Afgelopen winter was ik ervan overtuigd dat het mij nooit zou lukken om mijn eetstoornis los te laten. Ik wilde wel, maar ik zou dat gewoon nooit kunnen. Vandaag de dag studeer ik weer, is mijn eetstoornis officieel in remissie en, belangrijker nog, lééf ik weer. Met dit verhaal wil ik jullie hoop geven en laten zien dat genezen van een eetstoornis écht mogelijk is!
Al zolang ik mij kan herinneren ben ik heel erg onzeker geweest over mijn lichaam. Ik was altijd vrij groot en stevig en had al vaak geprobeerd om af te vallen. Die pogingen strandden doorgaans na een paar dagen en de realiteit was dat ik in gestaag tempo steeds zwaarder werd. Tot de zomer van 2010 aanbrak en ik vastberaden besloot voor eens en voor altijd af te rekenen met het vreselijke getal dat ik op de weegschaal zag staan. Een getal dat mij ruimschoots in de BMI-zone ‘overgewicht’ plaatste en dat alle kritiek op mijn lichaam, en eigenlijk ook op mij als persoon, compleet rechtvaardigde.
Dit negatieve zelf- en lichaamsbeeld maakte mij in combinatie met mijn perfectionisme tot een dankbaar slachtoffer van het eetstoornis-monster. Ik bleef mijn streefgewicht maar naar beneden verleggen, plande tot op de calorie nauwkeurig wat ik at en was de hele dag alleen nog maar obsessief bezig met afvallen en bewegen. Met mijn studie lukte het al langere tijd toch allemaal niet meer en het afvallen was een perfecte vlucht daarvan. Al snel was het dan ook mijn voornaamste dagvulling geworden.
Met hulp van Proud2Bme.nl kwam ik erachter dat ik, hoewel ik toen nog een gezond gewicht had, niet braakte en niet laxeerde, toch echt een eetstoornis had ontwikkeld. Ik raapte al mijn moed bij elkaar, ging naar de huisarts en belandde bij een centrum voor eetstoornissen. Daar kreeg ik een plekje in de deeltijd, maar helaas bood dat niet voldoende hulp voor mij en kreeg ik het advies naar de kliniek te gaan. Ik moest met ontslag in de deeltijd en had nog maar één korte groepstherapie per week. Het kon nog wel drie maanden duren voor ik in de kliniek terecht zou kunnen en in die tussentijd moest ik het verder zelf maar zo’n beetje zien te rooien. Vanaf dat moment ging het in snel tempo bergafwaarts. Er volgde een vreselijke periode waarin ik de bodem van de eetstoornisput zeker gezien en gevoeld heb. Ik ging elke dag minder eten, viel veel af en werd ontzettend somber.
Het begon winter te worden in die periode en ik weet nog goed hoe ontzettend koud ik het had. Als ik thuiskwam na één van mijn dwaaltochten langs alle plaatselijke supermarkten, dacht ik soms dat ik nooit meer warm zou worden. Huilend zat ik met een deken om voor de kachel tot ik weer een beetje warmte in mijn lijf voelde. ‘s Nachts lag ik urenlang wakker, omdat ik niet kon slapen van de honger en de zorgen. Ik was zo ontzettend bang dat ik de rest van mijn dagen in deze donkere eetstoornishel zou moeten slijten!
Tijdens die lange nachten lag ik vaak stilletjes naast mijn man te huilen, omdat alles zo uitzichtloos leek. Ik had het idee dat mijn ziel allang gestorven was en dat het slechts een kwestie van tijd zou zijn voor mijn lichaam zich daarbij zou voegen. Op dat moment leek dat me eerlijk gezegd vooral een prettig idee. Toch bleef mijn lichaam het doen en na twee maanden kon ik als noodoplossing alvast starten op een andere afdeling. Ik kan me niet veel meer herinneren van de vier weken op die afdeling, maar ik ben er volgens mij weer enigszins op krachten gekomen.
