Vrolijk ren ik door het drama-lokaal met mijn arm in een roze mitella. Mijn arm heb ik gewikkeld in verband, dat ik heb gevonden in de verbandtrommel bij ons thuis en de mitella zelf in elkaar geflanst. Mijn groepsgenoten heb ik verteld dat ik mijn arm gebroken heb. Ze zijn allemaal erg onder de indruk van mijn verhaal en ik vind de aandacht prettig. Ze doen extra voorzichtig met mij en vragen meerdere keren of het wel goed gaat. Ze willen op mijn arm schrijven en ik sta het toe. Even ben ik extra speciaal, anders dan de rest…
Vaak heb ik gedaan alsof dingen erger waren dan in werkelijkheid zo was. Ik weet bijvoorbeeld nog goed dat ik regelmatig met mijn gezicht door de bosjes voor ons huis ging als het regende, zodat ik nog natter leek dan ik eigenlijk was. Ook de situatie van de gebroken arm was verzonnen. Hoewel het theater lessen waren, is doen alsof je pijn hebt natuurlijk niet helemaal de bedoeling.
Toen ik jong was deed ik het verzinnen en erger maken niet bewust. Ik dacht er niet bij na en het ging vanzelf. Ik deed het ook niet om onder dingen uit te komen. Ik wilde juist wel graag naar school, maar dan met iets ‘bijzonders’. Ik had behoefte aan de aandacht die daarmee gepaard ging. Met mijn gebroken arm kreeg ik even een speciale plek in de groep. Ik vond het vaak lastig om die plek vanuit mijzelf in te nemen, dus mijn gebroken arm hielp mij daarbij.
Extra aandacht
Hoewel ik thuis goed verzorgd werd, heb ik op veel momenten behoefte gehad aan extra aandacht. Vaak was ik er bijvoorbeeld op gefocust of mijn juf mij wel zag. Ik leefde op als ik een extra aai over mijn hoofd kreeg of wanneer ik een klusje voor haar mocht doen. Met mijn verzinsels over gebroken armen kreeg ik nog meer aandacht. Ik denk dat deze behoefte uit mijn onzekerheid voortkwam.
De extra aandacht betekende voor mij extra bevestiging dat ik goed genoeg was. Op de momenten dat ik ‘gewoon mijzelf’ was, vond ik dat ik geen reden had om aandacht te vragen. Als ik wel aandacht kreeg, wist ik niet hoe ik daarmee om moest gaan. Ik vond dat ik de aandacht alleen verdiende als er iets mis met mij was en alleen dan kon ik er wel mee omgaan.
Minder druk
Al van jongs af aan heb ik moeite gehad om mijzelf goed genoeg te vinden. Sinds ik mij kan herinneren was ik onzeker. Ik had momenten waarop ik wel wat zekerder was, maar over het geheel genomen twijfelde ik veel aan mijzelf. Ik vond het ontzettend spannend om een plek in een groep in te nemen en wist ook niet goed hoe dat moest. Daarbij was ik ook erg streng voor mijzelf. Alles wat ik deed moest perfect. Van wat ik deed op school, spelletjes op straat, tot de tekeningen die ik maakte; het kon altijd beter.
Op de momenten dat ik iets had, zoals een gebroken arm, hoefde het allemaal even iets minder goed te zijn. Wanneer je ziek bent of iets hebt, dan verwachten mensen minder van je. Hoewel niemand mij die druk die ik voelde oplegde, had ik dat idee in mijn hoofd wel zelf gevormd. Met mijn gebroken arm had ik een excuus om eventjes iets minder hard te hoeven presteren en dat vond ik heerlijk.
Münchhausen en Münchhausen by proxy
Naar mate ik ouder werd uitte mijn onzekerheden en perfectionisme zich op een andere manier; ik ontwikkelde een eetstoornis. Mijn verzinsels bleven onschuldig en verdwenen naar de achtergrond.
Er zijn mensen bij wie de verzinsels over ziek zijn wel blijven bestaan en zelfs grotere vormen aan gaan nemen. Het kan zelfs zo ver gaan dat mensen zichzelf iets aandoen om anderen te doen geloven dat ze ziek zijn.
Als dit langere tijd aanhoudt, wordt dit het syndroom van Münchhausen genoemd. Vaak komt dit voort uit persoonlijkheidsproblematiek, extreme onzekerheid, anti-sociaal gedrag en behoefte aan aandacht. Ook kan het zijn dat moeder haar kinderen ziek maakt, dit heet Münchhausen by proxy en dit komt meestal voort uit dezelfde oorzaken.
Ziek willen zijn en zelfzorg
Nog steeds heb ik wel eens de behoefte om ziek te zijn. Dan hoop ik dat ik de griep krijg en een paar dagen in bed mag blijven. Eerst schaamde ik mij hier heel erg voor; wie wil er nou ziek zijn?! Tot ik deze gedachte een keer met een vriendin deelde en zij mij vertelde dat zij dit ook wel eens dacht. Helemaal niet zo gek dus. Het verschil met vroeger is dat ik niet meer doe alsof ik iets heb. Nu ga ik bij mijzelf na waarom ik die behoefte heb. Vaak wil ik ziek zijn op momenten dat het allemaal even teveel is. Wanneer ik net iets te veel doe in de week of wanneer ik dingen moet doen die ik spannend vind. Ziek zijn geeft mij dan een legitiem excuus om die dingen niet te hoeven doen.
Inmiddels weet ik dat het hebben van deze behoefte een signaal is. Het betekend dat ik het iets rustiger aan moet doen. Ik leer steeds beter hoe ik goed voor mijzelf moet zorgen en wat ik nodig heb op de momenten dat het allemaal lastig is. Steeds minder heb ik de bevestiging, negatieve aandacht en zorg van anderen nodig. Ik heb geleerd dat ik goed genoeg ben, ook zonder gebroken arm.
Geef een reactie