Deze blog kwam eerder al eens online, maar plaatsen we in verband met een themachat nog een keer.
Irene is 35 jaar oud en is inmiddels vijf jaar in behandeling voor haar eetstoornis. Gelukkig kan ze met veel blijdschap en gepaste trots zeggen dat ze in de afrondende fase van haar behandeling zit! Ze heeft behoorlijk diepe dalen gehad de afgelopen jaren en verschillende behandelingen ondergaan. Zowel ambulant als deeltijd en klinisch, bij verschillende instellingen en ook klinische behandeling in Zuid Afrika.
Irene doet mee aan de interview reeks Eetstoornis Anders omdat ze, toen ze op 31-jarige leeftijd begon te beseffen dat ze een probleem met eten had, dacht: Ik? Een eetstoornis?! Dat kan ik op mijn leeftijd toch niet meer ontwikkelen?! Dat is een ziekte voor pubermeisjes! Ze hoopt daarom dat ze met haar verhaal andere mannen en vrouwen kan helpen die op latere leeftijd een eetstoornis ontwikkelen en zo haar steentje bijdraagt aan het uit de taboe-sfeer krijgen van eetstoornissen.
Hoe is de eetstoornis ontstaan?
“Mijn eetstoornis is eigenlijk heel langzaam in mijn leven geslopen. Nu ik erop terug kan kijken, denk ik dat het zaadje van mijn eetstoornis is gepland toen ik op elfjarige leeftijd een lelijk litteken overhield aan een een grote buikoperatie als gevolg van een buikvliesontsteking. Ik was al een erg verlegen en onzeker meisje en dit litteken deed daar alleen maar een schepje bovenop. In de loop van mijn pubertijd ben ik daarbij van een slank meisje veranderd in een jonge vrouw op het randje van overgewicht. Rond mijn negentiende ging ik naar de plastisch chirurg omdat ik een litteken-correctie wilde van het litteken op mijn buik. Dat deze chirurg me vertelde dat ik eerst x kilo moest afvallen voordat de operatie een effect kon hebben, was het startsein van een periode van afvallen.
Naarmate de tijd vorderde was er steeds weer een moment waarop ik vond dat ik weer wat meer af moest vallen. Toen ik naast mijn hobby (voetbal) ging hardlopen en een aantal jaren later ging wielrennen, gingen de kilo’s er nog makkelijker af. Wat dus ooit begon aan een relatief gezonde intentie om wat af te vallen, liep uit op een niet te stoppen, zieke wens om te blijven afvallen. Door mijn therapie de afgelopen jaren heb ik heel duidelijk zicht gekregen welke gebeurtenissen en ontwikkelingen in mijn sociaal- emotionele leven daarop grote invloed hebben gehad.”
Hoe zag de eetstoornis eruit?
“Mijn eetstoornis was echt een sluipmoordenaar. Achteraf zie ik dat – ver voordat ik besefte dat ik ‘een probleem had met eten’ – de eetgestoorde gedachten mijn doen en laten wat betreft eten en bewegen hebben overgenomen. In eerste instantie richtte mijn eetstoornis zich vooral op gezond (en minder) eten, maar later ook meer en meer op bewegen en sporten. Rond mijn vierentwintigste ben ik op mezelf gaan wonen en aangezien ik al die jaren niet heb samengewoond en enkel kortdurende relaties heb gehad, heeft de eetstoornis zich in alle rust weten te ontwikkelen tot een waar monster.
Ik heb op sociaal en maatschappelijk vlak al die tijd uitstekend gefunctioneerd en ben altijd al een fanatiek sportster geweest. Dit maakte dat ik mijn ‘gezonde levensstijl’ altijd goed heb kunnen verantwoorden, naar zowel mezelf als naar familie, vrienden als collega’s. Tegen de tijd dat ik zelf door had dat ik ziek was, zat de eetstoornis – dat verdomde monster – al diep geworteld in mijn doen en laten.”
Hoe was de hulpverlening?
