Een draak van een eetstoornis

Mijn geliefde heeft eigenlijk alles wel. Een prachtige set hersenen, een mooi stel grappen, ze is heel knap en ook nog eens bijzonder lief. Toen we elkaar net leerden kennen bleek ze daarnaast ook in het bezit van een draak.

Dit had ze nog nooit aan iemand verteld. De draak was een diep geheim. Een draak geheim houden is een behoorlijke klus, maar ze was er zo goed in geworden door de jaren heen, dat het ook gewoon was geworden. Mij over de draak vertellen was dan ook heel erg spannend voor haar. Bang was ze dat ik weg zou gaan door de uitzonderlijke situatie, maar ook door zijn grootte, zijn gebrul, zijn geweld. Toch liet ze hem op een nacht in één keer helemaal zien. Toen ze hem in het volle licht zette, schrok ze zelf van zijn omvang. De draak zette mijn hart ook heel even stil, maar ik besloot er goed naar te kijken. Voor me zag ik een stokoud monster dat haar vertelde dat ze er eigenlijk niet bij hoort, dat ze bescherming nodig heeft en dat hij haar in deze veiligheid zal voorzien. De draak die de eetstoornis is, is als een echte draak niet extern te bevechten, omdat hij diep van binnen leeft. Hij had zich al jaren lang geworteld, verweven met wie zij is, haar toegeëigend. Net zo lang tot het onderscheid tussen haar en de draak nauwelijks meer te maken viel en zij in plaats van de draak te bevechten, de wereld om haar heen bevocht zodat ze de draak kon beschermen.

Maar we weten wat er gebeurt met vrouwen en draken: ze gaan in torens wonen, eenzaamheid ontstaat tussen dikke muren met steeds hoger wordende doornstruiken daar omheen. En ondanks haar sociale en optimistische voorkomen, de mogelijkheid om overal aan te sluiten, mensen te zien voor wie zij zijn, is ze gewend geraakt aan de veiligheid van de toren met de draak ervoor. Overdag heeft ze een manier gevonden om met de draak te leven. ’s Nachts waakt ze, omdat de draak dan misschien wel zou slapen en onvermoed gevaar binnen de muren zou komen.  

Waarom had ze de draak nodig? Waar kwam de eetstoornis vandaan?

Er wordt gezegd dat een eetstoornis niet erfelijk is. Dat geloof ik meteen. Maar mijn vermoeden is dat een intergenerationele neiging naar beheersing van de werkelijkheid of beteugeling van dat wat pijn doet, wel degelijk aan de hand is bij mijn geliefde. Het lijkt soms alsof er ergens in de lijn een barst ontstaan is in de interne basisveiligheid. Een tekort aan grip dat ertoe leidt dat er wordt gezocht naar houvast, controle, ook buiten zichzelf. In de lijn boven haar blijkt dit ook het geval, gedrag om met de werkelijkheid om te gaan, wat er toe heeft geleid dat zij ook weer een bepaalde basisveiligheid heeft ontbeert, die ze dus zelf moet oplossen. En nu zoekt ze die veiligheid, grip. Het gevoel goed genoeg te zijn in het afwegen van eten, het tellen van calorieën, het wegen. Het vereenzelvigen van haar eigenwaarde met een nummer op de weegschaal dat weer laat zien dat ze de moeite waard is en dat ze de boel onder controle heeft.

Het is moeilijk voor haar om mij te geloven als ik zeg dat ze niet van alles moet zijn of moet doen om goed genoeg gevonden te worden. Dat nodig zijn en geliefd zijn, twee verschillende dingen zijn. Dat ze dat niet zomaar gelooft begrijp ik wel, want ook ik ben zeker niet zonder monsters. Ze geloofde tegelijkertijd wel vaak dat de draak haar veiligheid verschaft, ook al wist ze dat er draken zijn die hun eigenaren met huid en haar verslonden hebben. Ze vermoedt dat die van haar anders is. Natuurlijk, soms is hij wel erg agressief, maar ze kent hem al jaren en denkt hem te kunnen beheersen. Toen ik de draak zag, vreesde ik daarvoor.  
 
Al snel werd die nacht duidelijk dat mijn geliefde hier ook voor vreesde. Dat ze de deuren van de toren al langer open had gegooid en de draak waarmee ze leefde niet meer passend voelde. Zelfs eng en agressief en haar belemmerde vrij de wereld in te gaan. Dat hij weg moest, werd duidelijk. Maar dat hij zekerheid bood waar andere dingen, mensen en gebeurtenissen in haar leven zich hadden afgewisseld, was tegelijkertijd onweerlegbaar.  

