Ondanks dat er openheid over is in de media, zijn er toch nog aardig wat vooroordelen rond verslaving. Bij veel mensen roept verslaving het beeld op van de ‘klassieke junk’, iemand die met naalden in de weer is, vervuild en schichtig om zich heen kijkend rond het station hangt, oftewel, mensen bij wie je maar beter uit de buurt kunt blijven. door LT, psycholoog
Dit beeld kan in sommige gevallen best in de buurt van de waarheid komen maar het gros van de mensen dat een verslaving heeft, daar zul je het niet aan zien. Dat kunnen mensen zijn zoals jij en ik.
Lisa overkwam het dat zij zowel een verslaving als een eetstoornis ontwikkelde. Klik hier om meteen naar Lisa’s verhaal te gaan.
Fotografie: Haley
Wat is een verslaving ?
Verslaafd zijn betekent dat je afhankelijk bent van een middel (alcohol, drugs of medicatie) of van bepaald gedrag (gokken, gamen, eten, seks, kopen van spullen) om je goed te voelen. Het betekent dat je de controle kwijt bent over dit gedrag of over de inname van het middel. Het lukt niet meer om ermee stoppen ook al merk je dat doorgaan, problemen oplevert. Steeds denk je: “Nog één keertje en dan stop ik echt!”
In de DSM -IV-TR (het boek waar alle psychische stoornissen in staan beschreven) wordt gesproken over misbruik of afhankelijkheid van een middel in plaats van verslaving. Het belangrijkste verschil tussen misbruik en afhankelijkheid is dat je lichaam bij misbruik nog niet afhankelijk is van het middel.
Afhankelijkheid betekent dat je lichaam om het middel begint te vragen als je niet gebruikt. Daarnaast betekent het dat jij zelf en je leven te lijden hebben onder het gebruik. Om afhankelijkheid te kunnen diagnosticeren moeten zich, drie of meer van de van de onderstaande symptomen voordoen, gedurende minimaal 12 maanden:
• Tolerantie
Dit betekent dat iemand steeds meer van het middel nodig heeft om het gewenste effect te bereiken.
Voorbeeld: Zo werd je vroeger misschien dronken van 3 glazen alcohol terwijl daar nu het dubbele voor nodig is om hetzelfde te voelen.
• Ontwenningsverschijnselen
Stoppen of minderen heeft ontwenningsverschijnselen tot gevolg die per middel kunnen verschillen.
Voorbeeld: Als je plotseling stopt met blowen (roken van wiet of hasj) dan kan je gaan trillen, last krijgen van hoofdpijn, onrust, zweten en je kan moeite krijgen met inslapen. Een kenmerk van verslaving is dat je gaat gebruiken om dergelijke verschijnselen tegen te gaan.
• Het middel wordt gebruikt in grotere hoeveelheden of langer dan je van plan was.
Voorbeeld: Je neemt je voor om na 1 glas wijn te stoppen maar je drinkt
toch een hele fles leeg.
• Er bestaat de wens te stoppen of te minderen met gebruik maar pogingen om dit voor elkaar te krijgen, blijven zonder succes. Voorbeeld: Het lukt je om een week te stoppen (met veel moeite) maar vervolgens heb je een terugval en zit je al snel weer op de oude hoeveelheid van gebruik.
• Veel van de tijd gaat op aan gebruiken, herstel van de effecten van gebruik of aan activiteiten om aan het middel te komen
Voorbeeld: Alles wat je doet gaat gepaard met een joint (afwassen, koken, met vrienden afspreken). Als je niet kunt blowen (op je werk of opleiding bijvoorbeeld) dan denk je voortdurend aan het moment dat je weer een joint op kunt steken.
• Belangrijke bezigheden op gebied van opleiding, werk, het sociale vlak of vrijetijdsbesteding worden opgegeven of verminderd vanwege het gebruik van het middel
Voorbeeld: Je hield voorheen erg van gitaar spelen maar hebt sinds je veel gebruikt je gitaar in geen tijden meer aangeraakt.
• Men gaat door met gebruik ondanks dat men weet dat dit sociaal, psychisch of op lichamelijk vlak problemen oplevert.
Voorbeeld: Je merkt bijvoorbeeld dat je nauwelijks nog een trap op kunt lopen vanwege je slechte lichamelijke conditie. Je praat dit voor jezelf goed en pakt nog een biertje.
Welke vormen van verslaving zijn er?
In principe kan je verslaafd raken aan alles dat een lekker gevoel geeft. Dit kan voor iedereen verschillend zijn. Echter er zijn bepaalde middelen en gedragingen waar je makkelijker aan verslaafd raakt dan aan andere. Zo raak je makkelijker verslaafd aan cocaïne dan aan chocola en ben je sneller lichamelijk afhankelijk van heroïne dan van wiet of hasj.
Verslaving aan de volgende middelen of gedrag komt veel voor:
– Alcohol
– Drugs (cocaïne, cannabis, speed, GHB)
– Medicijnen (slaap- en kalmeringsmiddelen zoals oxazepam, diazepam, nitrazepam, flurazepam)
– Gokken
– Gamen
Daarnaast kan met ook verslaafd raken aan gedrag dat in principe natuurlijk is voor een mens, zoals eten en seks. Deze verslavingen worden niet altijd behandeld binnen de reguliere verslavingszorg maar ook binnen instellingen voor eetstoornissen en voor seksuele stoornissen.
Drugs, alcohol en medicijnen hebben een direct effect op het lichaam en de hersenen. Maar ook gokken kan lichamelijke effecten hebben. De spanning en de opwinding die het spel met zich meebrengt kan processen in het lichaam en de hersenen veranderen, waardoor mensen met een gokverslaving bijvoorbeeld ook ontwennings-verschijnselen kunnen krijgen als zij stoppen met gokken.
Hoe werkt verslaving in de hersenen?
De hersenen zijn ontworpen om gedrag te stimuleren dat de mens helpt om te overleven en in zijn soort voort te bestaan. Heel belangrijk voor het overleven en voortbestaan van de mens zijn eten, drinken en seks. In de hersenen bevindt zich een beloningssysteem dat je een lekker gevoel geeft als je eet, drinkt of seks hebt.
Dit prettige gevoel wil je steeds opnieuw ervaren waardoor je op zoek blijft gaan naar eten, drinken en seksueel contact.
Drugs prikkelen de hersenen net zoals eten, drinken en seks dat doen. Echter, drugs kunnen veel directer op het beloningsysteem inwerken waardoor je een intenser prettig gevoel krijgt. Dit op zich kan al (psychisch) verslavend zijn zoals bij cocaïne, maar daar komt bij dat na veelvuldig gebruik de hersenen gewend raken aan deze ‘genotstofjes’ en ze hiervan zelf niet meer voldoende aanmaken. Hierdoor kan je moeilijk genot of plezier ervaren als je net gestopt bent met gebruiken (je kan dan een leeg, depressief gevoel hebben).
Dit kan het in combinatie met lichamelijke ontwenningsverschijnselen heel moeilijk maken om vol te houden als je gestopt bent met gebruik. Gelukkig herstellen je hersenen na een poosje vanzelf weer en kan je weer genot ervaren. Echter het intense genot dat met bepaalde drugs ervaren wordt, kan soms niet in het dagelijkse leven worden geëvenaard. De zucht naar dat intense gevoel van die eerste keer dat er gebruikt is, de kick, kan voor sommige mensen een levenslange worsteling blijven.
Waarom raakt de één wel verslaafd en de ander niet?
Een verslaving komt zelden alleen. Meestal zijn er meer dingen aan de hand die ervoor zorgen dat iemand kwetsbaar wordt voor een verslaving. Hieronder staan een aantal factoren op een rij:
- Erfelijke kwetsbaarheid. Sommige mensen zijn genetisch gezien gevoeliger voor verslaving dan anderen. De één is meteen verkocht na een lijntje cocaïne, een ander kan prima één keer cocaïne gebruiken en daarna nooit meer. Voorbeeld: Een geadopteerd kind dat wordt opgevoed door ouders zonder alcoholverslaving, heeft toch 4 keer zoveel kans op een alcoholverslaving als een van de biologische ouders een alcoholverslaving heeft dan een kind dat geadopteerd is en biologische ouders heeft zónder alcoholverslaving.
- Het voorbeeld dat je thuis hebt gehad. Als je ouders bijvoorbeeld veel dronken in jouw bijzijn, dan is de drempel veel lager om zelf veel te gaan drinken omdat dit normaal voor je is.
- Psychische problemen. Iemand die niet goed in zijn vel zit, bijvoorbeeld depressief is of een trauma heeft, ADHD heeft of gevoelens van minderwaardigheid, heeft meer kans om verslaafd te raken dan iemand die psychisch stabiel is. Dit kan ook gelden voor mensen die niet goed hebben geleerd met negatieve emoties om te gaan en emoties hanteren door alcohol of drugs te gebruiken.
- Psychosociale problemen. Bijvoorbeeld een moeizame relatie met je ouders, vrienden of partner of veel stress door opleiding of werk, kunnen een voedingsbodem worden voor een verslaving. Ook andere zaken zoals schulden of gezondheidsproblemen kunnen een rol spelen.
Hoe ontstaat een verslaving?
Een verslaving ontstaat niet van de ene op de andere dag en meestal ook niet na enkele keren gebruiken. Zoiets ontstaat geleidelijk, vaak zonder dat iemand het in de gaten heeft. Een verslaving begint vaak bij experimenteren met drugs en alcohol. Jongeren krijgen van ouders en op school allerlei negatieve informatie over drugs en alcohol en het advies om er zo ver mogelijk bij uit de buurt te blijven. Maar wat niet mag, is natuurlijk extra spannend en vrienden doen het ook, dus wordt er toch geëxperimenteerd. Als gebruiken dan een prettig effect heeft, bestaat de kans dat je vaker gaat gebruiken. Dan kan dat gebruik geleidelijk aan steeds normaler worden en bijvoorbeeld niet meer alleen in het weekend plaats vinden maar ook doordeweeks.
Meestal gaat gebruik over in een verslaving als iemand al niet zo lekker in zijn vel zit. Alcohol of drugs bieden dan een tijdelijke ‘oplossing’. Je kunt even wegvluchten van je emoties en je zorgen. Daarnaast kan gebruik de functie hebben van iets te doen hebben of je minder eenzaam voelen. Vaak leren mensen door gebruik andere gebruikers kennen en zo komen ze in een gebruikerswereld terecht waar alcohol en drugs een hoofdrol spelen.
Zo gauw je alcohol of drugs in gaat zetten om van problemen of nare gevoelens ‘af te zijn’, ben je ongezond bezig en loop je het risico om afhankelijk te worden van het middel. Het probleem met zulke tijdelijke oplossingen is dat de verlichting maar van korte duur is en als het middel is uitgewerkt heb je nog dezelfde moeilijkheden.
Bovendien komen er alleen nog maar meer problemen bij die een verslaving in de hand werken en in stand houden.
Gevolgen van een verslaving
Op den duur kan een verslaving onder andere de volgende gevolgen hebben:
• Op de lange termijn kan gebruik psychische stoornissen veroorzaken. Iemand kan bijvoorbeeld psychotisch worden van langdurig speed gebruik of een depressie krijgen of een angststoornis door een alcoholverslaving.
• Op de lange termijn kan gebruik behalve psychische stoornissen ook hersenbeschadiging of lichamelijke problemen tot gevolg hebben (bijvoorbeeld een niet goed meer functionerende lever).
Vicieuze cirkel
Hoe meer problemen er ontstaan hoe meer een verslaving vat op je krijgt. Want hoe moet je met al die problemen en emoties omgaan en hoe moet je met ontwenningsverschijnselen omgaan? Precies, zoals je altijd hebt gedaan, door te drinken, snuiven, gokken enzovoorts. Zo ben je in een cirkeltje geraakt. Maar er is geen vicieuze cirkel die niet doorbroken kan worden…
Wat is er nodig om een patroon van verslaving te doorbreken?
Ten eerste het besef dat het zo niet langer kan doorgaan en dat je op deze manier je leven niet wilt doorbrengen, oftewel: motivatie. Dit is het allerbelangrijkste om een patroon van verslaving te doorbreken en dat geldt denk ik voor elk (psychisch) probleem.
Daarnaast heb je hulp nodig. Dit kan hulp zijn van familie of vrienden of van een hulpverlener die daarin is gespecialiseerd. In elke regio in Nederland bevinden zich één of meerdere grote instellingen die mensen met een verslaving hulp bieden. Tegenwoordig is internet behandeling ook mogelijk.
Hier vind je een overzicht van hulpinstanties
Eetstoornissen en verslaving
Eetstoornissen en verslavingen worden vaak niet met elkaar in verband gebracht. Er zijn echter overeenkomsten:
- het verliezen van de controle over je eigen gedrag
- je verslaving of eetstoornis gebruiken om emoties te onderdrukken of te hanteren
- je eetstoornis of verslaving ontkennen en proberen voor anderen verborgen te houden
- liegen over hoeveelheid die je eet of gebruikt
- je lichaam schade toebrengen als gevolg van je eetstoornis of verslaving
- schaamte en schuldgevoelens omtrent je eetstoornis of verslaving
- eetbuien, het gebruik van laxeermiddelen en automutilatie kunnen op zichzelf de vorm van een verslaving aannemen.
Soms komen eetstoornissen en verslavingen tegelijkertijd voor. Dit overkwam Lisa die graag haar verhaal vertelt.
Bekijk ook het programma Je zal het maar hebben over verslavingen.
Geef een reactie