Een tafel vol hapjes, een hoofd vol chaos

Hoe kun je nu al 5 minuten met dat taartje voor je neus zitten zonder het aan te raken? Of erger nog, soms even je vork op te pakken, om hem vervolgens weer neer te leggen, omdat je doodleuk verder gaat met je gesprek? Hoe dan!? Hoe kun je zo rustig blijven, hoe kan het zo weinig invloed op je hebben en hoe komt het toch dat ik hier zo veel spanning over voel. Ik heb jouw taartje al drie keer opgegeten en voordat jij een hap hebt genomen ben ik misselijk van het wiebelen op mijn stoel. Wat een onrust om dat eten.

De tafel is bezaaid met lekkere hapjes en gerechten. Iets wat ik zelf ook erg feestelijk en smakelijk vind, maar wat mij ook gigantisch afleidt. Of nee, eigenlijk leiden alle mensen mij af van het staren en denken aan dat eten. Het lijkt alsof niemand hier heel erg mee bezig is. Uiterst nonchalant lopen mensen langs het buffet, scheppen al pratend en ogenschijnlijk zorgeloos wat hapjes op en vervolgen hun weg door de ruimte. Ze nemen soms een hap en soms minuten lang niet. Ik kan mij er alleen maar over verwonderen en heb zelf de onuitstaanbare behoefte aan een plan. Die volle tafels, dat eten overal, dat vraagt om een plan….

Eten was natuurlijk niet gewoon eten, het had altijd een extra lading en bracht zo veel gevoelens en gedachtes bij mij naar boven. Dat was natuurlijk niet anders als er anderen bij waren, misschien zelfs nog wel meer. Nu moest ik me verhouden tot dat eten, tot andere mensen en tot hun gedrag tegenover dat eten. Er kwam zo veel meer bij kijken. Hoewel ik probeerde op te gaan in het gezelschap, voerde ik dikwijls een oorlog in mijn hoofd.

Waarom zo veel onrust?

Als ik alleen was lag er nooit ergens een beetje eten te liggen. Er lag nergens een onbewaakt bordje en er was nooit een volle gedekte tafel. Dat liet mijn eetstoornis totaal niet toe, de situatie kwam zelfs niet eens voor. Ergens anders gebeurde dit wel. Op verjaardagen, op feestjes, in restaurants of in hotels. Hoe gezellig ik die sfeer ook vond, ik was niet gewend om zo veel eten om mij heen te hebben. Niet zonder een eetbui te hebben of op er op een eetgestoorde manier mee om te gaan. Nu kon dat niet en werd ik voor het eerst geconfronteerd met de echte onrust die dit bij mij opriep, die ik normaal gesproken allang had weggedrukt. Ik kon er niet voor weglopen en moest daar, ten midden van al deze mensen doorheen. Iets wat je nooit oefent, kan logischerwijs ook alleen maar spanning met zich meebrengen.

Onrust en dan?

Onrust op zichzelf hoeft natuurlijk geen probleem te zijn. Het probleem was voornamelijk dat ik hier niet mee om kon gaan, met een onprettig gevoel uitzitten. Dat maakte dat de onrust altijd zorgde voor paniek. Uitzitten voelde niet als een optie, dus dat deed ik tot dusver ook nooit. Er moest iets mee gebeuren en het liefst zo snel mogelijk. Het leidde tot eetbuien, compenseren en walging. Soms zelfs dagen nadat het evenement was afgelopen. Uiteindelijk bevond ik mij altijd in een stadium waar de onrust helemaal niet meer zo erg was geweest. Wat ik met die onrust had gedaan maakte het allemaal veel erger en vervelender.

Wat had er gebeurd als ik de onrust er had laten zijn? Dat wist ik vaak niet eens en hoefde voor mijn gevoel ook niet. In je eentje is er namelijk altijd een manier, een mogelijkheid om een vorm te geven aan die onrust. Pas onder de mensen moet je die onrust ineens ondergaan, zonder eraan te kunnen ontsnappen.

Haaks op eetstoornis

Ik zag hoe het ook kon, hoe anderen hiermee omgingen. Dat gaf mij wel een duidelijk beeld van waar ik naartoe wilde, maar maakte de kloof ook groter dan ooit. Ik zag hoe ik het wilde, maar hoe kwam ik daar in hemelsnaam? In mij was een soort mechanisme aangezet waarbij eten meteen op moest. Iets wat juist in deze sociale situaties niet het geval was, of zelfs niet eens de bedoeling. Hier stond de gezelligheid voorop, het samen zijn, het delen van eten en de maaltijd combineren met een fijn gezelschap. Al die dingen associeerde ik al een tijdje niet meer met eten.

Het was niet iets gezelligs, niet iets luchtigs en niet iets wat een bijrol vervulde. Het was iets wat ik weer op een gezonde manier moest leren. Eten speelde altijd de hoofdrol en bepaalde mijn gedrag. Dat stond heel ver af van deze situatie, waarbij eten net zo goed een belangrijk aspect was, maar totaal geen invloed had op hoe mensen zich gedroegen. Het eten was belangrijk, maar geen leidende factor. Iets wat onmogelijk leek in mijn hoofd, maar dus wel degelijk kon. Het eten was leuk, fijn en droeg zelfs bij aan de sfeer. Zo kan eten ook bij het leven horen.