Ze was zo moe van steeds maar de worsteling met het gewicht en had zo weinig energie doordat ze niet at, maar ze besloot de strijd aan te gaan. Dat betekende concreet handelen, de doornstruiken rondom haar heen wegkappen, de wereld in: gaan eten. Ze eet nu in de hoop en verwachting dat door haar gedachten over eten, haar gedrag zal volgen. Voor het wegkappen van de doornstruiken heeft ze gelukkig iemand gevonden die verstand heeft van boskap en aanleg van paden: een diëtist. Lang heeft ze waarschijnlijk het gevoel gehad zich niet te moeten aanstellen en gewoon ‘net als iedereen’ te moeten kunnen omgaan met onregelmatig eten en spontaan leven. Ook op het gebied van voeding. Maar nu lukt het haar steeds beter om haar triggers serieus te nemen en hierop in te spelen. Dat is geloof ik vaak saai en irritant, maar op termijn een manier om voor zichzelf te zorgen op de best mogelijke manier. 

Het bevechten van de eetstoornis betekende naast eten ook haar omgeving inlichten; niet meer alleen zitten tobben achter dikke muren. Met het vertellen aan haar omgeving over het bestaan van de draak – haar draak – en het voornemen deze te bevechten, volgden positieve reacties. “Wat dapper dat je dit vertelt en aangaat.” Maar ook de reactie van ongeloof: “Ik ken je al langer. Dat is geen draak, dat is een hondje!” Later, toen het bevechten van de draak er blijkbaar anders uit zag dan zij zich hadden voorgesteld, volgden de meer wantrouwende vragen: “Eet je dan nu wel? Ben je wel aangekomen? Zijn er genoeg doornstruiken gekapt? Ben je überhaupt wel aan het kappen…?”  

Leven met een eetstoornis terwijl je hebt gezegd dat je niet meer wilt leven met een eetstoornis kan dus ook tot bestraffende reacties leiden. Reacties die maken dat mijn geliefde zich tegenover de mensen geplaatst voelt waarbij ze zich eigenlijk vertrouwd en ‘samen’ zou moeten voelen. Reacties die haar terug de torenkamer insturen met de mogelijkheid dat de muren haar voorspiegelen dat deze veilig is. Deze reacties maken me boos. Want haar in de torenkamer zien, ver weg van mij, breekt mijn hart. En bovendien weet ik inmiddels dat het weggekapte pad wel elke dag bewandeld moet worden, anders overgroeit het meteen weer.  

Dergelijke reacties kweken onveiligheid en werken daarmee averechts, want de eetstoornis floreert als het leven onveilig voelt en mijn geliefde op haar kwetsbaarst is. Onveiligheid en onvoorspelbaarheid zijn belangrijke triggers. De onvoorspelbaarheid van het eten lost ze voor een deel op bij de diëtist, maar soms (in dagen die bijvoorbeeld in het teken staan van onregelmatig en anders eten zoals feestdagen en verjaardagen) zie ik dat de doornstruiken haar overwoekeren. Hoe hard ze ook haar best doet. Ze weet dit goed te verbergen voor haar omgeving; kletst, zorgt, feest, lacht… Maar laat niet zien dat er ondertussen een worsteling gaande is. Dat ze niet weet hoe, nu dat het wiebelt en wankelt. Ik hou het zijdelings in de gaten, maar zeg er niks van. Er is maar één kapmes en dat is het hare. En ik weet dat als ik haar links probeer te helpen, ze rechts een manier vindt om het anders te doen. Het is mijn gevecht niet. Het enige wat ik kan laten zien is dat het leven buiten de toren veilig is, dat ik daar ben, dat daar ook beschutting is, en haar terugroepen als ze weg wil.

En natuurlijk, als ik het voel en zie – de nawerking van het gevecht en haar kleiner geworden lijf – zou ik willen zeggen: “Eet. Waarom eet je niet? Je bent toch goed zoals je bent? Je bent toch prachtig?” Wetend dat prachtig niet de bedoeling is. Ze wil niet prachtig zijn, maar dun. En alles waar dat voor staat. De ingewikkelde wens van de eetstoornis af willen en tegelijkertijd niet te willen aankomen lijkt te ontstaan uit de realisatie dat het gedrag negatieve effecten heeft op de gezondheid, maar het beeld dat daarbij hoort nog steeds positief beoordeeld wordt.  
 
