Ongeveer een jaar of acht heb ik geworsteld met een negatief zelfbeeld en een eetstoornis. Toen ik nog een eetstoornis had, zag mijn leven er heel anders uit dan nu. Mijn leven bestond uit piekeren over eten, obsessief bezig zijn met mijn gewicht, compenseren en ondertussen zo goed mogelijk proberen mee te doen met het normale leven. Omdat mijn leven nu zo anders is, neem ik jullie mee in een dag waarin ik beide kanten belicht; Mijn leven toen ik nog een eetstoornis had en mijn leven zonder eetstoornis nu.
♦Toen:
‘s Morgens werd ik brak wakker. Ik moest mezelf echt vooruit slepen en had hoofdpijn. Eigenlijk begon het eerste dilemma al meteen toen de wekker ging: Ontbijt. Dit obstakel maakte opstaan nog zwaarder dan het al was en zorgde ervoor dat het eerst waar ik aan dacht eten was. Wilde ik ontbijten, hoeveel, wat en hoe zou ik dan de rest van de dag eten? Over het soort beleg, maar ook over de hoeveelheid boter kon ik piekeren.
♥Nu:
De wekker gaat en ik draai me het liefst nog een keertje om. Wat is een bed toch lekker in de ochtend. Denkend aan de leuke en minder leuke afspraken die ik deze dag tegemoet ga, stap ik uit bed. Op naar het ontbijt. Wat zal ik vandaag eens nemen? Ik ga voor een lekker schaaltje vanille yoghurt en cruesli. Ik zet er ook een kop thee bij. Ondertussen bekijk in de nieuwste Flow en knuffel ik mijn kat.
♦Toen:
Nu douchen. Ik moet wel. Ik heb eigenlijk totaal geen zin. Ik wil niet aan deze dag beginnen, ik wil eigenlijk weer terug in bed. Onder de douche word ik geconfronteerd met mijn dikke lichaam. Ook de weegschaal in de badkamer zal ik een bezoekje moeten brengen. Eenmaal op de weegschaal word ik kwaad op mezelf. Waarom heb ik me gisteren zo laten gaan? Ik besluit heel snel te douchen, me aan te kleden en dan naar de afspraak met een vriendin te gaan. Ik trek maar iets wijds aan, dan valt mijn dikke lijf niet zo op.
♥Nu:
In de badkamer kijk ik in de spiegel en zie ik een ontploft kapsel. Ik stap onder de douche en sta na te denken over van alles en nog wat. Na het douchen smeer ik mezelf in met bodybutter. Hierna neem ik wat tijd om mezelf op te maken, maar haar te doen en zet ik gezellige muziek aan. Natuurlijk denk ik ook na over lastige dingen, zorgen om iemand die ziek is en wat ik nog moet doen ik het huishouden, maar er zijn ook dingen waar ik zin in heb en me op verheug.
♦Toen:`
In de tram ga ik snel in een hoekje zitten. Ik heb hard gerend om hem te halen en ben duizelig. Ik ga snel zitten Het is koud in de tram. Waarom zetten ze hier geen verwarming aan? Onderweg naar Amsterdam bedenk ik me wat we gaan eten. Ik heb afgesproken om met een vriendin koffie te gaan drinken, maar zie daar nu al tegenop. Zal ik gewoon thee nemen? Eigenlijk heb ik best wel zin in een kop koffie of een gebakje, maar ik denk niet dat ik daar aan meedoe. Ik moet afvallen.
♥Nu:
In de tram zoek ik snel een plekje bij het raam. Ik heb gerend om deze tram te halen dus kom een beetje verhit de tram binnenlopen. Ik ga snel zitten, zodat ik niet val als het voertuig weer optrekt. Onderweg bedenkt ik me dat mijn vriendin een drukke werkweek heeft gehad en haar moeder morgen jarig is. Ik heb mijn vriendin al een tijdje niet gezien en heb haar van alles te vertellen. Ik heb zin in een lekkere kop koffie, een stuk taart en een goed gesprek. Dat heb ik ook wel even nodig, na de stress van afgelopen week.
