Twee jaar terug scheurde ik tijdens een roller derby wedstrijd mijn achterste kruisband. Na een jaar mijn lichaam zelf de kans te geven te herstellen, koos ik er samen met mijn arts toch voor om toch nog een operatie te ondergaan. Het doorhakken van deze knoop voelde voor mij als een enorme opluchting. Voor mijn gevoel zou het vanaf nu alleen maar beter worden. Even een nieuw kruisbandje erin en gaan met die banaan. Zo ging het natuurlijk niet. Ik had het allemaal een beetje onderschat en de operatie en nasleep vielen onwijs tegen. Ik mocht 3 maanden mijn been niet belasten en moest daarna een soort van opnieuw leren lopen. Er heeft veel tijd gezeten in mijn herstel waarin ik niet meer kon doen wat ik voorheen deed. Dit vond ik vooral psychisch iets heel zwaars om doorheen te moeten gaan.
Omdat ik niet meer in mijn eigen huis de trap op kon lopen, of zelfs maar een kopje thee uit de keuken kon halen, woonde ik tijdelijk weer bij mijn vader in huis. Ik realiseerde me dat ik niet de enige was die te maken zou hebben met mijn tijdelijke handicap. Niet alleen moest ik zelf een stapje terug doen, ik moest ook accepteren dat ik anderen om hulp zou moeten vragen. Dit, voor de komende maanden. Ik voelde me onwijs afhankelijk, schuldig en verveelde me dood. Ik kon niet lopen terwijl mijn vrienden leuke uitstapjes maakten en op vrijdagavond in de club stonden te dansen. Al snel begon ik me wat comfortabeler te voelen op krukken en ik mocht mijn been beetje bij beetje belasten. Ik kon weer werken op kantoor en mee naar dingen die niet te inspannend waren. Mijn leven leek zich weer een beetje op te pakken, ook dat dansen kwam uiteindelijk wel goed. Er was echter één ding wat er maar niet van leek te komen… Roller Derby.
Mijn team was zich alweer aan het voorbereiden op de volgende Nederlandse Kampioenschappen. Ik wist al dat ze deze editie zonder mij zouden moeten spelen, maar toch voelde ik me er onwijs rot over. Ik hoorde er bij te zijn. Heel toevallig stapte één van de twee coaches op en gaf ik aan dat ik die rol wel op me zou willen nemen. Zo was ik er toch een beetje bij. Echter bracht dit mij niet genoeg voldoening. Nog een paar wedstrijden heb ik gecoacht tot ik zei er weer mee te stoppen. Ik wilde zelf skaten! Coachen maakte mij alleen maar onwijs jaloers op mijn vroegere teamgenootjes.
Ik had de loop van mijn herstel al een beetje uitgestippeld. Geopereert in september, weer spelen in mei. In theorie zou dit toch moeten kunnen. Echter bleek het herstel in de praktijk toch een beetje anders te verlopen en besefte ik dat het nog een behoorlijke tijd kon duren. Ondertussen zijn we bijna een heel jaar verder en ik speel nog altijd geen roller derby. Hier heb ik echt ongelooflijk mee gezeten. Wanneer ik bij een training of wedstrijd ging kijken, barstte ik op de fiets naar huis in tranen uit. Ik voelde me verslagen, gehandicapt en beperkt door mijn blessure.
Waarom vertel je dit verhaal, Irene? Wat heeft dit nou met mijn eetstoornis of eetprobleem te maken? Ik hoor het je denken. Wel, ik zal het je uitleggen. Mijn knie is nog steeds niet wat hij is geweest, dat zal hij misschien wel nooit meer worden. Ik zal nooit echt blij zijn dat het is gebeurd, toch heb ik een wijze les uit deze ervaring weten te halen. Een les die ik niet tijdens de periode dat ik een eetstoornis had, heb geleerd maar die ik ook daar goed had kunnen inzetten. Misschien ben ik wel niet wie ik graag had willen zijn nu ik geen roller derby kan spelen, maar ga ik hier mijn leven door laten bepalen? Ga ik mijn geluk hier vanaf laten hangen? Of neem ik het heft in eigen handen en zoek ik naar nieuwe en andere dingen waar ik geluk en plezier uit kan halen?
Ik keek alleen maar naar wie ik niet was en wat ik niet kon. Dit werkte niet, hier werd ik niet gelukkig van. Ik besloot dat ik het anders moest aanpakken. Er zijn toch genoeg andere dingen die ik kan doen waar ik ook en misschien wel net zo gelukkig van word? Ik besloot andere dingen te proberen en nieuwe, positieve ervaringen op te doen. Nu skate ik op zonnige dagen rustig op en neer over de boulevard. Ik heb geleerd te kunnen genieten van het maken van een wandeling en heb weer tijd over om af en toe wat muziek te maken. Ik herinnerde me dat ik vorig jaar eens een surflesje had gedaan, kon ik dat niet weer eens proberen? En jawel, ik was verrast hoeveel dingen ik eigenlijk wel niet kon gaan doen en hoeveel plezier ik daar aan beleefde.
Ik herinner me nog goed, dat toen ik heel erg dun was ik nog steeds vond dat mijn heupen te breed waren. “Maar dat zijn zijn botten, Irene, dat kan je niet veranderen. Zo zijn mensen gewoon” zei mijn moeder. “Nou, dan vind ik mensen gewoon lelijk. Ik wil geen mens meer zijn.” Besloot ik koppig. Nu ik daar aan terugdenk had ik graag al eerder deze les geleerd. Wat helpt het mij te focussen op iets wat ik toch niet kan veranderen? Dit is slecht één voorbeeld van velen waarop ik mijn nieuw geleerde levensles had kunnen toepassen. Ik was zo ontevreden met wie ik was en wat ik wel of niet kon. Ik was ontevreden over de wereld om mij heen en mijn plaats daarin. Beperkingen hebben we allemaal. Sommigen zijn tijdelijk, sommigen permanent, naar andere doelen kun je toewerken. Ik beloofde aan mezelf, dat ik het mezelf niet meer toestond ongelukkig te zijn door dingen die ik op dat moment toch niet kon veranderen. Ik kan mijn botten niet veranderen, mijn huidskleur niet veranderen, mijn stem niet veranderen, de mensen om mij heen niet veranderen, de hele wereld niet veranderen, het verleden niet veranderen.
Ben jij zoals je had willen zijn? Is jouw lichaam goed genoeg? Hangt jouw geluk af van iets wat je niet kan veranderen? En maakt dat je ongelukkig? Is het ooit goed genoeg? Wat steelt jouw geluk in het leven?
Wat zou er gebeuren als je dat los zou laten en verder zou gaan?
Geef een reactie