Als je de stap naar hulp hebt gezet en aan het herstellen bent van een eetstoornis, kan het voelen alsof je weer helemaal opnieuw moet beginnen wat betreft je relatie met eten. Als een moeder die een kind leert wat het kan eten en wanneer, wat goed voelt in zijn of haar lichaam en wanneer het vol zit – zo moest ik weer leren luisteren naar mijn lichaam. Ik ontdekte opnieuw honger, trek, volzitten en ‘genoeg gehad’. Ik moest een nieuwe relatie opbouwen met voedsel. Alleen dit keer wilde ik dat het een gezonde relatie werd. Eén zonder manipulatie, destructiviteit, schaamte, verdriet, schuldgevoelens en angst.
Het is niet gemakkelijk om een gezonde relatie met eten op te bouwen. Je moet vanaf het begin beginnen, of zoals ze in het engels zeggen: ‘you are starting from scratch’. Het kan daarom helpen om het ook zo te benaderen; alsof je een klein kind moet leren omgaan met voeding. Je gunt een kind een gezonde kijk op eten, waarin zowel genieten als gezondheid een rol spelen. Waarin er geen sprake is van obsessieve gedachten, schuldgevoelens en dwanghandelingen. Waarin eten, gewicht, zelfbeeld en eigenwaarde niet onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Daarom hebben we 20 tips voor ouders – om hun kinderen op een gezonde manier te leren omgaan met eten – omgezet in 20 tips voor jou. Tips om een nieuwe relatie aan te gaan met voedsel, als je aan het herstellen bent van een eetstoornis.
1. Zoals een gebouw verschillende materialen nodig heeft om te blijven staan, zo heeft je lichaam verschillende voedingsstoffen nodig om te kunnen functioneren. Als je het cement tussen de stenen weglaat vanwege tijdsgebrek, stort de boel in. Als je vetten, suikers en koolhydraten uit je voeding schrapt omdat je denkt dat je er dik van wordt, stort je lichaam in. Geef je lichaam wat het nodig heeft. ###
2. Variatie is een belangrijke sleutel tot gezonde voeding. Als je dag in dag uit hetzelfde werk doet, zonder enige afwisseling of uitdaging, wordt dat op een gegeven moment saai. Je verliest dan je interesse, zin en energie. Zo werkt het ook voor je lichaam. Variatie houdt de boel levendig.
3. “Luister naar je lichaam” klinkt heel simpel, maar kan heel moeilijk zijn. Luisteren naar hongergevoelens is voor veel mensen met een eetstoornis ontzettend eng zijn. Je bent maanden of jaren bezig geweest hongergevoelens te onderdrukken of vol-zitten te negeren: die mechanismen uitschakelen neemt tijd. Eet wanneer je honger hebt. Stop wanneer je voldaan bent. Stel eten niet uit tot het moment dat je ‘uitgehongerd’ bent of ‘van je stokje gaat’. En stop niet pas als je ‘propvol’ zit of misselijk bent.
4. Focus op de binnenkant, niet op de buitenkant. Leg niet de nadruk op je gewicht of calorieën, maar op hoe je lichaam voelt. Hoe voel je je na sporten? Wat voor patronen kun je ontdekken in je hongergevoelens, eetlust en trek? Hoe reageert je lichaam op bepaalde voedingsstoffen? Je lichaam levert veel interne informatie. Deze informatie is veel belangrijker voor je gezondheid dan een getalletje op de weegschaal.
5. Stel niet afvallen als doel, maar normaliseren. Een gezonde relatie met eten betekent onder andere gevarieerde en volledige voeding, geen dwanghandelingen,eetgestoorde gedachten en schuldgevoelens. Een gezond lichaam en een gezonde geest gaan hand in hand.
6. Het draait niet om het aantal calorieën, maar om de waarde van je voeding. Volgens de schijf van vijf hebben we dagelijks nodig: groente, fruit, brood, aardappelen/rijst/pasta, zuivel of zuivelvervangers (zoals sojamelk), vlees of vleesvervangers, vetten en vocht nodig. Stel je voeding af op wat je lichaam nodig heeft, niet op de hoeveelheid calorieën die jij jezelf gunt.
7. Eet ‘mindfull’. Even tussendoor een snelle hap, voor de tv, terwijl je aan het bellen bent, op de fiets: sommige mensen vinden het prettig om niet teveel geconfronteerd te worden met wat ze eten. Maar in principe geldt: probeer van je eetmomenten rustmomenten te maken. Eet met aandacht. Hoe smaakt het eten, hoe ziet het eruit, hoe ruikt het, wat voor textuur heeft het, hoe ‘valt’ het?
8. Laat je niet beïnvloeden door het dieetgedrag van anderen. Een familielid, vriendin of partner die aan de lijn is, kan een negatieve invloed hebben op jouw eetgedrag en gevoelens. Mensen die een eetstoornis hebben (gehad) zijn vaak gevoelig voor het eet- en lijngedrag van anderen, bijvoorbeeld omdat het schuldgevoelens oproept. Laat het dieet van een ander geen trigger zijn voor jou: jij bent een eigen persoon. Wat een ander doet, is zijn of haar zaak. Jij eet wat voor jou gezond is.