♦Toen:
Het is inmiddels half twaalf en na een kop thee zegt mijn vriendin trek te hebben. Ze stelt voor om te blijven lunchen in dit gezellige koffietentje. Ik raak in paniek. Ik had mezelf na het wegen vanmorgen juist voorgenomen om zo min mogelijk te eten vandaag en nu krijgen we dit! Ik zeg dat ik laat heb ontbeten, terwijl ik amper wat op heb en vertel haar dat ik vanmiddag liever thuis ga lunchen. Ik zie haar teleurgestelde gezicht maar ik wil dit gewoon echt niet. Na nog een kopje thee, waar zij een stuk taart bij bestelt, loop ik via een omweg door de stad naar het station. In de H&M wil ik graag een donkerrode broek passen, maar ik heb geen idee welke maat ik heb en durf hem niet te passen.
♥Nu:
Het is inmiddels half twaalf en na een kop koffie en een stukje appeltaart, besluiten mijn vriendin en ik gewoon lekker te blijven lunchen. Rond een uur of twaalf zitten we aan een lekker broodje gezond met verse jus d’orange. We hebben het over van alles. Ook kon ik even mijn hard luchten over wat dingen waar ik mee zat. Ook hebben we nog enorm gelachen om een afspraakje dat zij had gehad en wat niet helemaal bevallen was. Na onze afspraak ga ik nog even naar de H&M waar ik een donkerrode broek pas. Ik neem de broek in twee maten mee in pakhokje, omdat ik niet precies weet hoe de broeken hier vallen. Ik koop de broek en loop daarna via de kortste weg naar het station.
♦Toen:
Na mijn afspraak ga ik door naar mijn psycholoog. Ik vind het spannend, iedere keer dat ik een gesprek heb. Ik heb me niet aan de afspraken gehouden, ik durf het niet. Ik weet niet goed wat ik wil. Ik ben bang om beter te worden. Na mijn gesprek ben ik toch weer een beetje opgelucht. Ik praat veel te weinig over hoe ik me voel. Ik ben wel echt doormoe. Ik ga snel naar huis. Eerst moet ik nog even langs de supermarkt om eten te halen. Ik heb geen idee wat ik moet maken en ben eigenlijk veel te moe. Iets afhalen durf ik niet. Ik besluit een salade te maken met wat aardappeltjes.
♥Nu:
Na mijn afspraak ga ik door naar mijn werk. Ik heb veel te doen. Leuke, maar ook minder leuke dingen. Tijdens mijn werk eet ik nog wat dropjes uit de pot die op het bureau staat. Ik praat bij met collega’s en doe mijn best om zoveel mogelijk af te krijgen. Aan het einde van de middag ga ik naar huis. Ik ben laat en besluit even iets te eten op het station. In de trein eet ik mijn pasta van Julia’s op en luister ik muziek.
♦Toen:
Eenmaal gegeten, plof ik op de bank. Ik voel me schuldig en moe. Het gesprek met de psycholoog komt nog tien keer voorbij in mijn gedachten. Ik wil het eten compenseren en voel me onrustig. Ik probeer er niet aan toe te geven, maar ga me steeds slechter voelen. Ik besluit tv te gaan kijken en ga vroeg naar bed. Ik wil dit niet voelen. Als ik slaap voel ik het niet. Eigenlijk heb ik nog honger. Ik schrijf nog wat van me af in mijn dagboek. Ik moet ook heel even huilen, al weet ik niet precies waarom.
♥Nu:
Eenmaal thuis plof ik op de bank. Ik voel me moe maar voldaan. Ik maak er een rustig avondje van voor mezelf. Ik luister muziek, bel met mijn moeder en zet een wasje aan. Na een lekkere kop thee, schrijf ik nog even in mijn dagboek, blader ik door tijdschriften en ga ik slapen. Knor kruipt gezellig bij me in bed.
Hoe wil jij morgen wakker worden?
Geef een reactie