Toen ik nog klein was, was ik ervan overtuigd dat ik met alle vrienden en vriendinnen die ik toen had, altijd contact zou blijven houden. We hadden zoveel leuke tijden met elkaar meegemaakt, dingen waar we enorm erg om kunnen lachen en mooie dingen die altijd bij ons zullen blijven. Ik wist nog dat ik tegen mezelf zei: ‘Wat er ook gebeurt, we blijven voor altijd vrienden.’ Tot ik naar de middelbare school ging…
Op de kenningsmakingsdag met m’n nieuwe klas was ik erg nerveus. Ik zat met een paar bekende, maar ook een heleboel onbekende mensen in de klas. ‘Ach’, dacht ik. ‘Een heleboel van m’n oude vrienden zitten op deze school, dus het komt wel goed.’ Toch voelde ik lichte paniek. M’n mentor had het telkens over ‘je nieuwe klas’, ‘nieuwe vrienden’ etc. Toen voelde ik me wel een beetje bang. Zou ik wel leuk genoeg zijn? Zouden mensen mij aardig vinden? Zou ik wel echt nieuwe vrienden maken? Toen ik eenmaal bij de kenningsmakingsdag in m’n nieuwe klas zat voelde ik de tranen in m’n ogen branden. Dit wilde ik niet. Ik wilde geen nieuwe mensen leren kennen en gewoon bij m’n oude vrienden blijven.
Waar ik ook heel erg bang voor was gebeurde. Ik viel buiten de groep. Ik vond iedereen wel aardig, maar merkte dat ik er niet helemaal inpaste. Ik zat telkens maar een beetje bij verschillende mensen, probeerde mee te kunnen doen maar durfde absoluut niet mezelf niet te zijn. Ik had bijvoorbeeld geen vaste vriendin, waar ik 24/7 mee kon kletsen en mee zat in de pauze.
In het begin hing ik nog wel veel rond met m’n oude vrienden, omdat ik merkte dat iedereen nog een beetje bij z’n oude vertrouwde vrienden zat en nog aan ‘t wennen was aan z’n nieuwe klas. Maar langzaam brak die band toch langzaam af. Sommige mensen zag en sprak ik nog nauwelijks. Dat vond ik raar. We hadden toch afgesproken om altijd vrienden te blijven? Ik voelde me daardoor gekwetst en dacht meteen dat ze mij waren vergeten.
Vanaf die tijd voelde ik me heel alleen en eenzaam en zat continue met m’n oortjes in m’n oren om met muziek niet aan de wereld om me heen te hoeven denken. Later besefte ik pas waarmee ik bezig was. Ik was eerder bezig m’n oude klas bij elkaar te houden, dan te wennen aan m’n nieuwe klas.
In die tijd was ik ook hevig verliefd op een jongen van de basisschool, wat een enorme impact op me heeft gehad. In de tijd dat ik ook psychische problemen kreeg heeft-ie altijd, als vrienden, met me gepraat en was heel lief voor me. Iets wat ik nooit zal vergeten… Maar hem zag ik langzamerhand ook veranderen. Hij besteedde steeds minder aandacht aan me, ik leek niet meer te bestaan. Ik was ontzettend gekwetst en heb daardoor ook veel moeten huilen. Ik vocht zo hard om onze vriendschap te redden en terug te gaan naar het vroeger was, maar het mocht niet baten.
Ik wist nog dat een meisje, die ik had leren kennen op school, via twitter vroeg: ‘Waarom vecht je voor iemand die niet voor jou vecht?’ Of ‘Waarom laat je je tranen vallen voor iemand die ‘t helemaal niets kan schelen?’ Op die vraag wist ik zelf ook geen antwoord. Ik was inderdaad moe van ‘t vechten, zag ook in dat ‘t allemaal geen zin meer had maar ik wou niet opgeven. We hadden zoveel meegemaakt samen. Moest ik van de één op andere dag doen alsof ‘t nooit gebeurd was? Net zoals hij?
Toen ik naar de tweede ging, ging het iets beter. Als ik naar de brugklas terug kijk, zeg ik niet dat het een rotjaar was. Niet elke dag was een hel en ik heb af en toe ook zeker kunnen lachen. Maar echt leuk kan ik het ook weer niet noemen. Ik wil mijn mentor van de brugklas wel heel erg bedanken. Zonder haar motivatie en alle gesprekken met al haar lieve woorden, was ik zeker weten ten onder gegaan aan alles wat er was gebeurd.