Naast de externe onvoorspelbaarheid in eetgewoonten is er de interne onveiligheid. Die is soms lastiger te pakken te krijgen. Afgelopen weekend was deze veiligheid wederom in het geding. Mijn geliefde kon het na een ingewikkelde nacht even niet meer opbrengen om mee te denderen in een voortrazend leven. Ineens lukte het niet meer. Moeder zijn, zus, dochter, collega, buurvrouw, vriendin. Met wat moeite probeerde ze ‘partner’ nog, maar ook dat bluste uit. En wat blijft er dan over als deze rollen losgelaten worden en de stilte haar intrede doet? En vooral, waar hou je je dan aan vast?  

Even dacht ik te zien dat ze deze grip bij de hardheid van de eetstoornis ging zoeken. Dat de muren dikker werden, het gemaakte pad overwoekerd zou raken door doornstruiken. Er was een worsteling waar ik haar niet bij kon helpen. Ze moest ook heel even los van mij en daar raakte ik op mijn hoede. Want in de vooronderstelling dat de draak en zij altijd samen zullen leven, omarmt ze hem soms in plaats van mij. Daar is mijn enige ingrijpen in dit verhaal. Wat mij betreft steken we hem namelijk dood en dragen we hem de stad en ons leven uit. Natuurlijk probeerde ik het een en ander met een kopje thee, een tijdschriftje en een boterham die maar half opgegeten werd. Wetend dat deze zaken weinig veiligheid uitstralen in vergelijking met een brullende draak die zijn vleugels wijds en beschermend uitslaat. Na interne worsteling, toch wat etend, wist ze het niet meer. “Ik zou wel willen verdwijnen.” 

In die momenten van kwetsbaarheid en verwarring moet je ijzersterk zijn om niet terug te gaan naar een bekend steunpunt. Bescherming vinden in het hard en streng zijn, wapenen, niet eten, grip hebben. Dat deed ze niet. Ze belandde ergens tussen wegduiken en hardheid in, terug op het pad. Een pad van balans en interne veiligheid, van voeden. Ik probeer erbij te zijn. Haar warm te houden in het oog van de storm, in het volledige besef dat ik haar niet kan voeden, maar wel veilig kan laten voelen. Ook als dat soms betekent dat ik haar de controle moet geven en daarmee een gevoel van veiligheid. Want inmiddels ken ik de draak die de eetstoornis is een beetje. Ik weet dat hij ontwaakt als het leven onveilig voelt en soms de overhand krijgt in die situaties. Maar wat maakt dat de draak soms de overhand krijgt en soms niet, is me nog niet duidelijk.

Is het de beloning van het niet eten, namelijk dun zijn en de kick en alle associaties van beheersing en schoonheid en de beloften van regie die daarmee samenhangen? Of is het juist de bestraffing: de angst voor de gevolgen van het eten, de angst om dik te worden, en wat dat dan over haar zou zeggen? Dat ze zwak en onbeheerst en ongedisciplineerd is; het leven niet aankan. En dat anderen dat wellicht zouden zien met als onvermijdelijk einde de zo gevreesde afwijzing? En is het zo dat wanneer ze zich slecht voelt, ze zich automatisch ook dik voelt omdat ze dit heeft omgekeerd van toen ze zich dik voelde en daardoor slecht? En is je dun voelen dan een garantie om je goed te voelen, gelukt te voelen? En vooral, wat is dan in een moment van kwetsbaarheid een goede keuze: eten of niet eten? Wanneer we eten met zwakte associëren en het niet eten met kracht?

De ellende van de eetstoornis zit hem in deze omgekeerde associatie. Het zieke gedrag lijkt sterk waar het gezonde gedrag een zwaktebod zou zijn. Deze associaties zijn verstoord. En door te eten en door het gewicht te laten toenemen, ontstaat automatisch ook de vraag of zij een ander soort lichaamsvorm dan haar huidige met positieve eigenschappen kan associëren. Laat staan of ze haar eigen, straks veranderde, lichaamsvorm positief kan ervaren?

Haar lichamelijke ervaringswerkelijkheid is ook op mij niet zonder invloed. Een schoonheidsideaal, kloppend of niet, heeft een sociaal karakter. Als ik mijn geliefde zichzelf zie beoordelen op haar gewicht en vorm, is het moeilijk te geloven dat ze diezelfde meetlat niet langs mij legt. Tevens weet ik dat ze niet enkel haar gewicht, maar ook haar eetgedrag langs dat van anderen legt. Ze ziet het allemaal, als een sterk ontwikkeld zesde zintuig. Ook dat maakt dat ik me daarover bewuster ben als ik bij haar ben. Mijn gevoeligheid op dit vlak is gelukkig niet zo groot dat ik haar meetlat leidend laat zijn. Was dit wel het geval, dan weet ik zeker dat haar gedrag gevolgen zou hebben. Besmettingsgevaar ligt bij eetstoornissen dus wel degelijk op de loer. De conclusies die we individueel, maar ook als maatschappij, trekken over iemands karakter aan de hand van zijn of haar buikomvang zijn niet zonder consequenties. Haar toetssteen probeer ik niet te internaliseren. Dat vraagt om alertheid en het is met vlagen ingewikkeld te geloven dat zij mijn lichaam – heel anders dan het hare – prima kan vinden zoals het is. 

Tegelijkertijd hoop ik dat het sociale karakter van voeding en een andere lichaamsvorm dan heel mager andersom ook enigszins besmettelijk is. Want torenkamer of niet; ze hoeft het niet alleen te bedenken. 
Draken leven langer dan mensen, we leven generaties lang met ze. Ik hoop dat zij – en misschien wel wij – deze draak kunnen verslaan. En anders tenminste temmen en kooien. Zodat zij niet elke dag met grof geweld steeds weer overwoekerende paden weg moet kappen, maar ze op den duur alleen maar af en toe hoeft te bewandelen om ze vrij te houden. 

Struikelschrijver

Lonneke

Geschreven door Lonneke

Reacties

14 reacties op “Een draak van een eetstoornis”

  1. Mooi geschreven ♡
    Veel sterkte

  2. Erg mooi omschreven!bedankt x

  3. Dit verhaal raakt mij op een zeer diep niveau.. prachtig geschreven. Zoveel meer mensen zouden dit moeten lezen. Je schetst via dit verhaal een heel duidelijk beeld van deze eetstoornis, zelfs voor mensen die er weinig kennis van hebben. Het is heel goed dat je dit onder de aandacht brengt.

    Met dat gezegd te hebben, wens ik jullie het beste toe met het verslaan van deze draak.
    En blijf vooral schrijven! Want ik merk wel dat er veel talent achter deze schrijver zit!!

    1. Inderdaad, een erg talentvolle schrijver!
      Knap om zo alles wat je ervaart te kunnen omschrijven.
      En op een heel relativerende wijze.
      Ik hoop dat je vaker schrijft!

  4. Heel mooi geschreven.

  5. Heel, heel erg mooi geschreven.

  6. Een woord: T A L E N T!

    Bedankt voor dit enorm goede stuk.

    Moet het nog een keer kwijt…… Talent gewoon!

    Liefs

  7. Wauw, wat mooi beschreven. Ik wens iedereen die worstelt met een eetstoornis of ander probleem, zo’n partner toe. Wat een inlevingsvermogen en wat knap dat je het begrijpt alsof je het zelf hebt ervaren. Dat lost het niet op maar maakt het wel draaglijker, je vecht nooit alleen. Ik wens jullie veel kracht toe.

  8. Wat geweldig geschreven!!!

  9. Super mooi geschreven, heel herkenbaar.
    Ook de op een na laatste alinea, houd dat zo vol.

    Grappig ook de analogie van de draak… In mijn metafoor is hij juist de bewaker van de schatkist; pas in die schatkist vind ik de werkelijke persoonlijkheid en de bijbehorende problematiek. Of is ook daar de draak al een probleem op zich? Ik was vriendjes met hem aan het worden.

    Stof tot nadenken!

  10. Herken het totaal niet juist 🤣 wel mooi geschreven

  11. het lijkt wel een sprookje haha met die draak!

  12. Wauw, wat een prachtig beschreven hel. Ik ken de hel zelf maar al te goed en op deze manier is het ook duidelijk te maken naar mensen die het niet kennen. Echt mooi gedaan.

  13. Oh ja, ik legde deze lat trouwens nooit langs anderen. Anderen waren juist altijd goed zoals ze waren en zeker de mensen die ik lief had. Ik zette ze meer op een voetstuk en kwam er zelf meestal slechter uit

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *