Ik hoor vaak dat er tussen mensen met een eetstoornis onderling gesproken wordt over de classificatie van hun eetstoornis. Met classificatie bedoel ik het label AN, BN, BED of ES NAO. “Ik heb maar NAO, ik heb liever anorexia“ of “ik heb BED en dan heb ik geen recht op hulp” zijn voorbeelden van opmerkingen die ik gehoord heb en wijzen op het oneigenlijk gebruik van dit soort labels. Hieronder wil ik graag uitleggen waarom, door in te gaan op het verschil tussen diagnostiek en classificatie.
Het verschil tussen diagnose en classificatie
Vaak worden deze begrippen verward. Aan het einde van een intakeproces hoort de intaker je te vertellen wat je diagnose is. Je diagnose en classificatie staan ook in de brief die de intaker aan je huisarts of verwijzer stuurt. In moderne instellingen vraagt de intaker ook of je zelf een kopie van deze brief wilt ontvangen (je hebt altijd recht op een kopie). Je diagnose staat beschreven in een alinea en vat heel beknopt samen wie je bent, wat je klachten zijn en wat mogelijke oorzakelijke en instandhoudende factoren van je klachten zijn. Er staat ook iets over je lichamelijke conditie en eventuele ander klachten of problemen.
Een (fictief) voorbeeld van een diagnose
Een 22-jarige studente psychologie wonende in een studentenhuis in Leiden. Zij heeft sinds 3 jaar last van grote eetbuien gevolgd door zelfopgewekt braken, beide met een frequentie van 3 keer per week. Zij heeft een normaal gewicht (BMI 23,7). Daarnaast heeft zij last van somberheid die een paar dagen kan aanhouden. Suïcidaliteit wordt ontkend evenals het doorstaan van misbruik. Automutilatie heeft tot 1 jaar geleden plaatsgevonden. Patiënte geeft aan zich eenzaam te voelen in Leiden en heeft geen vriendinnen of vriend. Zij gaat in de weekenden naar haar ouderlijk huis (compleet gezin met 2 jaar jongere zus). Mogelijke oorzakelijke factor is de overgang van het ouderlijk huis en leven in een klein dorpje naar de grote stad en het (anoniemere) studentenleven. Mogelijke instandhoudende factor is patiëntes beleefde onvermogen aansluiting te vinden bij leeftijdsgenoten en haar draai te vinden in studie en studentenhuis. Op middelbare school had zij 1 goede vriendin en wat oppervlakkige vriendschappen. Patiënte voldoet aan de DSM-IV criteria voor boulimia nervosa.
DSM: Diagnostic Statistical Manual
In Nederland wordt de classificatie van psychiatrische stoornissen meestal uitgevoerd aan de hand van de DSM-IV. DSM staat voor Diagnostic Statistical Manual en is een product van de Amerikaanse vereniging van psychiaters. In de DSM staan alle door hen erkende psychiatrische stoornissen. Per stoornis staan een aantal criteria vermeld waarover een groep van experts het met elkaar eens is geworden op basis van onderzoek in de wetenschappelijke literatuur en discussie. Het belangrijkste doel van de DSM is te bevorderen dat professionals in de psychiatrie wereldwijd meer dezelfde taal gaan spreken. Met andere woorden, dat als een professional in Australië en in Nederland het over boulimia nervosa hebben, dat zij het dan beide hebben over individuen die voldoen dan de criteria voor boulimia nervosa zoals vastgelegd in de DSM.
In Nederland willen, onder andere, zorgverzekeraars de DSM classificatie van patiënten die behandeld worden in de ggz graag weten. Iedere ggz patiënt wordt op vijf DSM assen geclassificeerd. Op as I worden de psychiatrische stoornissen geclassificeerd. Op as II de persoonlijkheidsstoornissen, op as III de somatische stoornissen en op as IV de psychosociale problemen. Op as V wordt een algemene score van het functioneren (de zogenaamde GAF score) weergegeven.
DSM en ernst van de eetstoornis
De DSM classificatie levert dus niet meer dan een opsomming van labels die refereren aan een set van criteria. De labels op as I, de psychiatrische stoornissen, zeggen niets over de ernst van de geclassificeerde stoornissen. Je kan op basis van de classificatie niet zeggen dat een eetstoornis nao (niet anders omschreven) minder ernstig is dan een anorexia nervosa. Er zit geen ernst hiërarchie in de DSM. In de jongste versie van de DSM, versie 5 die in mei van dit jaar verscheen, worden professionals wel gevraagd per stoornis ook een ernstschaal in te vullen (www.dsm5.org).
Diagnose belangrijker dan classificatie
Eigenlijk is je diagnose belangrijker dan je classificatie. In een diagnose hoor je jezelf te herkennen en deze hoort ook aan te sluiten bij het behandeladvies. Door de nadruk die behandelaren (en patiënten) op de classificatie hebben gelegd is de aandacht voor de diagnose helaas verminderd. Alleen kijken naar de classificatie reduceert een (vaak complex) diagnostisch verhaal tot een label of stempel. Aan de stempel worden dan ten onrechte vaak weer allerlei kenmerken toegevoegd die kunnen leiden tot verwarring, afgunst of het jezelf ontzeggen van hulp.
Geef een reactie