Meng in een kom een snufje zout, 100 gram verdriet, 200 gram onzekerheid en 150 gram sociale angst tot een romig mengsel… De keukenweegschaal roept heel wat dubbele gevoelens bij me op. Tijdens mijn eetstoornis heb ik meer afgewogen dan me lief is op die verdoemde keukenweegschaal. Niet alleen ingrediënten voor recepten werden gewogen, maar alles wat ik wilde eten, moest eerst tot op de gram afgepast worden. Als ik wist hoeveel iets woog kon ik uitrekenen hoeveel calorieën erin zaten. Dit was heel belangrijk voor me destijds, de controle van het tellen. De keukenweegschaal heeft mijn eetstoornis geen goed gedaan.
Voordat ik een eetstoornis kreeg lag de keukenweegschaal al jaren onaangeraakt ergens achter in de keuken, maar toen ik langzaam meer en meer geïnteresseerd werd in voeding en het tellen van calorieën, kwam het ding tevoorschijn. Een ereplekje kreeg het op het aanrecht, zodat ik er altijd snel en makkelijk bij kon. In het begin vond ik het fascinerend om te zien hoeveel verschillende voedingsmiddelen wogen, maar al snel ontstond er dwang. Ik moest alles afwegen en voelde me oncomfortabel als ik dit niet deed.
Alles werd zorgvuldig afgewogen voordat het op mijn bordje terecht kwam, van cruesli in de yoghurt, tot jam op mijn boterham. De calorieën van wat ik at hield ik vervolgens keurig bij op papier. Het afwegen werd al snel een ritueel, eentje waarvan ik mezelf wijs maakte dat ik er plezier aan beleefde. Toch zat het behoorlijk in de weg. Wanneer mijn moeder bijvoorbeeld kookte kon ik niet zomaar mijn porties gaan afwegen. Soms deed ik dit toch, als de eetstoornis erg sterk was. Dit leidde tot rare blikken, maar op zulke momenten was de eetstoornis sterker dan mijn schaamte en bedacht ik één of ander ongeloofwaardig smoesje.
Het was haat liefde met die keukenweegschaal. Wanneer ik last had van eetbuien weigerde ik de keukenweegschaal erbij te pakken. De controle was dan weg, het eten moest naar binnen en voor wegen was geen tijd. Ik had haast, maar ik wilde ook niet geconfronteerd worden met het aantal calorieën dat ik in zo’n korte tijd naar binnen wist te werken. Ik deed tijdens een eetbui alsof de keukenweegschaal niet bestond en had er lak aan. Voor even, want de dag na de eetbui woog ik mijn ontbijt weer netjes, precies af. Een nieuwe dag, een nieuwe kans om alles perfect bij te houden.
Mijn perfectionisme heeft eraan bijgedragen dat de keukenweegschaal voor mij zo interessant werd tijdens mijn eetstoornis. Ik wilde graag tot in de puntjes weten wat ik allemaal at, zodat ik er, in de ogen van mijn eetstoornis, een perfect eetschema op na kon houden. Wanneer het me niet lukte om te voldoen aan de torenhoge eisen die ik mezelf had opgelegd en meer at dan ik gepland had, voelde het als falen. Vervolgens had ik het gevoel ‘toch alles al verpest te hebben’ en hield ik een eetbui. De dag was mislukt, er werd niets meer afgewogen en wat ik at werd niet meer netjes bijgehouden op schrift.
De keukenweegschaal beperkte me in mijn doen en laten en had een negatieve invloed op mijn eetstoornis. Het wegen kostte veel tijd en hoe meer ik mijn best deed om mijn eten te controleren, hoe meer ik de controle verloor. Ik was terecht gekomen in een neerwaartse spiraal waarbij mijn zelfbeeld steeds afhankelijker werd van mijn eetpatroon en gewicht. De keukenweegschaal gaf mij schijncontrole.
Toen ik dit inzag was het tijd om het wegen langzaam los te laten. Uiteindelijk wilde ik niet voor de rest van mijn leven mijn eten af te hoeven wegen. Ik wilde van mijn eetstoornis af, weer vrij kunnen leven en eten, weer spontaan kunnen genieten.
Ik ben in één keer gestopt met het afwegen van mijn eten. Ik woog al zo lang mijn eten af, dat ik wel bijna blind kon vertellen hoeveel iets zou wegen. Het schaaltje van de keukenweegschaal gebruikte ik nog wel een tijdje als een soort maatbakje. Daarmee kon ik mijn porties op het oog afschatten. Dat schaaltje is misschien toch wel een soort tussenstapje geweest dat ik nodig had om helemaal van het wegen af te komen. In het begin was het even spannend. De controle loslaten riep angst bij me op, angst om aan te komen. Dat is niet gebeurd en met de methode hierboven kon ik voor mezelf makkelijker rationaliseren dat het oké was om niet alles af te wegen.
Ik zie in dat een keukenweegschaal ook best een hulp kan zijn in het overwinnen van een eetstoornis, maar in mijn geval was dat het helaas niet zo. Wanneer je moeite hebt met genoeg eten kan het afwegen van je eten een goede stok achter de deur zijn om voldoende voeding binnen te krijgen. Ook begrijp ik dat het niet voor iedereen prettig is om in één keer de keukenweegschaal weg te zetten. Afbouwen is dan een goede optie.
Het keukenweegschaaltje uit dit verhaal ligt momenteel weer netjes ergens achter in een keukenkastje, ik weet niet eens precies waar eigenlijk. Nu maak ik er alleen nog maar leuke dingen mee, zoals cake en appelflappen, zoals het zou moeten zijn. Ik weeg niet langer mijn maaltijden af en ik hoop dat jij daar op een dag ook mee kan stoppen.
Geluk valt niet te wegen.
Til niet te zwaar aan een gram meer of minder.
~ Welke rol speelt de keukenweegschaal in jouw leven?
Geef een reactie