Toen kwam op een dag eindelijk het verlossende telefoontje dat ik kon starten in de kliniek. Het weekend voor mijn opname pakte ik mijn spullen in, blokkeerde ik alle afvalsites op mijn computer en bracht ik mijn weegschaal naar het grofvuil. Ik was er klaar voor om die eetstoornis eens even flink op zijn donder te geven! Al snel echter zonk de moed mij in de schoenen toen ik ontdekte hoe ontzettend zwaar het is om volledig los te komen van een eetstoornis. Hoeveel angst, boosheid en verdriet mij overspoelden bij het opnieuw tot leven komen had ik vooraf niet kunnen bedenken.
In de zes maanden daar ben ik dan ook heel, heel diep gegaan. Nachtenlang heb ik, nu gelukkig samen met mijn man, huilend in bed gelegen, omdat alles zo compleet uitzichtloos leek. Ja, ik wilde heel graag van mijn eetstoornis afkomen, maar ik kon dat gewoon niet. Ik had mijn eetstoornis voor zoveel dingen nodig. Ik gebruikte hem om te communiceren, om met spanning om te gaan, om mijn emoties te reguleren (of eigenlijk: te verdoven) en ga zo maar door. Ik miste de vaardigheden om al die dingen op een gezonde manier te doen en dus zou ik mijn eetstoornis altijd in stand moeten houden.
Leven met mijn eetstoornis was een hel, maar ik was ervan overtuigd dat ik zonder mijn eetstoornis het leven niet aankon. Door keer op keer toch door te blijven gaan en elk nieuw destructief copingsmechanisme dat de kop opstak aan te pakken (en dat zijn er heel wat geweest!), kwam ik langzaam maar zeker steeds meer tot rust. Totdat ik op een dag besefte dat ik voldoende at en al maandenlang geen destructieve of eetgestoorde copingmechanismes had ingezet. Bovendien had ik mijn angst voor talloze producten en situaties overwonnen en mocht ik op honger en verzadiging eten.
Toch was het niet allemaal zo rooskleurig, want ook waar het op mijn gewicht aankwam, moest ik flink wat incasseren. De kilo’s vlogen er nog harder aan dan dat ze er eerst afgingen en dat stopte helaas voor mijn eetstoornis niet bij minimaal gezond gewicht. Sterker nog, ik passeerde de door mij zo verafschuwde grens van officieel overgewicht. De grens waarvan ik me plechtig had voorgenomen deze nooit meer te overschrijden, die voor mij gelijk stond aan complete mislukking als mens en die ik associeerde met een afstotelijk lichaam. De wens om slanker te zijn was heel sterk, maar ik had ondertussen al zo ontzettend veel teruggewonnen, dat een terugval eigenlijk geen eens echt een optie was. In plaats van mijn energie te steken in het afvallen, ben ik keihard aan de slag gegaan met mijn lichaamsbeleving. En niet zonder succes, sinds kort ben ik met ontslag uit de kliniek en ik kan zeggen dat ik mijn eetstoornis onder controle heb.
Op mijn dieptepunt was ik verworden tot een schim van diegene die ik ooit geweest was. Nu ben ik weer mezelf geworden en kan ik die persoon bovendien heel wat beter accepteren dan eerst. En ja, ik heb nog regelmatig moeite met mijn lichaam en ik had het fijn gevonden als mijn setpoint wat lager uit was gevallen. Maar het leven dat bij dit gewicht hoort is zoveel beter dan het leven toen!
Mijn leven toen bestond uit kou, eenzaamheid, wanhoop, duisternis en dood. Mijn leven nu bestaat uit hoop, geluk, warmte en gezondheid. Zo’n rijtje maakt wat mij betreft zo ontzettend duidelijk dat een eetstoornis één grote leugen is. Al het mooie in mijn leven hoort bij het gedrag dat lijnrecht tegen de wensen van mijn eetstoornis ingaat! Ik heb het gevoel dat ik aan de overkant van een rivier sta en heel hard aan het roepen ben dat jullie vooral ook deze kant op moeten komen. Het is hier zoveel beter!
Mijn wens is dan ook dat wij als Proudies samen aan de overkant van de rivier kunnen gaan genieten van het leven. Waag die sprong, ga het aan en (her)ontdek wat ECHT leven is.
Door: Chananja
Geef een reactie