Een eetstoornis veroorzaakt chaos in je hoofd. Een soort wanorde, die op elk vlak van je leven zijn weerslag vindt. Het achtervolgt je overal, bij alles wat je doet. Er is geen aan-uitknop. Desondanks blijft je wanhopig zoeken naar een manier om je staande te houden. Je zoekt rust, al is het maar voor even. Adempauze om je te herpakken, is alles waar je om vraagt. Je doet er de gekste dingen om, maar het voelt niet als een keuze. Zelf heb ik een tijdje mijn heil gevonden in schoonmaken. Toen mijn eetstoornis het sterkst was, kon je bij mij thuis van de vloer eten.
Op het dwangmatige af, maakte ik schoon. Het voelde goed om schoon te maken en Ik vond het prettig als alles mooi opgeruimd was. Ik vond het fijn om gasten te ontvangen in een schoon en netjes huis en ergens was ik ook best trots op het feit dat ik het onwijs druk had, maar toch mijn huishouden onder controle wist te houden.
Onder controle houden… Gelijk de vinger op de zere plek. Waar ik op andere vlakken in mijn leven meer en meer leek af te glijden, werd ik perfectionistischer waar mogelijk. Ik probeerde grip op mijn leven te krijgen. Dat klinkt heel logisch, zo zwart op wit, maar op het moment zelf, ontbrak dit inzicht.
Ik hield van schoonmaken en opruimen, daar was de kous mee af. Ik zocht er niet echt iets achter, misschien omdat ik immers al genoeg aan mijn hoofd had met een eetstoornis en een depressie. Soms had ik wel eens last van de dwang om schoon te maken, maar meestal niet. Schoonmaken voelde namelijk erg prettig. Ik hoefde even nergens aan te denken terwijl ik in de weer was met een emmertje sop en een viscose doekje. Daarna was mijn huisje ook nog eens mooi schoon en netjes.
Schoonmaken ‘lukte’ me altijd. Zelfs op dagen dat ik me nergens toe wist te zetten, draaide ik mijn hand er niet voor om om even een doekje over de tafel te halen. Dan voelde ik me toch weer wat beter over mezelf. Ik vond een bepaalde rust in het feit dan mijn huisje er schoon en netjes uitzag.
Het was niet dat ik smetvrees had, integendeel eigenlijk. Ik had er geen problemen mee om ergens te zijn waar het vies was. Het ging niet om hygiëne, maar om controle. Het maakte me niet uit hoe de smerig de rest van de wereld wel niet was, als mijn studentenkamer (later huisje), maar netjes was. Een klein schoon, goed afgebakend, veilig stukje van mijn leven dat er precies zo uitzag als ik wilde.
Dit ging een hele tijd lang goed en omdat ik het zelf niet als probleem zag motiveerde niets mij om mijn schoonmaakwoede tot een halt te roepen. Tot het moment dat mijn vriend en ik besloten om samen te gaan wonen, in een appartement. Ik was dolenthousiast en had er erg veel zin in, maar de vraag ‘hoe houdt ik dat in godsnaam allemaal schoon’, knaagde wel aan me.
Mijn eetstoornis had ik toen net overwonnen, de laatste restjes vormde geen grote uitdagingen meer. Het was tijd om door te gaan met mijn leven en het verleden los te laten. Net als bij een eetstoornis, komt op een gegeven moment de realisatie dat je zo niet meer verder kunt. Je beseft je langzaam dat streven naar controle je niet het leven gaat brengen waarvan je droomt. Dan is het loslaten of verliezen.
Het gekke is dat mijn ‘schoonmaakprobleem’, nooit aan bod is gekomen in de behandeling van mijn eetstoornis. Dit komt voor een deel omdat ik zelf niet goed inzag dat ik een probleem had, maar ook doordat ik er niet goed de vinger op wist te leggen en het daardoor ook niet serieus nam. Ik had geen smetvrees, ik hield alleen vreselijk veel van schoonmaken. Dat nam soms veel tijd in beslag, maar echt in de weg van mijn functioneren, stond het niet. Bovendien zijn er zoveel vrouwen die een schoon en netjes huis prefereren? Wat is daar dan erg aan? Volgens mij is dit een weinig erkend probleem.
Inmiddels heeft mijn vriend zijn eerste huis kocht: Een heel oud, opknaphuis, met uitzicht op minstens tien jaar van verbouwingen en renovaties. Het is onmogelijk om hier alles schoon te houden, ik heb het echt naast me neer moeten leggen. Dat was niet makkelijk. Veranderen is altijd zwaar, maar ik ben blij met waar ik nu sta: Zonder eetstoornis, zonder controle, midden in de chaos, maar met rust in mijn hoofd.
Wanneer ik me nu nog weleens druk maak om het huishouden of de verbouwing, kan ik er donder op zeggen dat er eigenlijk iets anders speelt waar ik me zorgen over maak. Schoonmaken en rust willen creëren is maar een afleidingsmanoeuvre om te ontsnappen aan het echte probleem. De drang naar orde komt voort uit een wanorde die niet zomaar weg te poetsen valt.
Met deze blog wil ik mensen alert maken op het gevaar van opruimwoede en schoonmaakdrang. Ik ben namelijk bang dat ik niet de enige ben die hier ooit voor gevallen is. Mocht dat wel zo wezen dan is dat ook helemaal prima, maar mocht je jezelf in mijn verhaal herkennen, weet dan dat je niet alleen bent.
Fotografie: Erik Fitzpatrick
♥ Liefs,
Lotte
Geef een reactie