Een verslaving is er niet voor niets | Zielzorgers

Met regelmaat plaatsen we gastblogs en ervaringsverhalen van mensen die lijden of hebben geleden aan een eetstoornis. Dit is voor veel van jullie een bron van herkenning, erkenning en motivatie. Het zijn vaak verhalen waarin ook de hulpverlening een grote rol speelt. Hoe is het eigenlijk om aan de kant van de hulpverlening te staan? Om dag in dat uit als (eetstoornis)professional te werken? Hun kant van het verhaal kun je lezen in de interviewreeks Zielzorgers. De vorige keer las je het verhaal van behandeldirecteur Eric van Furth. Deze week is het de beurt aan behandelaar Celine Neuteboom.

Deze week slaan we een andere weg in en interviewen we Celine. Zij is al 12 jaar werkzaam als behandelaar bij de jeugdafdeling van Brijder verslavingszorg. Ze is daar Cognitieve Gedragswerker bij de ambulante afdeling. Voor de serie Zielzorgers wilde ik haar graag interviewen om een andere kant van de hulpverlening te laten zien. Hoewel het ziektebeeld natuurlijk op veel vlakken verschilt, zijn er ook veel overeenkomsten. In beide gevallen staat het kiezen voor herstel centraal.

Wat is het meest belangrijk bij herstel?

Er moet een noodzaak zijn. Het klinkt misschien heel hard, maar soms moet iemand eerst heel hard vallen en eerst heel hard zinken voordat de knop kan worden omgezet. Externe factoren kunnen zeker ook van invloed zijn, dat zien we bijvoorbeeld bij jonge kinderen die het soms in eerste instantie voor hun ouders doen. Toch denk ik dat je het beste resultaat bereikt als iemand het echt vanuit zichzelf doet. Sommige minderjarige kinderen die hier komen zitten gewoon hun uurtje uit en wachten tot ze weer naar huis mogen. Wanneer iemand zelf kiest en echt voor zichzelf komt, zien we pas echt dat ze vooruit komen. Iemand moet zelf kiezen voor herstel en uit noodzaak zichzelf de vraag stellen: ‘Is dit het leven dat ik wil?’

Dat is ontzettend moeilijk, maar ik zien soms wel dat kinderen ‘kiezen’ voor een leven op straat. Natuurlijk is dat niet zo zwart-wit en heeft dat vaak met veel dingen te maken, maar niet kiezen is in dit geval ook een keuze. Vaak willen ze wel anders, maar is het ook makkelijker om die stap niet te zetten en om te blijven vermijden. Daarmee voorkom je namelijk ook dat je zou kunnen falen in dat herstelde leven. Als er een noodzaak is heb je niet meer het idee dat je een keuze hebt. Dan kun je maar één kant op en wordt je gedwongen te kiezen voor verandering. Dan wordt je gedwongen te kiezen voor het leven.

Zeker bij een verslaving is het ergens noodzakelijk dat iemand last krijgt van zijn of haar eigen gedrag. Waneer het je echt in de weg zit en je beperkt, dan wordt je pas echt geconfronteerd met hoe de situatie is en verlang je misschien naar verandering. Als dat gebeurt komen wij in beeld. Wij als hulpverleners kunnen dan het vertrouwen geven dat het ook écht anders kan. Je mag vallen, je hoeft niet weg als het misgaat en wij helpen je. We willen mensen niet straffen, we willen ze juist het vertrouwen geven in hunzelf en in hun eigen kunnen.

De meest belangrijke levensles?

In een korte tijd heb ik hele heftige dingen meegemaakt. Ik heb een aantal heftige medische complicaties gehad, waarbij ik gelukkig op tijd in het ziekenhuis belandde. Het was kantje boord, maar gelukkig is dit allemaal goed gekomen. Deze ervaringen hebben wel mijn ogen geopend. Ik denk dat dat de grootste levensles is die je kunt krijgen.

Het heeft wel ontzettend veel impact op mij gehad. Ik kon mijn eigen lichaam niet meer vertrouwen, terwijl ik mij daarvoor juist sterk voelde. Bij elk krampje of steekje was ik bang dat het weer mis zou zijn. Daar moest ik opnieuw mee leren omgaan en dit zorgde ervoor dat ik weer even aan de andere kant van de tafel zat. Ik kwam bij zo’n fijne hulpverleenster terecht en zij heeft mij echt geholpen. Het gaat al veel beter, maar het is nog steeds iets waar ik een weg in moet vinden en wat misschien een beetje bij mij hoort nu. Toen realiseerde ik mij wel weer hoe belangrijk dit vak is en hoe belangrijk goede hulpverlening is.

