Aan iets anders denken op het moment dat je het moeilijk hebt…dat trucje wordt ons als kind al geleerd. Door je gedachten naar iets anders te verzetten, voel je de pijn en verdriet minder, en is het makkelijker te dragen. Bij hele heftige of traumatische ervaringen, kan dit echter ook onbewust of vanzelf gaan, als een soort ‘automatische bescherming’. We noemen dat dissociatie
Het is een term voor een geestesgesteldheid waarin bepaalde gedachten, emoties, waarnemingen of herinneringen buiten het bewustzijn worden geplaatst, tijdelijk niet ‘oproepbaar’ zijn of minder samenhang vertonen. Letterlijk betekent dissociatie ‘ontkoppeling’ of ‘uiteenvallen’.
Dissociatie
Zomaar een stilte in
mijn hart en in mijn hoofd
Een leegte hier van binnen dat
van buiten wordt gedoofd
De wereld raakt verstompt en
mijn hoofd gedachteloos
Mijn ziel vervliegt in adem dat
zijn eigen vrijheid koos
Zonder maar te weten welke
wegen jij nu kiest
Zit ik hier in het duister met
Een gevoel van groot verlies
Niet meer wetend wie ik ben
Niet wetend wat ik doe
Niet beseffen wat er is
Niet wie, niet waar, niet hoe
Mijn ziel, jij kiest de vrijheid zoals
ik dat zelf niet kan
Jij kiest je eigen wegen als
ik het leven niet beman
Jij beschermt jezelf, maar
weet wel dat
ik het zonder jou niet red
Zonder jouw aanwezigheid is die
laatste stap zo gezet
Ik vind het moeilijk te bepalen wanneer het dissociëren begonnen is. Ik heb het vermoeden dat dit een beetje gelijk opliep met het ontwikkelen van mijn eetstoornis, een jaar of 5 geleden, en dat beiden zich steeds verder hebben ontwikkeld. Maar gek genoeg begin ik me steeds meer te realiseren dat mijn eetstoornis en het dissociëren gevoelsmatig eigenlijk erg veel overeenkomsten hebben en eigenlijk ook precies dezelfde functie hebben. Namelijk, het beschermen van mezelf om mijn eigen zijn te behoeden voor de pijn van oude trauma’s. En dat is natuurlijk allemaal heel leuk en aardig, want hiermee heb ik waarschijnlijk al die jaren het hoofd boven water kunnen houden, maar een leven met een eetstoornis en te veel dissociatie momenten is uiteindelijk ook niet je van het.
Als normaal verschijnsel kennen we het allemaal: iedereen verliest bijvoorbeeld wel eens de aandacht voor zijn omgeving als hij zeer geconcentreerd met iets bezig is en iedereen heeft wel eens een dagdroom. Of je zit te lezen en gaat zo op het in het boek waardoor je de omgeving vergeet. Of je rijdt in de auto en bent zo gefocust op je gedachten waardoor je een heel stuk van de route die je gereden hebt niet kunt herinneren. In deze zin is het gewoon een mechanisme om tot rust te komen. Een afweermechanisme.
Dissociëren is jezelf psychisch minstens gedeeltelijk afscheiden van wat er met jou of om je heen gebeurt. Zo kun je dissociëren van wat je aan het doen bent (gedrag); wat je voelt (emoties); wat je in je lichaam ervaart (zintuigen); je besef van wat er gebeurt (tijd of kennis). Dissociëren kan variëren van enigszins tot volledig, dus van het missen van een paar kleine details tot zo weinig weten dat het lijkt alsof je er niet bij bent geweest.
Zelf begon ik jaren geleden voor het eerst met dissociëren. Ik zat in een depressieve periode, en ik had toen erg last van zelfmoord gedachtes. Ik wist niet wat het was, maar opgegeven moment was ik niet meer bewust van mijn gedachtes en gevoelens. Ik had niet door wat er om mij heen gebeurde. Ik dacht dat het iets vreemds was. Ik was er bang voor, maar het voelde ook wel erg prettig. Het idee dat ik niet dacht gaf me een veilig gevoel.
Jaren heb ik niet gedissocieerd. Totdat ik op het dieptepunt van mijn eetstoornis kwam. Ik begon het steeds vaker te doen. En opgegeven moment ging er geen week voorbij dat ik niet dissocieerde. Nog steeds dissocieer ik nog ontzettend veel. In ieder geval als ik bij me diëtiste en als ik bij me psycholoog zit. Maar vaak ook als ik bijvoorbeeld op school zit. Wat ik vooral merk is dat ik dit gebruik om niet te beseffen wat er om mij heen gebeurd. Ik heb periodes dat ik niets wil voelen of wil denken. Dan ga ik juist dissociëren.