Maak een plan

In een ruimte waar iedereen maar wat deed en puur op gevoel met het eten omging, had ik de behoefte aan een plan. Een plan was zelfs noodzakelijk om hier goed doorheen te komen, maar ook om de avond of dag erna niet alsnog door te slaan. De onrust, het gevoel mij in te moeten houden of juist niets te mogen eten, het stapelde zich op en vroeg of laat moest dat eruit.

Als een plan nodig is, mag je daarvoor kiezen. Misschien kan een plan, duidelijke afspraken over wat je wilt eten en wat je ernaar wilt doen, helpen om juist ruimte over te houden. Om ruimte over te houden voor de gezelligheid en het gezelschap. Ook als het eten lastig is en op dit soort momenten een gigantische uitdaging is, betekent dat niet dat je niet mee kunt doen met de rest. Praat erover, maak een haalbaar en duidelijk plan voor jezelf en probeer je af en toe op andere dingen te focussen. Juist hier kan dat soms, ook al is het maar heel even.

Motivatie

Hoe lastig het ook was, het was ook een goede oefening. Een omgeving waar ik niet in door kon slaan en mocht oefenen met mijn aandacht te verdelen. Sterker nog; het moest hier wel! Ik zag hoe anderen dat deden en dat was een enorme motivatie. Zo wilde ik het ook en tot ik daar was mocht ik hiermee oefenen. Als het mis zou gaan? Dan ging het mis. Dat was niet fijn, maar het uit de weg gaan was ook niet de manier. Dat zou de onrust en de paniek niet minder maken. Dat zou mij weerhouden van het meedoen, met het leven dat ik eigenlijk zo graag wilde.

Het gaat ook een keer niet mis en daarna gaat het misschien nog een keer niet mis. Dat is waar ik het voor deed en waar ik mij aan vast probeerde te houden. Elke gelegenheid is een kans om te oefenen. Dat kan altijd eng en onwaarschijnlijk onrustig zijn, want de angst dat het verkeerd uitpakt is er altijd, maar ontneem jezelf die kans niet. Er is ook een kans dat het goed gaat en… dan ben je weer een stap verder.

Lees ook: All You Can Eat en een eetstoornis.

 Hoe ga jij om met een tafel vol hapjes?

Fotografie: wildlittlethingsphoto

Daphne

Geschreven door Daphne

Reacties

6 reacties op “Een tafel vol hapjes, een hoofd vol chaos”

  1. Zoveel mogelijk eten en zorgen dat zo min mogelijk mensen het zien. Moet ik daarvoor gesprekjes aangaan met mensen die ik helemaal niet ken maar die net op een hoek van de tafel staan of moet ik daarvoor eten in mijn broekzak en tasje laten glijden om het vervolgens op het toilet op te eten of moet ik als laatste overblijven en doen alsof ik meehelp met afruimen, ja ik doe het allemaal. En ik krijg er geen grip op. Mijn hoofd slaat op tilt en mijn hele lichaam schreeuwt dat al dit eten bij mij naar binnen moet want nu is het er en in huis heb ik het niet. Juist omdat ik er niet mee om kan gaan. Ik kom standaard kilo’s aan rond feestdagen omdat ik de hele dag alleen maar bezig ben met zoveel mogelijk naar binnen schuiven. Want tja nu mag het. En anderen doen het toch ook????? Is dan de beredenering van mijn eetstoornis. Daarom heb ik ook een hekel aan feesten als ik net een week goed bezig ben. Ik kan de verleiding niet weerstaan.

  2. Heel herkenbaar dit. Ik ben nu op familie weekend en daardoor is er vaak eten om me heen of staan er hapjes op tafel, dat maakt mij heel onrustig en continu een gevecht of ik wat zal nemen of niet.

  3. Een gevecht, chaos een vol hoofd. Frustratie en verdriet omdat ik er ook nonchalant en normaal mee om wil gaan. Met eten, of dan maar niets eten want dan moet ik weer compenseren. Pfff. Ik ga overal naar toe maar beleef bijna geen plezier, ben niet ontspannen…….

  4. Heel herkenbaar dit. Gelukkig heb ik het maar een paar keer in het jaar.

  5. Ik neem wat ik lekker vind en krijg daar spijt van, of ik kies veilig en krijg er spijt van dat ik niet genomen heb wat ik lekker vind. heel iritant

  6. Ik kan niet goed eten in gezelschap, dus ik eet alleen maar af en toe een hapje en kleine porties. Dat komt omdat ik me niet op mijn gemak voel met mensen om me heen. Ik ben dan zo gericht op hoe ik me (niet) moet gedragen, wat ik (niet) moet zeggen, met wie ik moet praten en hoe lang, of ik wel rechtop sta, of ik niet steeds met mijn handen door mijn haar ga, of mijn kleding en kapsel wel goed zitten, enz. Pas thuis, als ik tot rust kom, merk ik dat mijn maag nog leeg is en ligt het gevaar van een eetbui op de loer. Het is ook zo zonde van het geld. Soms betaal ik een hoop geld aan een etentje maar dan eet ik nog niet de helft op en sta ik later thuis ook nog een maaltijd te bereiden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *