezelf ging wonen. Ik weet dat het opzich geen ramp is om het licht een keertje aan te laten staan, maar ik had (mezelf) geleerd dat het heel fout en slecht was en dat ik boos zou moeten worden op mezelf. Hierdoor ben ik op gegeven moment overmatig dingen gaan checken, omdat ik niet helemaal meer vertrouwde op mijn automatische piloot. Het werd echt een beetje dwangmatig. Dit is iets dat ik nog steeds wel een beetje heb, maar gelukkig hindert het me niet in m’n dagelijks leven. Toch probeer ik nog altijd te oefenen op dat vertrouwen in mezelf. Ja, de deur zit opslot, de koelkast is dicht en het gas is uit. 1 x controleren en dan is het klaar.
Wat Lotte doet…
♥ Niks kwijtraken
Mijn vader was vroeger regelmatig vanalles kwijt: Zijn sleutels, zijn portemonnee, altijd net onvindbaar op het moment dat we ergens heen moesten en ook haast hadden. Ik kan me herinneren dat hij hier ontzettend boos om kon worden en dat heeft best wel indruk op me gemaakt als klein meisje. Ik begrijp het inmiddels volkomen, die frustratie, dat is helaas onderdeel van het familie temperament dat ook ik georven heb, maar als klein meisje voelde ik me er super ongemakkelijk bij. Ik ging dan snel mee zoeken naar de spullen die kwijt waren totdat ik op een gegeven moment van te voren maar vast in de gaten begon te houden waar dingen lagen of opgeborgen werden, zodat ik de situatie voor kon zijn.
Tot op de dag van vandaag voelt het onprettig als er iets kwijt is in huis. Ik weet namelijk precies waar ik onze spullen wegstop en ik zie het meteen als er een telefoon of portemonnee op een aparte plaats ligt. Daar heb ik een derde oog voor ontwikkeld. Ik kan over het algemeen feilloos zeggen waar dingen liggen en ben ook geneigd om telkens te reorganiseren in huis om alles overzichtelijk te houden. Dit kost niet alleen veel tijd, maar is ook niet echt fijn voor mijn vriend die dus nooit iets kan vinden. Wordt aan gewerkt. Ik ben er al best ver mee. Er is al een hele schuur aan gereedschappen en klusmaterialen waar ik nooit naar omkijk.
♥ Mijn bord leegeten
Deze zal voor veel mensen herkenbaar zijn. Thuis is me geleerd dat je je bord hoort leeg te eten. Al helemaal als je ergens op visite bent. Verspilling is uit den boze. Ik betrap mezelf erop dat ik nu nog steeds vaak wel dooreet om dat bord leeg te krijgen, ook al heb ik eigenlijk al geen honger meer. Dat zit er best diep ingesleten. Ik ben het er eigenlijk ook wel mee eens. Het is niet goed om eten weg te gooien, maar aan de andere kant is het ook weer niet fijn om met tegenzin te eten.
Wat Daphne doet…
♥ De beste willen zijn
Ik heb heel lang topsport gespeeld. Dat is natuurlijk een heel fanatiek wereldje en dat fanatisme had ik ook zeker in mij. Dat kwam daar natuurlijk goed van pas en vanuit huis kreeg ik ook mee dat in de sport de nummer 2 nou eenmaal de eerste verliezer is. Dat is ook heel erg logisch, het zorgt ervoor dat je steeds beter wordt in wat je doet en mijn fanatieke karakter is toen nog behoorlijk sterk geworden. Pas later merkte ik dat ik dat helemaal niet zo’n prettige eigenschap vond. Na mijn sport tijd wilde ik nog steeds de beste, de mooiste en de snelste zijn, terwijl ik dat diep van binnen helemaal geen waardevolle kenmerken vind. Ik vind het helemaal niet belangrijk om de beste te zijn, maar stiekem wil ik het soms wel. Veel belangrijk vind ik het om elkaar sterker te maken en jezelf en anderen te waarderen. Ik kwam erachter dat als je alleen maar de beste wilt zijn, je ook niet ziet wat je al kan en wat je al hebt, dat vind ik zo ontzettend zonde. Pas later lukte het mij om mij daar wat meer bewust van te worden en er in ieder geval voor te kiezen dat anders te willen doen. Het lukt me ook steeds beter om daar een balans in te vinden.
♥ Twijfelen
Als kind had ik altijd ‘Daphne opmerkingen’ opmerkingen waar ik gewoon niet over na had gedacht en daarom vaak wat dom klonken. Zowel op school als thuis gebeurde dat wel eens en hoewel we er wel echt om konden lachen en ik mij nooit benadeeld voelde, ben ik er later wel op gaan letten. Toen ik wat ouder werd werd ik wat onzekerder en leerde ik mijzelf aan wat meer mijn mond te houden. Als ik het antwoord dacht te weten, twijfelde ik daar meteen aan want het zal vast niet goed zijn. Vaak had ik het achteraf dan toch bij het rechte eind en voelde ik mij weer stom dat ik zo onterecht had getwijfeld aan mijzelf. Hoe vaker ik daar achter kwam, hoe meer ik ook weer mijzelf uit durfde te spreken. Ik had immers steeds meer bewijs dat het niet nodig was om te twijfelen. Ik dacht ineens dat ik misschien wel veel verder kon komen als ik wel weer gewoon mijn mond open zou doen en zelfverzekerder naar voren zou stappen. Hier had ik alleen wel wat oefenening voor nodig en het is nog altijd een proces.
Geef een reactie