Graag zou ik jullie willen vertellen over één van de oorzaken van mijn eetstoornis. Rond mijn 10e jaar werd ik ongesteld en begon ik een vrouwelijk lichaam te krijgen, terwijl ik nog maar een kind was. Daar kreeg ik het erg moeilijk mee. Het voelde niet als iets van mij. Het hoorde niet bij mij, bij wie ik was. Ik hoopte dat als ik af zou vallen dat ik dan weer een ‘normaal’ (kinder)lichaam zou hebben. Hoe ik het nu verwoord, zo kon ik het vroeger nog niet verwoorden en bestempelde ik, het gevoel niet thuis te voelen in je eigen lichaam, als mezelf dik voelen.
Als ik kleding kocht voor mezelf, kocht ik het om mezelf zo goed mogelijk te profileren naar andere i.p.v. waar ik mezelf prettig bij voelde. Als ik dan negatieve opmerkingen kreeg over mijn kleding, trok ik mij dat enorm aan, omdat ik diep vanbinnen immers niet achter mijn kledingstijl stond. Wat ik wel leuk vond, wist ik niet. Daar durfde ik eigenlijk niet aan te denken.
Daarbij leek het alsof ik op een hele andere frequentie zat dan de andere meiden uit mijn klas. Ik voelde geen connectie met ze. Ik vond hele andere dingen leuk dan hun. Ik voelde me alleen en een buitenbeentje. Ik werd steeds onzekerder, angstiger, meer van mezelf verwijderd en meer in mezelf gekeerd.
Ik besloot op mijn 13e op internet te gaan kijken, omdat ik voelde dat er iets niet klopte bij mij. Ik googleden op paar trefwoorden en als resultaten kwam ik het volgende tegen: Transseksualiteit en transgender. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en keek ik op de website. Algauw herkende ik mij in wat er geschreven werd. Mensen bij wie er geen overeenstemming is tussen het gendergevoel en het lichaam waarin ze geboren zijn. Ik was er blij mee om dat te lezen. De puzzelstukjes vielen in elkaar en moest denken aan de gedachte van mij toen ik 6 jaar was toen ik naar een jongen keek van mijn klas: “Ik ben net zoals hem.”
Het gaf enerzijds een gevoel van opluchting, maar anderzijds gaf het een gevoel van onzekerheid. Ik las namelijk ook wat voor traject ik in zou moeten. Het traject met hormonen en een geslachtsaanpassende operatie. Ik stopte de gevoelens maar gauw weg. Ik verlangde wel naar hormonen, zodat ik er niet meer als een meisje/vrouw uit zou zien, maar moest niet denken aan hoe impactvol het zou zijn. Rond die tijd zagen mijn moeder en ik een documentaire over het geslachtsaanpassende traject. Ook ditmaal gaf het een stukje herkenning. Mijn moeder had ik het nog niet verteld. Ik vertelde het haar ongeveer 9 maanden later. Ik zei tegen mijn moeder op mijn 14e dat ik op meiden viel en mij een jongen voelde. We hebben het daarna in de doofpot gestopt.
Ondertussen voelde mijn leven steeds ingewikkelder aan. Op dat moment was ik ook al gevangen in de eetstoornis. De eetstoornis was een afleiding voor de acceptatie van wie ik was, het herkennen van mijn wensen en het erkennen van mijn zijn. Doordat ik mezelf verstopte achter de eetstoornis en andere problemen werd ik steeds angstiger. Ik kon niet meer op mezelf terugvallen, omdat ik er in wezen niet meer was. Ik werd een kameleon. Uiteindelijk was ik niet veel meer dan een angstige, paniekerige en teruggetrokken 14-jarige.
Ik durfde ondertussen wel steeds meer te voelen wat voor kleding ik wel en niet leuk vond. Daarnaar luisteren was dan weer een tweede. Ik zag superleuke kleding hangen. Ik durfde de kleding alleen niet te kopen, want het was bij de jongensafdeling. Daarentegen kocht ik laarzen en kleding die mijn vrouwelijke vormen benadrukten. Het voelde verschrikkelijk. Het voelde alsof ik een verkleedpartijtje aan het opvoeren was. Ik was dan ook blij als ik thuis was en iets aan kon trekken waar ik mij comfortabel invoelde. Maar door heel deze situatie werden mijn eetstoornisklachten alleen maar erger. Op den duur escaleerde mijn eetstoornis zo, dat ik ernstig ondergewicht kreeg.
Op dat moment was ik er blij mee. Mijn vrouwelijke vormen werden steeds minder, waar ik al die tijd naar verlangde. Zo heb ik een paar jaar doorgekwakkeld, totdat ik op mijn 20e een lezing kreeg van iemand die transgender was. Toen besefte ik dat ik zo niet langer door kon gaan. Ik kon niet continu anderen blij maken als ik dat zelf niet was. Ik kon andere niet meer voor de gek houden. Ik ben immers geen vrouw, ook al ben ik dat biologisch gezien wel. Vanbinnen ben ik een jongen/man en klopt mijn lichaam niet bij wie ik vanbinnen ben. Vanaf die tijd ben ik samen met mijn moeder kleding gaan kopen van de herenafdeling. Ik voelde me steeds sterker en zelfverzekerder worden van mezelf. Ik durfde steeds meer te eten. Ik durfde mijn behoeftes/gevoelens/gedachtes/wensen steeds meer onder woorden te brengen. Het hoefde niet meer weggedrukt te worden door de eetstoornis. De eetstoornis gaf mij kracht, controle, zekerheid en een lichaam waar ik naar verlangde. Maar dat had ik veel minder nodig.
Ik voelde mezelf een identiteit krijgen. Ik kon mezelf gaan vormgeven. Mijn moeder zei toen ik 21 jaar was: ‘Hier loopt nu echt een persoon.’ De afleidingsmanouvres had ik veel minder nodig. Rond die tijd ging ik binders kopen om mijn borsten te verhullen. Toen ik erachter kwam dat er binders te koop waren, voelde het voor mij alsof ik de loterij gewonnen had.
Uiteindelijk begonnen steeds meer mensen op straat mij te zien als jongen/man. Mijn hart maakte een sprongetje van vreugde. Ik en mijn moeder begonnen het steeds meer mensen te vertellen. Tot nu toe reageerde iedereen positief. Ik ben nu 24 jaar en ben van plan mezelf aan te melden bij het VU Medisch Centrum om daadwerkelijk het traject in te stappen, want ook al zien sommige mij als jongen/man, lichamelijk ben ik het nog niet. De vrouwelijke vormen zijn er nog steeds ook al word het minder geaccentueerd door mijn binder en door de kleding die ik draag. Meer dan de helft ziet mij nog steeds als vrouw, wat ik ook wel begrijp. De eetstoornis is dan niet weg, want ik heb nog steeds moeite met mijn lichaam. Daarbij is dit één oorzaak van de meerdere oorzaken van mijn eetstoornis, maar daar heb ik het nu niet over, want anders ga ik te veel uitweiden.
Ik probeer nu zoveel mogelijk mijn lichaam, maar vooral de situatie nu, te accepteren en juist door deze weg wat ik aan het afleggen ben, besef ik me nu des te meer dat het niet gaat om hoe dun je bent en dat daar de kracht niet ligt. Maar dat de kracht ligt in je persoonlijkheid, je interesses, je kijk op het leven en de kleine dingetjes in het leven. Als je de focus steeds daar meer op legt, wordt het leven aangenamer en krijg je letterlijk meer ruimte en (levens)energie. Want zo moet ik deze periode doorkomen om niet finaal terug te vallen in mijn eetstoornis. Het traject ingaan is voor mij onvermijdbaar, want ik zou er niet aan moeten denken dat mensen mij als vrouw zullen blijven zien, terwijl ik dat niet ben. Het voelt nog steeds als een dubbelleven, ook al is het wel stukken minder dan vroeger. Binnenkort wil ik het aan familie vertellen.
Maar door mijn kijk nu op het leven, is wel het resultaat, dat ik een zekere stabiliteit gevonden heb wat ik ook nodig heb voor het traject. Ik voel mezelf nog wel beperkt, een gedeeltelijke schijnvertoning, er niet 100% zijn wie ik ben, nog vaak bang zijn ‘dat ik door de mand val’, balen als vreemde denken dat ik een vrouw ben, mezelf gedeeltelijk verstoppen voor wie ik ben enz. Maar stapje bij stapje kom ik verder en word ik niet alleen beheerst door mijn lichaam en het afvallen.
En wat al helemaal fijn is, is dat o.a. mijn behandelaar die ik nu al 4 jaar heb, mij al paar jaar noemt bij mijn zelfgekozen jongensnaam en jongen tegen mij zegt en dat is enorm fijn!
Fotografie: Tradlands
Geef een reactie