Een boterham ligt op mijn bord,
Bruingebakken met veel pitten
En terwijl ik naar hem kijk,
Gaat hij rechtop zitten.
‘Lieve meid, ik ben heel gezond voor jou,
Ik zorg ervoor dat jij groot en sterk wordt,
De energie hebt om alles te overwinnen.
Eet me op, dan kan de dag beginnen!’
Ik kijk hem aan, tranen vloeien,
‘Ik kan het niet’ fluister ik met moeite
Hij knikt me toe, een lieve glimlach
Met heel veel geduld spreekt hij me toe
‘Doe eens een poging lieve schat.’
Met trillende handen til ik hem op,
Nog langzamer breng ik hem naar mijn mond
en tot slot neem ik een hap.
Ik wil weer overgeven,
Maar dan hoor ik hem roepen, vanuit mijn binnenste:
‘Lieverd, het is zo ver: je kunt weer verder leven!’
Geef een reactie