9. Getallen zijn slechts aanvullende informatie. Kilo’s, BMI, calorieën, grammen, kledingmaten: het zijn slechts eenheden die zijn ingezet om het leven wat overzichtelijker te maken, niet om jou te straffen. Een kledingmaat zorgt ervoor dat je gemakkelijker het juiste kledingstuk vindt in een winkel. Het zegt niks over jouw waarde als persoon. Laat je identiteit, zelfbeeld en zelfvertrouwen niet afhangen van een getalletje.
10. Gezondheid is genieten. Vraag jezelf af wat je lekker vindt. Mag jij die dingen van jezelf eten of niet? Zo niet, waarom niet? Zo ja, hoe vaak, hoe veel en zijn er nog bepaalde voorwaarden aan verbonden? Onderzoek jouw relatie tot ‘lekker’ eten. Is dit een gezonde relatie? Als je elke dag een reep chocolade eet is het na een tijdje misschien niet meer speciaal of lekker. Maar als je jezelf nooit chocolade toestaat, mis je de heerlijkheid ervan. Ga op zoek naar een balans die past bij jouw verlangens, behoefte, gezondheid en lichaam.
11. Eten is geen beloning en eten is geen straf. Probeer de woorden ‘goed’ en ‘fout’ zo ver mogelijk uit de buurt te houden van jouw relatie tot eten. Eten als beloning of straf, eten als oordeel, is geen onderdeel van gezondheid. Je ‘verdient’ altijd gezond en lekker eten. Los van je prestaties, los van wat je bereikt hebt, los van wat niet is gelukt, los van wat jij of een ander voor oordeel heeft over jou.
12. Gebruik eten niet als emotieregulatie. In een gezonde relatie worden gevoelens niet genegeerd: er wordt naar geluisterd. In een gezonde relatie met eten worden gevoelens niet weggegeten of weggehongerd, maar onderzocht. Wat voel je? Welke emoties ervaar je? Wat vertellen deze gevoelens en emoties jou? Hoe staan ze in verband tot jouw eetpatroon? Hoe zorg je ervoor dat gevoelens en emoties geen negatieve invloed hebben op jouw relatie met eten?
13. Je lichaam is er om jou te dienen; zorg er goed voor. Doordat je een lichaam hebt, kun je praten, lachen, dansen, rennen, voelen, spelen, lezen, horen, proeven, zingen, luisteren, drinken, zoenen, huilen, eten, bewegen, werken, genieten en beleven. Doordat je een lichaam hebt, kun je leven. Sta stil bij wat je lichaam allemaal voor jou doet. Geef terug aan je lichaam door gezond en lekker te eten.
14. Schakel kritiek uit. Iedereen kent wel dat kritische stemmetje, dat in meerdere of mindere mate aanwezig is en je graag vertelt wat je allemaal fout doet. Luister naar wat die interne criticus je te vertellen heeft, constateer dat het onzin is en laat geen ruimte voor lelijke woorden over je lichaam of negatieve overtuigingen over wat je wel of niet verdient. Je bent goed zoals je bent.
15. Blijf uit de buurt van ‘fat talk’. Zeg niet tegen jezelf dat je dik bent, blijf uit de buurt van mensen, televisieprogramma’s, websites en tijdschriften die suggereren dat je dik bent en plak dat oordeel ook niet op andere mensen.
16. Gezondheid is schoonheid. Het huidige schoonheidideaal dat heerst in de beauty- en fashionindustrie is onrealistisch en ongezond. Size zero is niet mooi. Size zero betekent dat een volwassen vrouw zichzelf uithongert, haar vrouwelijke vormen weglijnt en haar vruchtbaarheid opgeeft om te voldoen aan één of ander idéé over schoonheid. Ga af op wat bij jouw lichaam en leven past, niet wat in ‘het ideaal’ past.
17. Eten is energie. Een auto heeft brandstof nodig om van A naar B te komen. Een lichaam heeft voeding nodig om naar school te gaan, met vrienden af te spreken, te werken, te sporten, het huishouden te doen, hobby’s uit te oefenen, te reizen, te studeren, relaties aan te gaan en dromen te laten uitkomen. Geef je lichaam de energie die het nodig heeft.
18. Niet sporten, maar bewegen. Bewegen is gezond. Dwangmatig sporten, sporten vanuit drang, straf of ‘moeten’ niet. Onderzoek de gedachten die je hebt tijdens het sporten. Zeg je tegen jezelf ‘je moet dit rondje rennen, anders ben je lui’ of voel je ‘ik krijg hier energie van’. Vind een sport die bij jou past: iets wat natuurlijk aanvoelt en waar je je goed door voelt in je lichaam. Het doel van de sport is niet afvallen of straffen, maar een gelukkig en gezond lichaam.
20. Eten is leuk! Eten heeft een belangrijke, sociale rol in ons bestaan. Gezellig tafelen, samen uit eten, koken met je lief, een maaltijd maken voor vrienden, een verjaardagstaart: eten wordt vooral leuk als je het kunt delen met anderen. Ga op zoek naar het plezier van eten. Bijvoorbeeld door eten uit verschillende culturen te proberen, samen met vriendinnen nieuwe recepten uit te vogelen of voor anderen te koken. In een gezonde relatie wordt er ook veel gelachen en plezier gemaakt.
Hoe is jouw relatie met eten?
Geef een reactie