In de tweede zoals ik al zei ging het iets beter. De meeste meiden met wie ik niet echt een klik had gingen weg en ik was klaar voor een nieuwe start. Totdat die stomme eetstoornis in m’n leven verscheen… In de brugklas waren ook een aantal andere dingen gebeurd, waar ik nog elke dag aan moest denken. Dat was één van de triggers, om er niet aan te hoeven denken door zo min mogelijk te eten. Tijdens het afvallen voelde ik me mentaal ongelofelijk sterk maar fysiek was ik op. Ik sportte in die zeer extreem veel en had last van hartkloppingen. Ik liet nieuwe vriendschappen opbouwen maar achter me en focuste me helemaal op het afvallen. Want ja, echte vrienden, die echt om me gaven, leek ik niet te hebben.
Achteraf kwam ik erachter dat het niet zo was. Iedereen was zo ongelofelijk bezorgd. Er waren een groepje klasgenoten naar mijn mentor gegaan omdat ze zagen dat ik elke week iets dunner werd en een stuk minder vrolijk was. Een jongen die naast me zat was zo bezorgd en maakte zich continue druk dat ik niet zou flauwvallen, omdat ik zo zat te draaien op m’n stoel. Toen ging er wel een lichtje branden. Hè, ik heb toch wel mensen die om me geven…
In de derde was ik er helemaal klaar mee. Ik wou niet over 10 jaar terug kijken en spijt hebben dat ik m’n middelbare schoolcarrière heb verkloot, door me druk te maken over m’n persoonlijkheid, karakter en bovenal dat stomme eten. Langzaam ging ik iets meer praten en ging ik zitten bij wat meisjes in de pauze. En het ging goed… Ik kon het goed vinden met de meiden en viel deze keer niet buiten de groep. Het ging zelfs zo goed dat ik me besloot aan te melden voor het schoolvoetbalteam voor meisjes. Iets wat ik enorm spannend vond, maar ik vond voetbal zelf hartstikke leuk ook al ben ik er geen enorme ster in. En naar mijn verbazing ging het enorm goed. Het waren een hele leuke club meiden waar we om en met elkaar veel hebben gelachen.
Vanaf toen ging er echt een knopje om… Ik wou nu echt kunnen genieten. Ik zit met een hele leuke club meiden in de klas, één hele goede vriendin in de klas die me echt snapt (ook met mijn eetstoornis) en altijd voor me klaarstaat, alle lieve mensen daarom heen en de leuke meiden uit het voetbalteam… En mensen vonden mij oprecht ook echt leuk. Wou ik dat echt vergooien voor mensen die nu zelf ook verder zijn gegaan in hun leven? Nee!
Vanaf toen besloot ik ook de mensen die niet voor mij vochten los te laten. Dat was een enorme stap en zeker geen makkelijke. Ik was bang om toch weer alleen achter te blijven, maar ik zette door. Het was enorm zwaar om alle momenten van vroeger los te laten, maar ik zie nu dat het ‘t waard was. ‘At some point, you gotta move forward.’ De jongen op wie ik zo hopeloos verliefd was kan me niks meer schelen. Wat hij nu doet met z’n leven? Geen idee, kan me eigenlijk niks schelen. Ik ben verder gegaan en heb hem achtergelaten, ook al is dat soms nog wel best moeilijk aangezien we op dezelfde school zitten.
Natuurlijk ben ik nog heus wel bevriend met mensen van m’n oude school, maar alleen met mensen die ondanks alles toch bij me zijn gebleven. Mensen van wie ik weet, dat ze oprecht van me houden. Nu gaat het beter dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Ik kan lekker met vriendinnen afspreken, shoppen, koffie drinken en ook diepe gesprekken met ze voeren. Het gaat niet om hoelang je iemand kent, maar om degene die ondanks alles altijd aan je zijde zullen blijven staan. Ik gaf onlangs een feest om mijn 15e verjaardag te vieren, wat echt een succes was. Iets wat ik me in de brugklas nooit had kunnen voorstellen. Soms heb ik nog wel moeilijke momenten, waarin ik me alleen voel en denk dat ik niemand meer heb en moet ik mezelf ook vaak corrigeren dat dat echt niet zo is.
Wat nu wel weer heel spannend is, is dat ik volgend jaar na 4Havo ga en iedereen dus een profielkeuze heeft gemaakt. De klassen zullen daardoor weer flink door elkaar worden gegooid, wat ik ook wel weer spannend vind. Maar nu kan ik het ook positief relativeren, doordat ik nu vrienden en vriendinnen heb met wie ik echt altijd de leuke dingen kan blijven herinneren en natuurlijk nieuwe dingen beleven.
Het vechten is het allemaal waard. Bij mij was het ook niet in één keer gelukt en het was zeker moeilijk en zwaar, maar ik ben blij met de nieuwe lieve mensen om me heen en op hoe ik nu sta in het leven. Ook jij kan dat…
‘Sometimes the people you love the most, you gotta let go. Even though it may hurt, but it may the best for you.’
Geef een reactie