“Kan zij 13 kilometer hardlopen? Wat eet zij gezond. Jeetje, wat heeft zij veel spieren in haar armen. Ik heb helemaal niet zo’n afgetrainde buik.” Op Facebook en Instagram word ik iedere dag geconfronteerd met vrouwen van mijn leeftijd die intensief bezig zijn met het zogenaamd perfectioneren van hun lichaam. Ze willen meer spieren, een strakker lijf, een betere conditie of ze willen afvallen. Soms zou ik al mijn social media willen verwijderen, maar dat voelt tegelijkertijd niet goed, alsof ik een stapje uit de maatschappij zet, alsof ik er dan deels niet meer bij hoor. Ik probeer me niets aan te trekken van al die fitte vrouwen foto’s, maar ongewild en soms onbewust vergelijk ik mezelf er constant mee. Ik voel me er lui door en niet goed genoeg. Misschien moet ik dan ook maar eens gaan hardlopen en de sportschool gaan bezoeken?
Ik koop een paar hippe schoenen en meld me aan bij een luxe sportschool, de beste van de omgeving. De week erop besluit ik regelmatig te gaan sporten. De ene keer wil ik buiten gaan hardlopen en de andere keer zal ik in de sportschool spieren gaan kweken. Voordat ik van start kan in de sportschool kan ik een soort sporttest doen. Een instructeur zal dan bepalen wat de huidige toestand van mijn lichaam is én samen met mijn wensen, wat ik het beste voor oefeningen kan gaan doen. Dit vind ik best spannend, want ik heb een flink aantal jaren last gehad van anorexia nervosa en mijn lichaamsgewicht zit nog vrij laag. Het gaat al wel een jaar goed met eten, maar mijn gewicht blijft ondanks het goede eten nog hangen op ondergewicht.
Een week later is het zover, ik mag meelopen naar een apart kantoortje waar een supersonische weegschaal staat. Het ding is nog luxer dan die waarop ik ooit moest staan in de eetstoorniskliniek. Hier moet ik met blote voeten op gaan staan en mijn handen moet ik ergens omheen klemmen. Op die manier zal de weegschaal een soort volledige inbody scan maken waaruit de instructeur kan bepalen wat mijn spiermassa, vetmassa en meer is. Oh jee, straks zou plotseling blijken dat ik te veel vet heb? Dan zou ik me toch best rot voelen. Het duurt ongeveer een minuutje alvorens de weegschaal begint te piepen. Ik mag er weer af gaan en kan plaatsnemen op de stoel bij het bureau van de instructeur. Er wordt een papier geprint waarop alles over mijn lichaam vermeld staat.
Vrij neutraal vertelt de instructeur me dat mijn gewicht aan de lage kant is en dat ik aan mag komen in vet en spieren. Met name mijn vetpercentage ligt een stuk onder het minimum. Ik mag meer gaan eten en kan in de sportschool het beste krachttraining gaan doen. De verdeling van vocht, eiwitten en mineralen leek verder prima. Ik krijg een fitness schema uitgereikt waarop staat dat ik kan starten met 12 minuten hardlopen op de loopband. Het blad is verder gevuld met allerlei verschillende krachttrainingsoefeningen die ik per oefening in series van 12, zo’n 3 keer moet doen. Samen met de instructeur en mijn net verkregen sportschema wandel ik door de fitnessruimte. “Hoe vaak ben je van plan te gaan sporten?” Ik denk even na en zeg dan dat ik ongeveer twee keer per week wil gaan sporten. Hij zegt me dat je bij drie keer per week écht resultaat gaat zien. Misschien moet ik dat dan maar doen…
De gespierde jongen legt me nog even de apparaten uit die op mijn schema staan en dan kan ik van start. Ik begin op de loopband waar ik in een mum van tijd zie hoeveel kcal ik verbrand. Ik was nog niet eerder in een sportschool geweest, dus dit is nieuw voor me. Ik klik de snelheid van de loopband wat omhoog en besluit in plaats van 12 minuten, 15 minuten te rennen. Dat is ook prima en dan heb ik nét een mooi rond aantal aan calorieën verbrand. Mijn ontbijt is er na deze snelle wandeling alweer af. Wat een raar idee. Het hardlopen voelt wel goed. Terwijl ik aan het uitlopen ben, rent het meisje dat naast me op de loopband staat verder. Haar lichaam ziet er mooi uit. Ik kijk vanuit mijn ooghoek op haar display en zie dat ze al 25 minuten aan het hardlopen is. Volgende keer moet ik misschien ook maar 25 minuten proberen, dat kan ik best…
Ik vervolg mijn avontuur naar de fitness apparaten. Overal zie ik afgetrainde mannen en vrouwen bezig met de zwaarste gewichten. Ik voel me een beetje sukkeltje tussen al deze krachtpatsers, zeker als ik bijna ieder apparaat tientallen kilo’s lichter moet zetten. Wacht maar, over een paar maanden heb ik ook flinke spieren en doe ik niet meer onder voor hen. Mijn prestatiedrang, controledrang én competitiegevoel stijgt met de minuut in deze zaal. Het voelt fout én goed tegelijk. Ik kan me op deze manier weer even ergens op richten, iets anders dan alle problemen die op dit moment in mijn leven spelen. Aan de andere kant weet ik dat dit een valkuil van me is. Voor ik het weet ben ik er obsessief mee bezig en verlies ik mezelf erin.
De dag erop start ik buiten met hardlopen. Het lijkt als ik wat rondkijk op social media dat het vrij normaal is om minimaal 10 kilometer te kunnen hardlopen. Als zij het kunnen, moet ik het ook kunnen. Weken verstrijken en met veel zwoegen en zweet bereik ik de 10 kilometer. Mijn diep begraven eetstoornis gedachtes hebben zichzelf inmiddels uitgegraven en na iedere run twijfelt mijn hoofd wel of niet extra te eten. Ik zie mijn lichaam strakker worden, maar voel mijn gewicht en psyche tegelijkertijd kwetsbaarder worden. Ik weet dat ik op een kruispunt sta van wel of niet de goede en gezonde kant op gaan. Ik moet nú kiezen voor de middenweg wat betreft sporten of mezelf erin verliezen.
Ik druk op het knopje ‘verkennen’ in Instagram en zie meerdere foto’s van afgetrainde jonge vrouwen. Zo wil ik er ook uit zien, maar waarom? De vrouwen in kwestie etaleren zichzelf als super fitte vrouwen met een uiterst gezonde levensstijl. Waarom moeten deze vrouwen zichzelf zo etaleren? Als zij dit puur voor hun gezondheid doen, waarom is deze vorm van exhibitionisme dan nodig? Hun perfectie triggert mijn onzekerheid, mijn negatieve zelfbeeld. De dagen erop ben ik veel in de sportschool te vinden. Na iedere training koop in een eiwitshake in de kantine. Ook dat zie ik overal op social media. Het zou mijn spieren een flinke boost kunnen geven en dat wil ik uiteraard wel. Hoe meer ik hiermee bezig ben, hoe meer het voelt alsof ik ergens bij hoor. Dat is prettig, want dat gevoel heb ik voor en na mijn eetstoornis weinig gehad.
In de sportschool lopen er iedere dag diverse instructeurs rond. Zij houden alles in de gaten en kunnen je advies geven. Ik verbaas me over hun onoplettendheid. Ondanks mijn te lage gewicht, mijn te lange lopen op de loopband, mijn twijfelachtige motivatie en mijn frequente bezoek is er nog geen één geweest die daadwerkelijk interesse in mijn gezondheid of mij als persoon heeft getoond. Hoe kan zo’n luxe sportschool nou niet secuur omgaan met haar leden? De hele fitspo en fitgirl hype moet bij hen toch bekend zijn? Uiteraard is mijn sporten, mijn leven, mijn gezondheid uiteindelijk mijn verantwoordelijkheid, maar je verwacht van een gerenommeerde sportschool toch een betere begeleiding. Ik ben immers vast niet de enige die hier in de sportschool een eetstoornis heeft gehad.
Ik ben inmiddels maanden verder en me volledig bewust van de invloed van social media én een sportschool op mijn gezondheid en psyche. Na het aflopen van mijn halfjaar abonnement ben ik gestopt. Ik heb inmiddels flink wat spieren gekweekt en zou zo mee kunnen doen aan de fitgirl hype op Instagram. Ik zou waarschijnlijk nog aardig wat Likes vergaren ook. Toch besluitt ik hier niet in mee te gaan, juist omdat ik weet wat het effect kan zijn op andere jonge vrouwen. Ik wil andere vrouwen niet onzeker maken door mijn foto’s. Ik wil andere vrouwen niet het gevoel van minderwaardigheid geven door mijn prestaties zo te etaleren. Dat voelt niet goed.
Soms loop ik buiten nog hard, maar het is geen must meer. Als ik een keertje geen zin heb, dan ga ik niet en als ik na 2 kilometer moe ben, dan ga ik wandelen. Ik sport nu af en toe en enkel omdat ik er blij van word. Ik sport niet meer om mijn lichaam te veranderen, om te presteren, om mijn gedachten te verzetten, gevoelens te ontvluchten en al helemaal niet om mijn lichaam te delen met anderen. Dat lichaam deel ik alleen met mijzelf én mijn vriend. Daar heb ik genoeg aan.
Fotografie: Justin Wolfe
Mila.
Geef een reactie