Ik was vijftien toen ik werd opgenomen in het ziekenhuis en voor het eerst de diagnose anorexia nervosa kreeg. Ik kreeg een slangetje in mijn neus gedrukt wat leidde naar mijn buik en waarmee voeding in mijn lichaam werd gebracht. Letterlijk volgestopt voor mijn gevoel. Wat later werd ik opgenomen in een kliniek voor ongeveer 4 maanden.
Ik wil niet te veel woorden kwijt over die tijd want natuurlijk is er heel veel gebeurd. Maar ik heb het liever over de leuke dingen. Ik wilde eerst echt niet beter worden en dat veranderde ook niet zomaar. Het heeft zo enorm veel tijd, moeite, energie en strijd gekost om beter te willen worden. Ik was niet meer die oude Agnetha. Ik was uitgeput, moe en bleek en als ik nu heel realistisch terugkijk en denk aan die tijd: ik was niet eens een puber, of een jongere. Ik was nog een klein meisje die het niet alleen kon, misschien was ik nog niet klaar voor het leven, voor de wereld, maar ik denk niet dat dat het was. Het was meer het moment dat er al heel lang aan zat te komen: alles wat er gebeurd was, was gewoon even allemaal te veel geworden. Het was een oorzaak-gevolg situatie.
Als ik het ga hebben over wat een eetstoornis nou eigenlijk is, wat het voor mij was, dan was het een soort van basis. Het was op dat moment voor mijn gevoel het enige waar ik invloed op had. Ik had eindelijk iets waarover ik kon bepalen hoe het ging, wat er gebeurde. Letterlijk wat er in en uit ging. In feite is dit belachelijk, want hoe verder en hoe langer je doorgaat hoe minder controle je hebt. Je bent in de macht van je ziekte en je bent alleen maar meer controle verloren, en dat was juist wat ik zocht. En zonder het door te hebben was dat alleen maar minder geworden. Er was geen enkele sprake meer van controle in mijn leven. Want laten we even eerlijk zijn, hoeveel controle heb je in werkelijkheid wanneer de hulpverlening en je ouders jouw leven bepalen en zelfs bepalen wanneer je wat en hoeveel moet eten?
In de tijd van de kliniek heb ik met veel mensen erg goeie banden opgebouwd. Je zit zo dag en nacht samen daar met elkaar, je woont eigenlijk als het ware samen en dit maakt een band snel hecht. In het begin was het een voordeel: ik had veel mensen om mee te praten, mensen begrepen me, ik voelde me niet meer zo anders en alleen als in het begin. Niet dat ik geen vrienden had hoor, juist wel. Met een eetstoornis kom je vaak in een sociaal isolement te zitten waarin al je sociale contacten wegvallen. Dit is bij mij nooit zo geweest want ik bleef afspreken met mijn vrienden en vriendinnen en zij bleven mij steunen, waar ik ze enorm dankbaar voor ben. Ik heb echt geweldige vrienden, ik ben zo dankbaar dat ze mij nooit hebben laten vallen. Er zijn ook ‘vrienden’ die dat wel hebben gedaan hoor, maar ik denk niet dat zij het überhaupt het waard zijn om over te hebben.
Later kregen deze banden ook een keerzijde. Het is niet echt helpend als jij net alles los wilt laten wat betreft de eetstoorniswereld en je hebt nog zoveel contacten met mensen die er nog veel mee bezig zijn. Hierdoor heb ik echt veel contacten moeten verminderen. Sommigen snapten deze keuze en daar ben ik ze heel dankbaar voor, maar helaas sommigen ook niet.
Toen kwam het moment van opstaan na het vallen, het moment van omhoog gaan in plaats van omlaag. Ik zag de reden waarom ik beter moest worden weer. Ik zag het leven weer iets meer zitten, begon steeds iets beter te eten, langzaam kwam mijn kleur weer terug en uiteindelijk ook het gewicht dat er weer heel langzaam bijkwam. Dit kostte ontzettend veel moeite en het heeft mij ook echt vaak oprecht verdriet gedaan. Het is zo moeilijk, je vecht als het ware tegen jezelf. Maar ik moest en zal dit overwinnen en moest en zal doorgaan. Toen ik bijna klaar was met therapie en bijna weer de oude was kwam er nieuws: ik had een scoliose in mijn rug zitten die meer dan 50 graden afweek, ik moest geopereerd worden in Groningen in het UMCG.
Het herstel van deze operatie zou in totaal een jaar duren en de operatie zelf duurde 8 uur lang. Ik wist het even echt niet meer, ik had zoveel moeite gedaan voor alles en echt zo erg mijn best gedaan en nu kwam dit opeens. Ik had met een vriendin van mij een vakantie naar Blanes geboekt voor 10 dagen, maar deze moest geannuleerd worden. 3 juni 2014 werd ik geopereerd. De dagen erna waren echt alles behalve makkelijk. Door de operatie lagen mijn darmen overhoop en alles wat ik at kwam er weer uit. Ik kon echt dagen niet normaal eten zonder dat het er weer uitkwam. Dit gaf natuurlijk zo’n dubbel gevoel, want nu ik wilde eten in een ziekenhuis, werkte mijn lichaam niet mee. Het was ook een enorme trigger om terug te vallen, maar ik ging door.
Nu sta ik op het punt waarbij ik het leven weer leuk vind, ik ben weer gelukkig. Ik ben echt nog nooit zo gelukkig geweest als nu. Met mijn rug gaat het ook erg goed. Ik geniet weer van alles wat ik doe! Ik ga weer uit, kan weer zoveel tijd als ik wil doorbrengen met mijn vrienden, ik ben net begonnen met mijn nieuwe studie pedagogisch werker jeugdzorg en ik heb echt een leuke klas en school. Ik wil hiermee duidelijk maken dat een eetstoornis het zo niet waard is om mee te leven. Probeer die stap te zetten om ervoor te gaan, en pas op voor het excuus ‘ja maar ik kan het niet’. Iedereen kan genezen van een eetstoornis, je moet jezelf alleen ver genoeg doordrijven totdat je er bent. Je moet niet stoppen en geloof me, wanneer je niet zult stoppen wacht er zo’n mooie toekomst en zul je jezelf enorm dankbaar zijn dat je door bent gegaan. Ik ben namelijk nog nooit zo gelukkig geweest als nu.
Geef een reactie