Eerlijk gezegd vind ik het op sommige momenten fijn dat ik dit doe. Het gevoel dat ik niet hoef te denken, maar aan de andere kant vind ik het ook wel ontzettend eng. Ik heb dan altijd het gevoel dat ik raar uit mijn ogen kijk, en dat andere mensen mij raar aankijken. Sowieso kan ik mij op niets concentreren, omdat ik me van niets bewust ben.
Dissociëren is er in verschillende gradaties en het heeft verschillende verschijnselen. Het is mogelijk om last te hebben van dissociatie amnesie (gaten in het geheugen) maar het is ook mogelijk om te dissociëren in depersonalisatie * / derealisatie *.
* Depersonalisatie is een bewuste ervaring waarin de persoon zichzelf of zijn eigen lichaam als vreemd, niet vertrouwd of onecht ervaart. Veel mensen beschrijven deze ervaring als: angstaanjagend; het idee hebben dat je niet echt leeft; leven als in een automaat; vervreemd zijn van je eigen lichaam en gevoelens; denken dat je gek wordt; toeschouwer van jezelf zijn; jezelf horen praten alsof je iemand anders bent of jezelf nauwelijks herkennen in de spiegel.
* Derealisatie is een bewuste ervaring waarin een persoon zijn vertrouwde omgeving als vreemd, niet vertrouwd of onecht ervaart. Deze ervaring wordt vaak beschreven als het leven in een film; leven in een glazen kooi; of achter glas zitten. Of het ervaren van een buitenwereld die raar of onwerkelijk overkomt.
Als dissociëren vaker voorkomt, kan het leiden tot een Dissociatieve Identiteitsstoornis (DIS). Bij DIS heeft het slachtoffer zichzelf daartoe opgesplitst in verschillende persoonlijkheden. Bijvoorbeeld: als vader Anneke pijn deed, vluchtte Anneke in haar fantasie naar Jannie, haar andere (sub)persoonlijkheid. In het latere leven kunnen deze “subs” blijven bestaan, soms zonder dat de persoon in kwestie zich bewust is van hun bestaan, en kan hij of zij daar naar toe teruggaan. Bijvoorbeeld op het moment dat ze getriggerd wordt, of iets ziet wat haar aan de traumatische gebeurtenis doet herinneren. Als ze weer uit de dissociatie komt, weet ze niet wat er in de tussentijd in de realiteit is gebeurd. Ze is dus echte even ‘weg’ geweest.
Dissociatie kan ook onderdeel uitmaken van andere psychische ziektebeelden, als PTSS (Post Traumatisch Stress Syndroom) en Borderline.
Wat is eraan te doen?
Vaak is er therapie nodig om het dissociëren te verminderen of te laten verdwijnen. Als de traumatische gebeurtenis beter verwerkt is, zal het minder ‘nodig’ zijn om te dissociëren. Ook kan er aangeleerd worden hoe je het beste om kunt gaan met dissociaties.
Omdat antipsychotica ook angstremmend werken, wordt dissociatie soms met dezelfde antipsychotische medicijnen behandeld, maar dan in veel lagere doseringen. Dit werkt echter lang niet altijd. Daarnaast kunnen medicijnen gebruikt worden om symptomen als depressie, angstaanvallen of slapeloosheid te bestrijden.
Ik heb al mijn goede moed bij elkaar gesprokkeld en ben ik een intensieve traumabehandeling ingestapt, waarin ik stapje voor stapje een beetje meer begin te begrijpen van het wel en wee rondom die dissociatieve verschijnselen en hoe ik daar beter mee om kan leren gaan. Want er zijn verschillende manieren om ‘terug’ te kunnen komen en voor iedereen kan dit verschillen. Wat voor mij enorm helpt is een zogenoemd ‘stekelballetje’.
Prikkels van buitenaf komen in mijn hoofd meestal niet binnen, omdat ze al wegkaatsen tegen de ‘waas’ waarin ik me dan bevind. Maar omdat de stekels van dit balletje zo’n directe prikkeling in mijn hand geven, helpt het me om wat meer in het hier in nu te blijven. Maar voor anderen helpt het bijvoorbeeld meer om hardop te benoemen wat er om je heen is, zoals ‘ik zie een rode stoel, ik zie een blauwe tafel, ik zie een bloempot met gele, oranje, roze en witte rozen’ etc.
Voor anderen kan het beter helpen om in het hoofd allerlei rekensommetjes te maken. Desnoods het opzeggen van alle tafels, zodat je de hersenen blijft dwingen om na te denken. Maar ook een wandelingetje, sportieve activiteiten of gewoon maar het opstarten van een gespreksvoering met een medepersoon zou kunnen helpen. Probeer voor jezelf te bekijken wat je in zo’n moment het meest helpt en probeer dit toe te passen zodra het idee krijgt dat je ‘weg’ raakt. Want ook dit ‘wegraken’ kan eerste signalen hebben, en als je er bewust mee bezig bent kun je deze signalen beter leren herkennen.
Wil je meer weten over de dissociatieve stoornis? Kijk dan eens hier
Geef een reactie