“De stap naar hulp heb ik zelf gezet; in eerste instantie bij een basis-psychologe. Al vrij snel bleek dat zij me niet goed en intensief genoeg kon helpen. Ik bleef afvallen en inmiddels zat ik ook gedeeltelijk in de ziektewet op mijn werk. Zij heeft me al snel doorverwezen naar de specialistische GGZ. Daar kon ik vrijwel meteen terecht voor een intake en niet snel daarna kwam het advies voor een klinische opname van acht weken om daarna door te stromen naar de deeltijd. Ik werd begin mei 2014, een week voor mijn eenendertigste verjaardag, opgenomen in de kliniek.
In de tussentijd heb ik tot aan dit moment eigenlijk alle behandelvormen wel gehad; van klinisch, deeltijd en ambulant tot in groepsverband en individueel of een combinatie ervan. Ook heb ik een uitstapje gemaakt naar een andere instelling en ben ik voor een klinische behandeling negen weken in Zuid- Afrika geweest. Van elke afzonderlijke behandeling heb ik dingen geleerd en inzichten gekregen, ook van de behandelvormen die achteraf gezien minder goed bij mij pasten.
Voor mij is overduidelijk dat ik dit alles nodig heb gehad om uiteindelijk te komen waar ik nu ben. Ik ben er daarom ook van overtuigd dat DE eetstoornis behandeling niet bestaat. Er is helaas geen quick fix. Het is een zoektocht naar wat voor jou werkt. Geef jezelf én je behandelaren hier de tijd voor. Het is het waard. Ik ben het levende bewijs. Ik ben nu gelukkiger dan ooit!
Na mijn dieptepunt in de zomer van 2016 ben ik langzaam maar zeker weer opgekrabbeld en kan ik met gepaste trots zeggen dat ik mijn behandeling bijna af kan gaan sluiten.”
Een taboe op eetstoornissen op latere leeftijd?
“Ik ben dus geen “typisch geval” als het gaat om het hebben of krijgen van een eetstoornis, omdat het pas na mijn dertigste echt naar boven kwam. Het algemene beeld van iemand met anorexia is toch dat veel te dunne pubermeisje. Dat stereotype beeld is ook waarom ik zelf pas laat inzag dat ik een probleem had, dat ik hulp nodig had. Ik wilde het zelf in eerste instantie ook alleen een probleem met eten noemen. Een eetstoornis is toch iets voor pubermeisjes?
Dat krijg je toch niet nog na je dertigste, dan is het vast nep,
dan moet je gewoon weer normaal gaan doen.
Ik was verdorie een volwassen vrouw met een rijk sociaal leven en een mooie maatschappelijke carrière. Een verpleegkundige nota bene! Dan moet je toch beter weten?! Deze straffende gedachte heeft me nog lang in de weg gezeten en de acceptatie van het feit dat ik een eetstoornis heb lang in de weg gestaan. En ja, ik heb een eetstoornis.
Ik zie de eetstoornis meer als een chronische ziekte, zoals diabetes. Een diabeet weet dat als hij bepaalde symptomen (suf, moe, weinig plassen) heeft dat hij een hypo heeft. Ik weet inmiddels dat wanneer ik meer negatieve gedachten heb over mezelf of mijn lichaam, weerzin heb tegen eten of bewegingsdrang krijg, dat er iets heel anders aan de hand is: stress, emoties of wat dan ook. Iets wat ik wil verdoven in elk geval. Het lukt me steeds beter deze signalen te herkennen en mezelf ertoe te zetten te kijken wat mijn daadwérkelijke behoefte op dat moment is. En heel belangrijk: aan die behoefte(n) proberen te voldoen en niet mee te gaan in die destructieve coping van vasten of overmatig bewegen.”
In hoeverre is herstel een keuze?
“Of herstel een keuze is vind ik altijd een lastige vraag, maar uiteindelijk is het dat wel. Het probleem is echter dat wanneer je onder een bepaald BMI komt, je niet meer helder kunt denken, je hersenen gewoon niet meer goed functioneren. Dit maakt dat het stukje ‘gezonde jij’ dat beter wil worden en dat wil herstellen, steeds kleiner wordt. Dat je stukje gezonde jij steeds minder in te brengen heeft tegen dat grote en sterke monster dat eetstoornis heet. Juist van dit gezonde stukje moet je het hebben als het gaat om kiezen voor herstel. Kiezen voor herstel is uiteindelijk iets wat alleen jijzelf kunt doen, hoezeer ander mensen je hiertoe ook willen bewegen.
Persoonlijk heb ik op mijn dieptepunt tóch ergens nog een sprankje levenslust gevoeld en gevraagd of het behandelteam van de kliniek het even letterlijk van me over wilde nemen. Dit betekende in mijn geval voeding via een maagsonde en 24/7 toezicht zodat ik niet meer overmatig kon bewegen. Hoewel deze periode voor mij hoofdzakelijk een grote waas is, weet ik dat het een hel was. Ik voelde me verschrikkelijk en ik gedroeg me, onder invloed van een in het nauw gedreven eetstoornis, ook verschrikkelijk naar mijn hulpverleners.
Ik weet dat zij zien dat dat is wat een eetstoornis met je doet en dat ze dat me niet kwalijk nemen, dat hebben ze me keer op keer duidelijk gemaakt. Geleidelijk werd mijn gezonde stuk weer sterker en weerbaarder en kon ik het gevecht tegen de eetgestoorde gedachten in mijn hoofd weer zelf, zonder sonde en zonder 24/7 toezicht, oppakken. Wat voor mij duidelijk is, is dat er voor de weg naar weer léven in plaats van overleven echt éérst een gezond(er) gewicht nodig is. Pas dan heb je de ruimte in je hoofd om met de onderliggende oorzaken aan de slag te kunnen gaan.”
Hoe nu verder met eten, sporten en gewicht ?
“Zoals ik al vertelde ben ik in de afrondende fase van mijn behandeling beland. Betekent dit dan dat ik geen eetgestoorde gedachten meer heb? Nee, die zijn er nog steeds. Meestal op de achtergrond en soms wat meer op de voorgrond. Het grote verschil is dat ik er niet of nauwelijks meer naar handel en nog belangrijker: ik weet dat er achter die eetgestoorde, restrictieve, strenge en veeleisende gedachten een bepaalde behoefte schuilgaat.
Dankzij al de therapieën de afgelopen jaren ben tegenwoordig in staat om op die momenten te achterhalen wat deze behoefte daadwerkelijk is. En nog belangrijker: het mezelf toe staan aan deze behoefte te voorzien en milder voor mezelf te zijn. Dit milder voor mezelf zijn helpt me ook op een gezonde manier om te gaan met sporten en bewegen. Ik sport voor mijn plezier en omdat het gezond voor me is. Maar ik ben me hierbij heel bewust van het feit dat het voor mij niet gezond is om vier of vijf keer per week te gaan sporten, dat er voor mij andere ‘spelregels’ gelden. Want als ik mijn eetstoornis één vinger geef…”
Als je één ding over mocht doen?
“Heel eerlijk? Ik zou denk ik niet echt iets anders doen. Ik ben er van overtuigd dat ik nagenoeg elke ervaring nodig heb gehad om op dit punt te komen. Het klinkt misschien gek, maar ergens ben ik dankbaar dat dit alles mij is overkomen. Ik heb het nodig gehad om mijn échte ik te vinden, zonder dat ik überhaupt wist dat ik die kwijt was. Ik ben gelukkiger dan ooit en heb enorm veel zin in mijn verdere leven, samen met voor de voor mij belangrijke mensen om me heen. Daar ben ik ik enorm dankbaar voor en blij mee!”
Wat zou je iemand anders die op of na zijn 30ste een eetstoornis krijgt adviseren?
“Zoek hulp! Je stelt je niet aan, een eetstoornis kún je niet ‘faken’. Het is geen kwestie van ‘gewoon weer normaal gaan doen‘. Als dat zo was, dan had je dat allang weer gedaan. En het maakt hierin ook niet uit welke eetstoornis je hebt: anorexia, boulimia, BED of eetstoornis NAO… Neem jezelf serieus! Dat ben je waard, echt!”
Ben jij ouder dan 30, heb je een eetstoornis en zou je hierover door willen praten? Morgen, zondag 17 november, om 19:00 is er een themachat over dit onderwerp. Je bent van harte welkom.
Geef een reactie