Bij alles denk ik nu: Maakt dit echt uit? Had dit op dat cruciale moment echt uitgemaakt? Ik ben nu zo dankbaar voor elk moment en ik leef veel bewuster. Ik wilde altijd afvallen, gezond eten en ik moest zeker genoeg sporten! Nu vind ik dat nog steeds wel belangrijk hoor, maar hadden die kilo’s nou echt uitgemaakt? Ik heb geleerd wat echt belangrijk is in het leven, ik kan nu veel meer in het hier en nu leven. Ik ben er nu en ik mag nu kijken naar wat echt belangrijk is. Ik merk dat ik dit ook meeneem in mijn werk. Er is altijd een hoger doel in het leven en als je daarnaar durft te kijken kom je verder. Durven stilstaan, durven voelen en daar over durven praten. Dan kun je de stap maken naar verandering en toelaten wat echt belangrijk is in het leven.

Ik gun iedereen om het iets vaker om te kunnen draaien, om dingen op een positieve manier te benaderen. Het is soms ook makkelijker om te zien wat er niet goed gaat, zeker als je niet in een fijne situatie zit. Het lukt, mede door de ervaringen die ik heb gehad, steeds meer om te kijken naar wat er goed gaat. Uit elke situatie kun je iets positiefs halen en dat is iets dat je kunt leren. Natuurlijk kan ik ook flink de balen hebben of mij morgen maken om dagelijkse dingen, dat is ook heel gezond soms, maar het lukt mij steeds beter om het om te draaien en weer verder te gaan. Wat gaat er eigenlijk allemaal wél goed? Wat is er mooi en positief? Wat is het waard in mijn leven om in te investeren?

Wat vind je moeilijk aan je werk?

Dat ik een groot deel van de tijd een administratief medewerker ben, haha! Nou ik moet er wel om lachen, maar ik ben serieus, het administratieve werk staat mij het meest tegen. De rest van mijn werk vind ik eigenlijk nooit moeilijk of lastig, maar de zakelijke kant maakt het wel zwaarder. We worden steeds meer beperkt door zorgverzekeraars. We moeten resultaten kunnen aantonen en schattingen kunnen maken, terwijl ik niet altijd van te voren weet wat iemand nodig heeft en hoe lang dat zou kunnen duren.

Het gaat in tegen alles waar je voor staat en waar je mee bezig bent in je werk. We moeten het wel doen, anders kunnen we niet blijven bestaan, maar het is best lastig om dat te combineren. Het gaat soms echt ten koste van de zorg en van de hulpverleners zelf. Je zou altijd door kunnen gaan als je wilt, omdat het werk nooit stopt, daar moet je echt zelf een grens in leren trekken.

Grootste uitdaging met betrekking tot het werk met clienten?

Onze doelgroep is in de leeftijd van 12 tm 22 jarigen. Mijn talent ligt echt bij de 18 plussers. De groep tot en met 16 jaar vind ik persoonlijk erg lastig. Ze zitten nog zo in de pubertijd en je hebt in deze leeftijd veel meer met de ouders te maken. Ze zijn nog minderjarig, dus de ouders maken in veel gevallen deze beslissing voor ze. Doordat ze hier nog niet voor zichzelf zitten zijn ze vaak niet eerlijk en willen de ouders van alles op de hoogte gehouden worden. Die dubbelrol vind ik heel lastig, je moet balanceren tussen de ouders en de jongeren en soms voel je je dan net een politieagent.

Voor die jongeren, de groep t/m 16 jaar, is er een MDFT behandeling. MDFT staat voor: MultiDimensionele FamilieTherapie. Het kan voorkomen dat zij dus wel bij mij komen voor het intake gesprek en dat we daarna kijken wat een passendere behandeling zou kunnen zijn. Die gezinsbehandeling sluit vaak beter aan in dit soort gevallen.

Wat vind je het leukste aan je werk?

De doelgroep vind ik heel erg leuk! Je kunt alle kanten met ze op, want ze staan aan het begin van hun leven. Dit is een groep die snel resultaat kan boeken, er kan in een jaar tijd al zo veel gebeuren. Het is een dynamische groep en dat zorgt ervoor dat het nooit saai is. Je ziet ze weer naar school gaan, solliciteren voor een baan of een relatie krijgen. Dat ik daar een klein deel aan mag bijdragen vind ik ontzettend mooi en waardevol.

Iedereen komt als eerste bij ons. Mensen die met een verslaving kampen hebben vaak van veel meer dingen last, maar die verslaving is het eerste waar ze tegenaan lopen. Dat is het eerste waarbij ze vaak aankloppen bij hulpverleners, maar de GGZ doet dan vaak de deur dicht. “Ga dat eerst maar aanpakken,” krijgen ze vaak te horen. Dat vind ik zo uitdagend en ergens ook mooi, ze komen puur en in vol ornaat hier binnen. Wij zijn de eerste die ze te zien krijgen en wij mogen ze als eerste helpen. Dat vind ik een hele mooie rol.

In hoeverre zie jij andere problematiek bij de mensen die jij behandelt?

Bijna in honderd procent van de gevallen. Er is altijd een hoge hoed, waaronder vroeg of laat van alles van onder vandaan komt. Gelukkig wordt die verslaving in heel veel gevallen al snel minder, maar vaak is er daarna pas ruimte voor de rest van de problemen. De onderliggende problematiek kan later pas naar boven komen en behandeld worden. Dat is bijna altijd, want die verslaving was er natuurlijk niet voor niets.

In hoeverre gaan eetstoornissen en verslavingen samen?

Ik denk meer dan dat wij zien. We zien niet veel eetstoornissen, maar dat komt ook omdat mensen hier niet binnenkomen met veel diagnoses. Dus alle problemen die er zijn, zijn nog niet gediagnosticeerd. We vragen wel naar het eetpatroon en we zien dat het onder de verslaving wel een groot thema kan zijn. We zien bijvoorbeeld middelenmisbruik omdat het je eetlust kan verminderen en het je helpt om af te vallen, maar ook overeten en emotie-eten komt veel voor. Wij plakken er hier geen stempel op, maar verwijzen zeker door op het moment dat die problematiek bij iemand naar boven komt.

Eten gaat ook om zorgen voor jezelf en wanneer jongeren hier binnen komen is dat iets wat ontbreekt. Dat zien we vaak ook terug in het eetpatroon. Het is soms te veel en soms te weinig en we merken dat er echt aandacht voor moet zijn. We wijzen er ook op dat hier over alles gesproken kan worden, alles wat betrekking heeft op je leven en hoe je met jezelf omgaat.

Hoe verschillen verslavingen tussen jongens en meisjes?

Ik denk niet dat de verslaving zelf veel verschilt, maar de dubbele diagnose verschilt vaak wel. Over het algemeen hebben mannen meer last van een verslaving dan vrouwen. In de uitvoering van die verslaving zien we hier voornamelijk overeenkomsten. Er zit meer verschil in hoe de verslaving zich uit en wat eraan ten grondslag ligt.

Waar komt een verslaving veelal uit voort?

Uit iets wat eraan ten grondslag ligt, dat kan echt van alles zijn. Dat kunnen allerlei diagnoses zijn zoals; ADD, autisme, trauma of persoonlijkheidsstoornissen. Daarnaast kan het ook ontstaan door problemen thuis of het erbij willen horen. Het heeft ook veel te maken met deze leeftijdsfase, het uitproberen en het moeilijk vinden om grenzen aan te geven. Wat maakt dat die verslaving bij de één dus wel ontwikkeld en bij de ander niet? Dat heeft te maken met de beschermende factoren die iemand om zich heen heeft. Dat is ook iets waar wij naar kijken. Dat maakt namelijk veel uit of het bij iemand blijft hangen of niet. Iedereen kan iets uitproberen en experimenteren, maar niet voor iedereen wordt het een probleem. Uit wat voor gezin kom je? Wat is je sociale omgeving? Wat is je IQ? Allemaal factoren die meespelen en die het voor iemand risicovoller kunnen maken.

Welke gelijkenissen zie jij in het ziektebeeld?

Het vult een leegte op. Emotie-eters, restrictieve eters en gebruikers zoeken vaak naar hetzelfde effect. Er is bijna altijd sprake van een laag zelfbeeld en een gebrek aan zelfwaardering. In alle gevallen zorgt iemand niet goed voor zichzelf en dat kan zich uiten op veel verschillende manieren. ‘Waarom zou ik voor mijzelf zorgen als ik het mijzelf niet waard vind?’ Dat is het gevoel dat vaak overheerst.

In hoeverre is een verslaving voor het leven?

Een verslaving is officieel een chronische ziekte, maar dat nuanceer ik bij deze doelgroep. Bij de jeugd, als de verslaving vroeg opspeelt, hoeft dit echt niet chronisch te zijn. 8 van de 10 zie ik helemaal herstellen en weer een normaal leven opbouwen. Ze zijn natuurlijk nog zo jong, dus als ze hun halve leven verslaafd zijn, is dat gemiddeld nog maar 5 of 6 jaar. Wij zien hier geen mensen die al 30 jaar verslaafd zijn en waarbij het al heel lang een manier van leven is. Voor die jongeren zijn er nog zo veel kansen. Voor velen blijft het misschien een aandachtspunt, maar dat betekent niet dat het problematisch hoeft te zijn.

Wat is het meest indrukwekkend aan jouw werk als behandelaar?

De successen zijn altijd indrukwekkend. Ik heb natuurlijk nooit een kant-en-klaar resultaat, want uiteindelijk lopen ze hier op een dag de deur uit. Ik moet het echt hebben van de mensen die soms nog iets laten horen en mij even meenemen in het succes. Niets moet, als iemand niets meer laat horen is helemaal oké en is dat vaak ook een goed teken, maar het is ook heel leuk als iemand nog eens langskomt. Ik ben hulpverlener, dus het is heel gezond als ik niet heel lang in iemands leven ben. Als ik soms nog iets hoor van iemand waar het heel goed mee gaat en wat die gene allemaal doet in z’n leven, zie ik voor een klein deel wat mijn werk daaraan heeft bijgedragen en dat is altijd mooi!

De relatie die ik heb met cliënt vind ik moeilijk te beschrijven. Het is geen vriendschap, want ik ben een hulpverlener, maar het is ook zeker niet te zakelijk. Het is een balans vinden tussen afstand en nabijheid, daarin is je persoonlijkheid en eigen stijl heel belangrijk. Ik ben meer iemand van de nabijheid, dat vind ik heel belangrijk. Er is geen naam voor en dat is eigenlijk wel heel mooi en fijn.

Fotografie: marcschaeferromankraft


Hulpverlener gezocht. Is er een hulpverlener waar JIJ benieuwd naar bent voor de serie ZIELZORGERS? Het verhaal achter welke hulpverlener zou jij graag willen lezen? Laat het ons weten en wie weet vind je dit dan binnenkort op Proud2Bme.

Daphne

Geschreven door Daphne

Reacties

5 reacties op “Een verslaving is er niet voor niets | Zielzorgers”

  1. Mooi verhaal. Heel wat uitgebreider en persoonlijker dan de vorige. Aandacht voor de mens blijven houden in combinatie met alle administratieve taken geeft aardig wat uitdaging en slurpt onnodig veel energie op. Toch jammer dat dat systeem naar dit is ontwikkeld. Vind vooral jouw passie die ik terug lees erg fijn.

  2. Ik ben heel benieuwd naar het werk van hulpverleners op een paaz of gesloten afdeling, van psychiater tot socio tot verpleegkundige. Ervaren zij hun werk als heftig of zwaar? Waarom hebben ze ervoor gekozen om juist hier te werken? Nemen ze veel dingen mee naar huis?

  3. Een BOPZ advocaat

  4. Mooi interview. Dit is een interview waarbij ik in ieder geval het idee heb ook de mens achter de hulpverlener te zien.
    De hulpverleners waar ik het meest aan heb gehad, waren mensen die voor mij de perfecte balans hadden tussen professionele afstand en betrokkenheid. Fijn om te lezen dat er hulpverleners zijn die ook zien dat daar een balans in kan zijn.

  5. Je Celine heel bijzonder. Wat ben ik trots op je dat je dit bijzondere werk kan doen. Dertig jaar geleden viel je al op. Toen was je al bijzonder maar dan met de bal.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *