Ik zit op de bank met mijn iPad in mijn handen. Ik blader wat door oude foto’s. Foto’s van de middelbare school, van oude vrienden, van vakanties en van dagjes weg. Mijn oog valt op een aantal foto’s van een meisje. Ik herken haar ergens van, maar ik weet niet meer precies van wat. Ik weet zeker dat ik haar in het verleden tegen ben gekomen. Ik heb haar vaker gezien. Ik zou haar moeten kennen, maar ik weet het niet meer. Ik ben haar vergeten. Het meisje lacht op iedere foto, maar ik weet dat ze het niet meent.
Ik geloof haar gewoon niet. Ik kan het zien aan de blik in haar ogen. Haar lach is nep, een grote leugen. Ze is niet zo leuk als ze lijkt en zeker niet zo vrolijk als dat ze op de foto’s doet vermoeden. Bovendien ziet ze er niet uit. Begrijp me niet verkeerd, want ze is niet lelijk hoor. Ze is slank, dun zelfs. Ze heeft een zomerse bruine kleur en ze heeft hele lange haren. In principe een mooie meid, maar ze zou er beter uit kunnen zien als ze wat beter naar zichzelf in de spiegel zou kijken. Gemeen? Nee hoor!
Ik heb het nooit recht in haar gezicht verteld. Ik denk het alleen. Eerlijk is eerlijk, dat denken we allemaal wel eens over iemand, toch? Ik denk diep na. Wie is dit meisje? Waar ken ik haar toch van? Wat vond ik eigenlijk van haar? Was ze aardig? Hield ik van haar of had ik juist een hekel aan haar? Misschien wel allebei…
Maar mijn eerste gevoel is negatief, dus ze was vast heel stom. Of was ze juist zo leuk dat ik wilde dat ik haar was? Met wie ging ze eigenlijk om? Had ze hobby’s? Ze moet veel gesport hebben, want ze is zo dun. Ze vond zichzelf vast heel wat… Maar waarom dan die neppe lach? Wilde ze haar onzekerheid verbergen of was het juist arrogantie? Ontelbaar veel vragen spoken door mijn hoofd, maar ik kan ze niet beantwoorden. De gedachten aan het meisje blijven in mijn hoofd en ik krijg ze er niet uit. Ik ging heel veel met haar om, dat weet ik nog. Ze gaf me het gevoel veilig te zijn. Zolang ik deed wat ze zei, had ik grip en voelde ik me goed. Toch klopte het niet.
Er was iets mis met haar en dat heb ik de hele tijd geweten. Ik kon haar alleen niet goed loslaten, want ik was bang dat ik alleen niet sterk genoeg zou zijn. Ik weet het weer. Ik weet weer wie ze is! Die lach op de foto’s was inderdaad nep, maar ze was niet zo slecht als ik dacht dat ze was. Ik ben verdrietig en trots tegelijk dat ik haar gekend heb, maar ik ben ook blij dat ze nu uit mijn leven is. Dat ze niet meer zo veel invloed op me heeft, want dat had ze.
Ze had een probleem met zichzelf en ik maakte daar mijn probleem van. Ze had me bijna kapot gemaakt, maar ik was te sterk voor haar. Juist daardoor heb ik toch heel veel van haar geleerd. Wat je niet kapot maakt, maakt je alleen maar sterker. Ik weet het weer. Ik ken dit meisje. Ze was in mijn leven toen het even niet goed ging, maar nu kan ik zonder haar. Mijn eigen ‘ik’ is sterk genoeg. Ik ken dit meisje. Ik ben dit meisje. Ik had een eetstoornis. Nu niet meer.
Geef een reactie